Docenten Nederlands 12-15 | niveau 1 | Een gang met gele deuren

Introductie

Vroeger was Rom Molemaker onderwijzer, maar tegenwoordig is hij fulltime schrijver. Zijn eerste werken schreef hij vooral voor kinderen, maar hij schrijft liever voor jongeren. Veel van zijn boeken voor jongeren gaan over heftige onderwerpen zoals geweld, pesten en vandalisme. Wel eindigen al zijn boeken hoopvol: 'Ik wil mijn lezers niet achterlaten met een rotgevoel.'

Inhoud

Let op: deze tekst bevat details over de inhoud en afloop van het verhaal en kan je leesplezier bederven.

Het verhaal begint met de aankondiging dat er iets verschrikkelijks is gebeurd. In de verhaallijn in de verleden tijd moet Martje met haar familie verhuizen van Amsterdam naar IJsselstein. Ze vindt dit vreselijk en ze wordt opstandig. Ze gaat zelfs spullen stelen op de markt. Gabriëlle, een schoolgenoot en de leider van een criminele meidenbende, ziet haar stelen en geeft aan dat Martjes geheim veilig is als ze zich aansluit bij Gabriëlles club. Zo raakt Martje verstrikt in het criminele netwerk. Als blijkt dat Meral, ook lid van de bende, verliefd is op een vijand van Gabriëlle besluit Gabriëlle dat er met Meral afgerekend moet worden. Ze weet het zo te spelen dat Martje de persoon lijkt die Meral voor de tram duwt. Brenda, een buitengesloten klasgenoot van Martje, ziet het ongeluk gebeuren en wil Martje maar wat graag voor het ongeluk laten opdraaien.
In de cursieve verhaallijn zit Martje in een jeugdgevangenis: ze wordt beschuldigd van de dood van Meral. Martje lijdt aan geheugenverlies en weet niet of ze Meral voor de tram heeft geduwd of niet. Ze probeert zich te herinneren wat er is gebeurd en probeert zich staande te houden in de nieuwe situatie. Nadat de taxichauffeur die alles heeft gezien een verklaring heeft afgelegd bij de politie krijgt Martje haar geheugen weer terug en weet ze dat niet zij, maar Gabriëlle, de dood van Meral op haar geweten heeft. In de jeugdgevangenis sluit Martje vriendschap met Gladys. Zij helpt Martje het goede in zichzelf te blijven zien.

Moeilijkheid

Het onderwerp is voor lezers op alle niveaus interessant. Instapniveaulezers zullen dit boek met name lezen als een spannend boek over een meisje dat lid wordt van een criminele bende. De verschillende verhaallijnen die elkaar in elk hoofdstuk afwisselen zullen ze lastig vinden. N1-lezers zullen de verschillende verhaallijnen aan elkaar kunnen koppelen en de rol van de personages die in beide verhaallijnen voorkomen (Glenn en de ouders van Martje) kunnen duiden. Voor N2-lezers is het een uitdaging om de keuzes van Martje te verklaren aan de hand van de omgevingsfactoren en -invloeden. Daarnaast zal deze lezer de link kunnen leggen tussen fictie en werkelijkheid.

Dit boek is met name geschikt voor de onderbouw van het havo/vwo. Ook leerlingen op het vmbo zullen van dit boek genieten. Voor leerlingen in de onderbouw van basis en kader is het boek met zijn verschillende verhaallijnen waarschijnlijk te lastig. 

Voor een volledige didactische en letterkundige analyse klik je hier.