Lezen voor de Lijst

Docenten Nederlands 12-15

 | niveau 1 | Oorlogsgeheimen

Introductie

Jacques Vriens heeft meer dan tachtig boeken geschreven. Hij werkte in het basisonderwijs en dat kun je zien aan zijn boeken. Zo schreef hij onder andere het schoolverhaal Achtste-groepers huilen niet. Naast verhalen over school schreef hij ook geschiedenisverhalen waaronder Weg uit de Peel en Tien torens diep. Net als Oorlogsgeheimen spelen deze verhalen zich af in Limburg, waar de schrijver woont. Voor zijn boek Oorlogsgeheimen ontving hij in 2009 de Archeonprijs (de huidige Thea Beckmannprijs), de prijs voor de beste historische jeugdroman. Meer over Jacques Vriens kun je lezen op zijn site Jacquesvriens.nl.

Inhoud

Het is najaar 1943. De oorlog lijkt ver weg in het Zuid-Limburgse dorp waar Tuur Rademakers woont. Totdat er bij de buren een nichtje van hen komt logeren, Maartje. Zij is Joods, al weet alleen Tuur dit. Wanneer er een vliegtuig met een Engelse piloot neerstort, gonst het in het dorp opeens van de geruchten. Tuur vindt het maar irritant dat de volwassenen hem niets willen vertellen.

Wanneer Tuurs broer Leo wordt opgeroepen om te gaan werken in de Duitse wapenfabrieken, duikt hij onder in de mergelgrotten. Eenmaal per week vult Tuurs moeder een mand met eten en drinken voor Leo. Vader brengt vervolgens de mand naar het kapelletje. Op een avond wordt Leo gesnapt door de Duitsers, maar hij weet te vluchten. Een veldwachter waarschuwt de familie Rademakers en ook zij duiken dan onder in de mergelgrotten.

Voor de familie Rademakers loopt het verhaal goed af, maar Maartje overleeft de oorlog niet.

Moeilijkheid

Instapniveaulezers moeten zich kunnen inleven in een jongen die in een andere tijd leeft en met andere zaken te maken krijgt dan zij zelf. De oorlogstermen en de situaties m.b.t. de oorlog worden goed uitgelegd. Dit maakt dat ook onervaren lezers het boek goed kunnen volgen. Het aantal open plekken en de late invulling ervan kan hen echter ontmoedigen. 
Lezers op instapniveau zullen het slot waarschijnlijk moeilijk accepteren. N1-lezers zullen dit boek als een spannend oorlogsverhaal lezen. Zij leven met de hoofdpersoon mee, Tuurs karakter is namelijk goed uitgewerkt. N2-lezers worden aan het denken gezet over het vertrouwen/wantrouwen van personages en het veroordelen van mensen na de oorlog.

Dit boek is met name geschikt voor leerlingen uit het eerste leerjaar van het havo/vwo. Ook vmbo-leerlingen zullen dit boek waarderen. Voor leerlingen uit leerjaar 2 of hoger biedt het boek te weinig uitdaging. Het boek kan als kinderachtig worden beoordeeld, omdat hoofdpersoon Tuur elf jaar is en nog op de basisschool zit.

Voor een volledige didactische en letterkundige analyse klik je hier.