Introductie

Lydia Rood (1957) is één van Nederlands bekendste schrijfsters. Van haar hand zijn niet alleen jeugdboeken, maar ook thrillers, romans en theaterproducties verschenen. Voor een aantal van haar jeugdboeken heeft ze onder andere een Vlag en Wimpel en een Zilveren Griffel ontvangen. Twee van haar thrillers zijn genomineerd voor de Gouden Strop. In Survival, Niemands meisje en Blauwtje schrijft ze over Liesbeth, die Lydia zelf voorstelt. In Survival doet Liesbeth een zelfmoordpoging, in Niemands meisje worden de therapiesessies die hierop volgen beschreven en in Blauwtje is te lezen hoe Liesbeth nog steeds met zichzelf worstelt. In 2022 is nog een boek over Liesbeth verschenen: If. Dit verhaal is eigenlijk een boek in een boek, want in dit boek schrijft Liesbeth een verhaal.

Inhoud

Liesbeth gaat als begeleider mee op een kamp voor autistische kinderen. Het kamp wordt georganiseerd door Misja, de vriendin van Liesbeths vader Ferdi. De vriend van Liesbeth, Beer, heeft de leiding over het kamp. Er zijn zo’n tien begeleiders mee en er is sprake van één-op- één-begeleiding. Liesbeth is gekoppeld aan Misja’s zoon en dus Liesbeths stiefbroer: de autistische Franta. Een aantal van de andere begeleiders kent Liesbeth al; anderen leert ze pas kennen op het kamp.

Liesbeth zegt over zichzelf dat ze raar gaat doen als ze in een groep is. Dit kamp is hier maar weer eens het bewijs van. Ze krijgt meer dan eens een woede-uitbarsting, ze schat de intenties van anderen niet altijd goed in en ze zet zichzelf buitenspel door uit de groepsapp te stappen. Als Franta verdwenen is, probeert Liesbeth dit zelf op te lossen in plaats van om hulp te vragen en ook maakt ze continu ruzie met Beer. Naar huis gaan wil ze niet, want ze wil aan haar moeder Hella laten zien dat ze het kan en ook Misja wil ze niet teleurstellen.

Na afloop van het kamp reconstrueert Liesbeth wat er eigenlijk allemaal is gebeurd. Ze ordent alle aantekeningen, chats, notities, screenshots, lijstjes, mails en bierviltjes van het kamp in verschillende laatjes. Ze hoopt zichzelf door middel van deze ordening te begrijpen. Door alles nog eens na te lezen in de juiste volgorde, hoopt ze erachter te komen waarom dingen gaan zoals ze gaan en leert ze mogelijk iets over zichzelf. De lezer leest deze reconstructie in Blauwtje, maar komt er niet achter of het Liesbeth is gelukt om belangrijke conclusies te trekken.

Moeilijkheid

De lezer leest Blauwtje vanuit het perspectief van Liesbeth, die een negatief zelfbeeld en een pessimistische denkwijze heeft. Lezers kunnen moeite hebben zich door haar zwaarmoedige beschrijvingen heen te worstelen. Daarnaast kan de structuur van het verhaal een struikelblok vormen, met name voor N3-lezers, omdat de lezer zelf zijn best moet doen om de verhaallijn te construeren. Voor N4-lezers kan dit juist een leuke uitdaging betekenen.

Voor een volledige didactische en letterkundige analyse klik je hier.