Docenten Nederlands 15-18 | niveau 2 | De kroongetuige
Introductie
Maarten 't Hart werd in 1944 geboren in een streng gereformeerd gezin te Maassluis. Na zijn middelbare school ging 't Hart biologie studeren in Leiden. Na afloop van die studie werd hij wetenschappelijk medewerker en in 1978 promoveerde hij. Maarten 't Hart debuteerde in 1971 met Stenen voor een ransuil. Zijn doorbraak kwam in 1978 met Een vlucht regenwulpen. Het veel door scholieren gelezen De kroongetuige dateert uit 1983. 't Hart publiceert nog altijd veel werk, werk dat de laatste jaren steeds autobiografischer lijkt te worden.
Inhoud
Thomas Kuyper, een wetenschappelijk onderzoeker, is getrouwd met Leonie. Leonie is onvruchtbaar en daar heeft ze het erg moeilijk mee. Wanneer Leonie een week bij haar moeder is, gaat Thomas veel op stap met een meisje dat hij kent uit de bibliotheek: Jenny Fortuin. Na een avond stappen krijgen ze vreselijke ruzie waarna Jenny verdwijnt. Thomas blijkt vervolgens de hoofdverdachte te zijn van deze verdwijning en hij moet uiteindelijk de cel in. Thomas houdt Leonie door middel van brieven op de hoogte. Leonie gaat op onderzoek uit en ontdekt dat de zaken er anders voorstaan dan de inspecteurs Lambert en Meuldijk denken.
Moeilijkheid
Voor de gemiddelde N2-lezer is De kroongetuige een goed leesbaar boek vanwege de spanning, de kleurrijke verhaalfiguren en de relatieproblematiek tussen de beide hoofdfiguren. Door het veranderende vertelperspectief en de filosofische uitweidingen zal hij uitgedaagd worden dieper op het boek in te gaan. Deze laatste factoren zullen de N1-lezer vermoedelijk demotiveren, maar het goed uitgewerkte misdaadelement lijkt voldoende om ook deze lezer het werk aan te raden. De gemiddelde N3-lezer zal weinig moeite hebben met deze roman en wellicht geboeid raken door het uitvoerig beschreven gedachteleven van Thomas en Leonie en het gemis van een kind binnen hun relatie.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | De kroongetuige is een roman van redelijke omvang die veel N1-, N2- en N3-lezers zullen waarderen vanwege het spanningselement. Met name N1-lezers zullen betrokken raken bij de gebeurtenissen in het laboratorium, die vanwege de gedetailleerde beschrijving griezeleffecten oproept. N1-lezers kunnen moeite hebben met de uitgebreide beschrijvingen van het gevoelsleven van beide hoofdpersonen, beschrijvingen die N3-lezers juist kunnen intrigeren. De gemiddelde N2-lezer zal geboeid raken door de problematische relatie tussen de hoofdpersonen. |
Interesses | Een laboratorium met zichzelf opvretende ratten, een mysterieuze verdwijning van een aantrekkelijke jongedame en een slimme echtgenote die alles in het werk stelt de onschuld van haar overspelige echtgenoot aan te tonen, vormen de belangrijkste verhaalingrediënten. Onderwerpen die niet heel dicht tegen de belevingswereld van veel leerlingen aan zullen liggen, maar die toch hun interesse wel op kunnen wekken. | |
Algemene kennis | In het boek komen regelmatig planten- en bloemennamen voor naast namen van componisten en filosofen. Bij het lezen van namen als Nietzsche, Chesterton, Kosinski, Highsmith, Bloem en Swinburn zal menig jeugdig N1-lezer de wenkbrauwen fronsen en een goede N3-lezer mogelijk geïntrigeerd raken. Desondanks is het verhaalverloop voor de lezers van verschillende niveaus goed te volgen. | |
Specifieke culturele en literaire kennis | Verhaaltechnisch is de wisseling van vertelstandpunt na het eerste hoofdstuk voor een N1-lezer misschien lastig, temeer daar een van de hoofdpersonen, Thomas, een onbetrouwbare verteller lijkt. De gedetailleerde beschrijving van het kannibalistische gedrag van de ratten, het laboratorium en het museum roepen een horrorsfeer op. Niet iedere lezer zal met dit genre bekend zijn. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Het taalgebruik is over het algemeen eenvoudig en goed te volgen. Sommige filosofische uitspraken zijn wel lastiger te duiden. Sommige passages, met name die waarin Thomas aan het woord is, bevatten lastige woorden voor met name de gemiddelde N1-lezer. |
Zinsconstructies | Goed leesbare zinnen van normale lengte die voornamelijk beschrijvend van karakter zijn. De dialogen zijn natuurlijk beschreven en ook al goed te volgen voor de lezers op N1. | |
Stijl | De stijl van 't Hart vertoont in dit boek weinig opvallende kenmerken. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | De belangrijkste personages zijn duidelijk beschreven en zullen voor de gemiddelde N2-lezer herkenbaar zijn. De N1-lezer zal weinig moeite hebben met de bijfiguren die duidelijk getypeerd zijn en functioneel zijn voor het verhaalverloop. De gemiddelde N3-lezer zal uitgedaagd worden door het intellectuele gedachteleven van Thomas en Leonie, waarin ratio en emotie over elkaar heen buitelen en die de lezer uitnodigen tot een positiebepaling. |
Aantal karakters | Naast de drie hierboven genoemde figuren spelen Thomas' assistent Alex, inspecteur Meuldijk, meneer 'sommig mens' en Robert en zijn vrouw een rol in het verhaal. Zowel de N1- als de N2- en N3-lezers zullen deze verhaalfiguren goed kunnen plaatsen. | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | De houding, gedragingen en gevoelens van Leonie zijn voor de N1-lezer misschien niet altijd te plaatsen vanwege hun soms onvoorspelbare karakter. Thomas' karakter is redelijk gecompliceerd, met eigenschappen als ongelovig, cynisch, hard, koppig maar ook gevoelig. Lambert en zijn compagnon reageren soms naïef en komisch waardoor zij typetjes dreigen te worden als Kuifjes Jansen en Jansen. | |
Vertrouwdheid met literaire
|
Spanning | Hoewel het verhaal spannende elementen bevat zoals een mysterieuze verdwijning en een museum waarin horrorachtige experimenten plaatsvinden, zal voor de N1-lezer wellicht te weinig expliciete actie in de roman aanwezig zijn. De spanning wordt geleidelijk opgebouwd door allerlei feiten die boven water komen. Van achtervolgingen, geweld en sensatie is geen sprake. Voor de N2- en N3-lezers zullen de psychologische verklaringen voor de gedragingen van de hoofdfiguren het ontbreken van actie waarschijnlijk compenseren. |
Chronologie | Het verhaal begint in de nacht dat Jenny verdwijnt (31 juli) en eindigt vlak voor kerst. Het verhaal wordt chronologisch verteld. De N1-lezer zal op dit gebied niet tegen problemen aanlopen. | |
Verhaallijn(en) | Er is sprake van twee verhaallijnen (Thomas en Leonie) naast elkaar, die duidelijk herkenbaar zijn. Voor een N1-lezer kan het lastig zijn na het eerste hoofdstuk de overgang direct te herkennen, maar de overgang is dermate duidelijk dat hij niet zal afhaken. | |
Perspectief | Er is sprake van een meervoudig perspectief. Geen probleem voor de N2- en N3-lezer. De N1-lezer zal even moeten wennen aan het gehanteerde perspectief. De perspectiefwisselingen kennen een dermate lage frequentie dat het een uitdaging kan zijn voor de N1-lezer om met deze manier van vertellen kennis te maken. | |
Betekenis | Deze roman kent verschillende lagen. Voor een N1-lezer is de eerste laag, de verdwijning en de speurtocht van Leonie, direct zichtbaar. De tweede laag, de problematische liefdesrelatie tussen Thomas en Leonie, is voor de N2-lezer de moeite waard. Een goede N3-lezer zal zich misschien door de filosofische bespiegelingen en uitspraken van Nietzsche uitgedaagd voelen. Voor leerlingen met biologie in het profiel is de expliciete aandacht voor planten en bloemen interessant. | |
Relevante bronnen voor docenten |