Docenten Nederlands 15-18 | niveau 1 | De gelukkige huisvrouw
Introductie
Heleen van Royen (1965) volgde na het vwo een opleiding in de journalistiek. In 2000 verscheen haar romandebuut De gelukkige huisvrouw dat vrijwel direct een bestseller werd. Het boek is 'deels autobiografisch'. De vader van de hoofdfiguur pleegt zelfmoord door zich in de Sloterplas te verdrinken. Als dertienjarig meisje maakte Van Royen dat zelf ook mee.
Na haar debuut publiceerde ze onder andere Godin van de jacht (2003), De ontsnapping (2006) en De mannentester (2009). Van Royen schreef ook columns voor Het Parool en De Telegraaf.
Haar werk is niet onomstreden. Vooral de manier waarop ze openlijk over seksualiteit schrijft en over het cliché-leven van vrouwen in gegoede kringen wordt door sommigen gezien als effectbejag. Dat neemt niet weg dat ze de weg naar het grote publiek gevonden heeft. Van haar boeken zijn inmiddels meer dan één miljoen exemplaren verkocht. Van Royen noemde zichzelf in een interview een 'neofeminist'.
Van Royen was twintig jaar getrouwd met televisiepresentator Ton van Royen, van wie zij in 2013 scheidde. Zij heeft twee kinderen en is sinds 2006 woonachtig in Portugal.
Inhoud
Lea, een jonge, 'verwende' vrouw uit Aerdenhout heeft alles wat haar hartje begeert. Ze hoeft niet te werken, haar man Harry – zelden thuis – werkt in het vastgoed en zorgt dat het geld met bakken binnenkomt. Op zeker moment kondigt hij aan een kind te willen. Lea voelt daar eigenlijk niets voor, maar stemt toe onder de voorwaarde dat Harry elke avond met haar vrijt. Tijdens de zwangerschap voelt ze zich erg onplezierig, in verwachting zijn is volgens haar een imago-killer bij uitstek. Dat imago is dan wel dat van 'de vrouw als verleidster'. Ze heeft het idee dat ze bij mannen nauwelijks nog lust opwekt. De bevalling is een hel. Zoon Harry komt via een tangverlossing ter wereld en Lea heeft het gevoel dat haar 'vrouwelijkheid' verwoest is. Al snel blijkt dat Lea geen moedergevoelens voor Harry junior koestert. Ze raakt steeds verder in de war en wordt uiteindelijk opgenomen. De baby wordt vooral aan de zorgen van Lea’s moeder overgelaten. Harry hervat zijn werk, maar bezoekt Lea ook in de kliniek waar ze verblijft. Hij ziet haar door een diep dal gaan. Als de rechter eraan te pas komt om over de inbewaringstelling te oordelen, voelt Lea zich door haar man verlaten en verraden. Als ze later door medicatie weer enigszins bij zinnen is, krijgt ze therapie van Beau van Kooten, een 'shrink' (psychiater) voor de happy few, op wie ze min of meer verliefd wordt. Tijdens de therapie komt het verleden van Lea aan de orde. Vooral de zelfmoord van haar tirannieke vader blijkt een 'onverwerkt trauma'. Lea maakt onder leiding van Beau na twintig jaar het rouwproces door dat uiteindelijk zal leiden tot haar herstel.
Moeilijkheid
De gelukkige huisvrouw is goed leesbaar voor leerlingen van N1. De taal is simpel, alledaags, soms behoorlijk grof en platvloers. De opbouw van de hoofdlijn is chronologisch, het begint in 1998 met de zwangerschap van Lea. Er zijn echter ook passages bij de therapeut die spelen ná de opname van Lea. Daar moet de lezer wel van doordrongen zijn.
De 42 hoofdstukken openen met een kort cursief dagboekstukje. Dit zijn kennelijk aantekeningen van Lea’s moeder vanaf de geboorte van haar dochter. Alleen het laatste hoofdstuk is een cursief stukje van Lea zelf.
Het verhaal wordt helemaal vanuit Lea verteld. Het perspectief vormt geen probleem.
Ogenschijnlijk is het boek vooral geschikt voor meisjes omdat het draait om de postnatale depressie van Lea. Jongens zullen wellicht wat moeite hebben om zich in te leven in wat een zwangere vrouw doormaakt en hoe zwaar een bevalling kan zijn. Wie geïnteresseerd is in psychische aandoeningen, vindt in dit boek belangwekkende passages, niet alleen in de sessies bij Beau van Kooten, maar ook in de concrete beschrijving van de 'gekte' van Lea na de bevalling.
De omvang van het boek zal voor N1-lezers geen hindernis zijn, want ondanks de 300 pagina’s is het boek snel uit te lezen door de vlotte schrijfstijl en de rappe dialogen. Het boek is vooral een aanrader voor N1- en N2-lezers die van tamelijk eenvoudige boeken houden en die enigszins geïnteresseerd zijn in de gevolgen die een moeilijke zwangerschap en een zware bevalling kunnen hebben.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting |complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | Het boek is met gemak te lezen, ook voor een N1-lezer. De dialogen zijn in 'hapklare' spreektaal geschreven, vaak in flitsende korte zinnetjes. De omvang van 300 pagina’s is geen bezwaar, de pagina’s zijn niet dichtbedrukt en het verhaal is niet ingewikkeld. Jongens zullen meer moeite hebben met het verhaaldeel over de zwangerschap en de bevalling. Meisjes zullen eerder bereid zo’n verhaal te lezen dat vanuit vrouwenperspectief is geschreven. |
Interesses | Enige belangstelling voor (problematische) zwangerschap, geboorte en postnatale depressie is noodzakelijk. Meer in het algemeen is interesse in psychische aandoeningen een voorwaarde om het boek te kunnen waarderen. | |
Algemene kennis | Er is geen algemene voorkennis vereist. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | Niet van toepassing. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Eenvoudig. Voor een N1-lezer geen probleem. Wel is vooral Lea af en toe erg grofgebekt en zij gebruikt met regelmaat woorden als 'kut', 'lul' en 'neuken'. Sommige lezers zullen dit als vulgair ervaren. |
Zinsconstructies | Geen probleem. | |
Stijl | Zeer eenvoudig. Er is weinig beeldspraak, de stijl is uitermate direct. Dat is prettig voor lezers van N1. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | De karakters zijn nogal stereotiep. Daardoor zullen ze voor N1-lezers beter herkenbaar zijn. Ze praten en handelen zoals je verwacht. |
Aantal karakters | Geen probleem. Centraal staat Lea. Daarnaast zijn vooral haar man, haar zoon, de shrink en haar moeder van belang. De vader komt in het tweede deel uitvoeriger ter sprake, maar hij is al twintig jaar geleden gestorven. | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | De belangrijkste ontwikkeling is de psychose waarin Lea terechtkomt en uiteindelijk ook weer uit raakt. Daarbij speelt het uitgestelde rouwproces om de zelfgekozen dood van haar vader een belangrijke rol. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | Veel spanning zit er niet in het boek. Wel is er natuurlijk de vraag of Lea uit haar depressie zal komen en of ze ooit moedergevoelens zal koesteren. |
Chronologie | Het verhaal van de zwangerschap, bevalling en de depressie van Lea verloopt chronologisch. Daarnaast zijn er passages die spelen in de periode van de opname en van ná de depressie, zoals de sessies met Beau van Kooten (bijvoorbeeld in het eerste hoofdstuk). Sommige hoofdstukken bestaan uit jeugdherinneringen. De N1-lezer kan hier moeite mee hebben. Je moet als lezer bedacht zijn op de tijdsprongen. De cursieve stukjes zijn ook chronologisch, maar die beginnen bij de geboorte van Lea in 1966. |
|
Verhaallijn(en) | Er is sprake van twee verhaallijnen, maar die komen niet beide even sterk naar voren. De hoofdlijn krijgt alle aandacht: de zwangerschap van Lea, de bevalling, de depressie en de behandeling daarvan. Wat er twintig jaar geleden gebeurd is, vormt op zich ook een verhaallijn. Waarom is de vader op een nacht de deur uitgegaan om zich te verdrinken in de Sloterplas, terwijl hij goed kon zwemmen? Een derde lijn kun je zien in de korte cursieve stukjes die betrekking hebben op Lea als baby. Maar die vormen slechts een spiegeling van het hoofdverhaal. In eerste instantie kunnen die wat vervreemdend zijn voor N1-lezers. |
|
Perspectief | Geen probleem. Het is duidelijk dat je het verhaal vanuit Lea beleeft. | |
Betekenis | De gelukkige huisvrouw is het relaas van een vrouw die na een zeer zware bevalling in een postnatale depressie geraakt. Zij wil aanvankelijk niet opgenomen worden, maar als dit wel gebeurt, komt ze door de medicatie langzamerhand uit haar psychose en begint ze aan psychotherapie. Dankzij de therapie ziet ze in dat ze met haar verleden in het reine moet komen. Voor de N1-lezer is deze kant van het verhaal niet zo gemakkelijk. Al met al snijdt het verhaal universele thema’s aan als geboorte, dood, zelfmoord en ouderliefde. Het verhaal laat ook zien dat een onverwerkt trauma nog jaren later een negatieve invloed op je leven kan hebben. N2-lezers zullen deze betekenis eerder uit het verhaal halen dan N1-lezers. |
|
Relevante bronnen voor docenten |
heleenvanroyen.nl | website van de schrijfster nrc.nl | Margot Dijkgraaf, 'De liefde is heel het leven', in: NRC, 21 juli 2000 margriet.nl | interview met Van Royen n.a.v. haar film over haar dementerende moeder |