Docenten Nederlands 15-18 | niveau 1 | Alles is weg

Introductie

Anke Kranendonk is in 1959 geboren in Baarn. Na de havo heeft ze, na een mislukt avontuur op de Sportacademie, de Pedagogische Academie afgerond. Het meeste plezier beleefde ze toen al aan het vertellen van verhalen aan kinderen, de lesjes uit de schoolboeken interesseerden haar niet zo veel. Na haar opleiding is ze gaan acteren en schrijven. Anke Kranendonk staat erom bekend dat ze goed kan beschrijven hoe kinderen voelen en denken.
Alles is weg is een boek dat verschenen is in de zogenaamde Slash-reeks, boeken die het verhaal van een bijzondere jongere vertellen. Dit boek was het derde in deze succesvolle serie, die begonnen is met De gelukvinder van Edward van de Vendel. Het nichtje van Anke Kranendonk, Lieke Kranendonk, verloor haar beste vriend bij een ongeluk. Alles is weg is het verhaal van Lieke, opgeschreven door Anke Kranendonk. Het heeft maar liefst elf jaar geduurd voordat dit verhaal uiteindelijk op papier stond.
In 2015 verscheen Kranendonks eerste boek voor volwassenen: Altijd vrolijk.
Bron: lemniscaatkrant.nl

Inhoud

Fae groeit op in Baarn, een dorp aan een rivier. Ze heeft veel vrienden met wie ze dagelijks optrekt. Middelpunt van de vriendengroep is Muis, een kleine, vrolijke en ondeugende jongen met een hart van goud. Hij is altijd in voor geintje, zoals het saboteren van de bewaakte spoorwegovergang of het versieren van veel oudere, mooie meisjes. Op een onbezorgde, zomerse dag wordt alles in één keer anders: Muis krijgt een fataal ongeluk en overlijdt.
Om Fae heen proberen vrienden en familie ieder op hun eigen manier met het verdriet om te gaan. Dat doet Fae ook, door nergens meer aan te denken en er nooit meer over te praten. Maar in haar dromen herhaalt de gebeurtenis zich keer op keer. Tot ze op een dag naar een popconcert in Ahoy gaat en vanaf een hoge tribune de diepte in kijkt. Dan komt alles weer boven.
Anke Kranendonk maakte van nabij mee wat de gevolgen van een dodelijk ongeluk kunnen zijn. Haar nichtje Lieke verloor haar beste vriend. Op basis van Liekes ervaringen schreef Anke Kranendonk Alles is weg.
Bron: queridokinderenjeugdboeken.nl

Moeilijkheid

Voor leerlingen op N1 is het boek behoorlijk dik, maar als ze eenmaal door het lastige begin heen zijn, een verwijzing naar een jaar later, leest het boek als een trein. Omdat het boek waargebeurde elementen bevat, zal het lezers op N1 en N2 aan kunnen spreken. Sommige metaforen die gebruikt worden zullen niet door iedere lezer op N1 en N2 begrepen worden, maar dit belemmert het verdere begrip van het verhaal niet. Het aantal bijfiguren kan voor lezers op N1 wel wat verwarrend werken, lezers op N2 zullen hier minder moeite mee hebben. 

Dimensies 

Indicatoren 

Toelichting | complicerende factoren 

Algemene vereisten

Bereidheid Het boek bevat 212 pagina's. Dat kan een flinke kluif zijn voor leerlingen op N1. Wanneer ze echter eenmaal begonnen zijn, en door het eerste hoofdstuk heen zijn, dan zullen ook deze lezers geraakt worden door dit waargebeurde verhaal.
  Interesses Leerlingen die iemand in hun nabije omgeving moeten missen, zullen naast herkenning misschien ook wel steun ervaren in dit boek.
  Algemene kennis Er is geen algemene kennis nodig.
  Specifieke literaire en culturele kennis n.v.t.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire Geen problemen voor N1 en N2.
  Zinsconstructies Veel korte, enkelvoudige zinnen in de dialoogvorm. Geen problemen voor N1 en N2.
  Stijl Voor lezers op N1 zal niet alle beeldspraak even duidelijk zijn. 'Langzaam verdwijnt Fae in een grote grijze zak, die zich nauw om haar heen sluit en waarbinnen niets gebeurt. Niets.' Deze metaforen zijn geen belemmering om het verhaal te begrijpen, ze kunnen echter wel wat vertragend werken voor lezers op N1.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters De karakters die beschreven worden zullen voor veel lezers op N1 en N2 herkenbaar zijn. Ze zijn van hun leeftijd. Het zijn jongeren die niet altijd even lief zijn en die voortdurend grenzen opzoeken. Lezers op N1 en N2 zullen zich zeker met deze personages kunnen identificeren.
  Aantal karakters Er komen veel personages in het boek voor. Lezers op N1 hebben hier meer moeite mee dan lezers op N2. Fae, Billy, Muis en Patrique leer je het best kennen.
  Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters Door het verongelukken van Muis veranderen veel mensen in het boek. Aan het eind van het boek krijgen de meeste personages weer wat lucht. Interessant voor lezers op N2 is misschien de manier waarop alle personages verschillend rouwen.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning Aan het begin van boek wordt al duidelijk dat Muis overleden is. (Het staat ook op de voorkant.) Tot het fatale ongeluk wordt het leven van de jeugd in Baarn kort beschreven: van hoogtepunt naar hoogtepunt en dus vol actie. Het boek vertraagt vanaf de dag van het fatale ongeluk. De lezer zit dan al zo in het verhaal dat deze vertraging hem niet in de weg zal zitten. Er wordt ook spanning opgeroepen door de vele verschillende manieren van rouwen die mogelijk blijken te zijn. Fae verwerkt het verlies van Muis heel anders dan haar broer en dat roept tussen hen weer spanning op. Verder weet de lezer door het eerste gedeelte van het boek ook al dat Fae zal instorten; ook dat roept spanning op.
  Chronologie Het eerste hoofdstuk speelt zich één jaar af na het overlijden van Muis. Het verdere verhaal verloopt chronologisch maar er is sprake van grote tijdssprongen. Aangezien die niet altijd even goed gemarkeerd zijn, kunnen N1-lezers hierdoor in verwarring raken. 
  Verhaallijn(en) Er is sprake van één verhaallijn. Het op het eerste gezicht open einde zal niet iedere lezer op N1 en N2 kunnen waarderen.
  Perspectief Het perspectief is personaal. Het grootste gedeelte van het boek lees je door de ogen van Fae, maar regelmatig wordt er ook iets verteld door de ogen van bijvoorbeeld de moeder van Muis. Deze wisselingen zullen voor niet alle lezers op N1 even eenvoudig zijn.
  Betekenis Lezers op N1 zullen zich vooral identificeren met de hoofdpersonen. Zij zullen zich hoogstwaarschijnlijk afvragen wat zij gedaan zouden hebben in zo'n situatie. Ook over de schuldgevoelens die de personages met zich meezeulen, zullen zij na kunnen denken. Voor lezers op N2 is reflectie op het gedrag van Fae en haar vrienden interessant. Waarom vertelt Fae niet wat er precies gebeurd is? Ook kunnen zij reflecteren op het einde van het boek. Is er nu wel of niet sprake van een open einde?