Docenten Nederlands 15-18 | niveau 1 | Een verhaal uit de stad Damsko
Introductie
Hassan Bahara (Marokko, Teroua n'Aït Izou, 1978) is schrijver en journalist. In 2000 en 2001 won hij de El Hizjra Literatuurprijs voor jongeren tot 25 jaar. In 2006 verscheen zijn debuut Een verhaal uit de stad Damsko. Hij schreef voor diverse kranten: het NRC, de Volkskrant en De Pers en voor het weekblad Vrij Nederland. Momenteel werkt Bahara als columnist, schrijver, recensent en journalist bij achtereenvolgens: NRC Handelsblad, De Groene Amsterdammer en Passionate Bulkboek.
Een verhaal uit de stad Damsko hebben diverse recensenten vergeleken met Reve's De avonden, maar ook De helaasheid der dingen (Dimitri Verhulst) en Alleen maar nette mensen (Robert Vuijsje).
Inhoud
Let op: onderstaande tekst bevat belangrijke details over de afloop van het verhaal.
Kader leer je kennen als een jongen die goede kansen heeft om succes te hebben in het leven. Hij volgt de havo, heeft familie, een vriendin en vrienden en hij werkt in een supermarkt. Maar hij lijkt niet te kunnen communiceren: niet met zijn vrienden, niet met zijn ouders en zijn broer en zus en ook niet met zijn mentor op school. Hij neemt veel waar. Je ziet hem kijken naar zijn moeder die altijd maar op de bank ligt en ziektes voorwendt. Je ziet hem in de omgang met zijn vriendin Louazna die het beste met hem voorheeft terwijl hij haar sms'jes vaak niet beantwoordt en vrij onverschillig op haar reageert. Je zit als het ware naast hem als hij een gesprek heeft waarbij zijn mentor hem oprecht wil helpen, maar je merkt ook dat hij in de omgang met zijn vrienden - ook met 'gevaarlijke vrienden' - niet in staat is te reageren en iets te doen aan zijn onverschillige houding. Het lijkt wel of Kader alleen maar toekijkt, zwijgt en afwacht hoe hij steeds verder in de problemen komt. Kader zit niet lekker in zijn vel en langzaamaan gaat het de verkeerde kant op. Hij blowt en spijbelt, maakt ruzie met zijn vriendin, wordt ontslagen door zijn chef, en eet antidepressiva alsof het snoepjes zijn. Kader heeft weinig houvast in zijn bestaan, noch van zijn vrienden, noch van zijn familie. Van huis uit hoeft hij weinig steun te verwachten; zijn moeder ligt altijd op de bank als ze niet bij de huisarts is en zijn vader speelt de rol van grote afwezige; tot twee keer toe lees je dat hij niet eens weet hoe oud zijn zoon is en in welke klas hij zit.
De tragiek van Kader bereikt een dieptepunt op een schoolfeest. Als hij high en dronken is doet hij een verkrachtingspoging in de wc, maar Nassira weert hem af. Kader draait helemaal door, scheldt en schreeuwt en als zijn mentor (mevrouw Meertens) hem even later confronteert met een huilende Nassira draait hij helemaal door en valt hij zijn mentor aan door haar in het gezicht te stompen. Hij wordt buiten de school gezet. De volgende dag gaat hij naar zijn verslaafde vriend Ricky, die in geldnood zit en daarom een overval op een belwinkel wil plegen. Langzaam voltrekt het noodlot zich: Kader is getuige, nauwelijks deelnemer als Ricky de eigenares van de belwinkel in elkaar trapt omdat ze de kluis niet wil openen. Later bezoekt hij zijn vriendin Louazna die hem troost als hij huilend bekent alles te hebben verpest. De volgende ochtend vroeg wordt hij thuis uit zijn bed gelicht door de politie. Hij laat een huilende familie achter.
Moeilijkheid
N1-lezers zullen het boek niet te moeilijk geschreven vinden; het verhaal is chronologisch geschreven in eenvoudige zinnen en er is voldoende actiespanning. De straattaal kan een complicerende factor zijn voor leerlingen die daar niet eerder mee in aanraking kwamen. Hoewel er een verklarende woordenlijst achterin het boek staat, kan het voor sommige lezers leesvertraging opleveren.
N2-lezers zullen meer uit het verhaal kunnen halen, omdat er sprake is van verschillende culturen. Door de straattaal, de sms'jes en veel directe rede, wordt de N2-lezer zo meegezogen in het verhaal dat hij geen last zal hebben van leesvertraging, temeer daar de N2-lezer ook de psychologische spanning zal ervaren die naar het dramatische einde leidt. De uitdaging voor de N2-lezer is dat hij geconfronteerd wordt met andere culturen dan de zijne, maar er zal zeker een personage in het boek voorkomen waarmee hij zich kan identificeren. Ook zullen N2-lezers meer verdieping ervaren door de beklemmende sfeer die wordt opgeroepen. De doelloosheid die Kader ervaart in de kleine en gevoelsarme kring waarin hij zich beweegt en het niet uitspreken van gevoelens tussen de jongens en bij zijn vriendin brengen een psychologische spanning in het boek die N2-lezers zullen weten te waarderen. Ook als het over cultuurverschillen gaat, bijvoorbeeld waar een Joegoslaaf het over een Serviër heeft en de oude volksvete daarmee naar boven wordt gehaald, kan dat aanleiding geven voor verdieping. Door deze verdiepende elementen komen levensvragen naar boven die de lezer aan het denken kan zetten over zijn eigen situatie.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | Voor N1-lezers is Een verhaal uit de stad Damsko wellicht aan de dikke kant met zijn 239 pagina's. Voor de gemiddelde N2-lezer, die zijn weerzin tegen lezen heeft overwonnen, is het goed te doen. Het verhaal is vlot geschreven en het leest lekker weg. Bovendien is het niet echt moeilijk en is de hoofdpersoon (bijna) een leeftijdgenoot. In gelijke mate geschikt voor meisjes als jongens. |
Interesses | Enige interesse of tenminste een open houding ten aanzien van andere culturen en jongeren die in de problemen zitten is vereist. | |
Algemene kennis | N.v.t. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | N.v.t. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Eenvoudig taalgebruik, maar wel vaak vrij grof, geen moeilijke woorden. De leerling moet wel bereid zijn om te proberen de gehanteerde straattaal te begrijpen; achter in het boek is een verklarende woordenlijst opgenomen. |
Zinsconstructies | Eenvoudige zinnen, veelal in de tegenwoordige tijd. Geen probleem voor N1. | |
Stijl | Meeslepend verteld door veel directe rede, geen gedachten, nauwelijks of geen beschrijvingen van ruimten en karakters. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | Van de hoofdpersoon Kader kom je nauwelijks te weten hoe hij denkt, maar er zit wel een ontwikkeling in (in negatieve zin); de andere personen zijn flat characters. Interessant zijn Kaders vriendin Louazna en zijn zusje Nora. |
Aantal karakters | Ongeveer tien plus enkele bijfiguren. De meeste leerlingen zullen het overzicht niet kwijtraken. | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | De verhouding tussen Kader en zijn vrienden binnen en buiten de school is nogal negatief, evenals de relatie met zijn mentor. De relaties met anderen worden gekleurd door Kaders eigen houding. De meeste lezers van N1 en zeker N2-lezers zullen Kaders negatieve houding gemakkelijk herkennen als een gevolg van de problemen waar hij mee worstelt. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | In alle van de vijftien hoofdstukken is voldoende actie om ook de N1-lezer bij de les te houden. |
Chronologie | Het verhaal verloopt chronologisch; geen probleem. | |
Verhaallijn(en) | Er is sprake van één verhaallijn, met heel af en toe een kleine 'aftakking'. Geen probleem. | |
Perspectief | Personaal vanuit Kader. Alle leerlingen zijn hiermee vertrouwd. | |
Betekenis | N1-lezers zullen de roman lezen als een verhaal over een jongere die het moeilijk heeft. N2-lezers zullen meer bereid en in staat zijn om ook onderliggende psychologische motieven te herkennen en mogelijk zelfs maatschappijkritische aspecten te ontdekken. | |
Relevante bronnen voor docenten |