Docenten Nederlands 15-18 | niveau 2 | De weg naar het noorden
Introductie
De schrijfster Naima El Bezaz (1974, Meknès, Marokko) is op anderhalfjarige leeftijd naar Nederland verhuisd. Op school beleefde ze plezier aan het lezen van boeken en begon ze zelf verhalen te bedenken. Ze schreef haar debuutroman om uit te leggen waarom Marokkanen willen emigreren en om de positie van (illegale) allochtonen in de Nederlandse samenleving te verhelderen. Ze wil uitleggen dat de meeste allochtonen er nooit echt bij zullen horen in Nederland, terwijl ze in hun thuisland ook niet echt meer kunnen aarden. Dat is dan ook het onderwerp van haar eerste roman De weg naar het noorden.
Dit boek is bekroond met de Jenny Smelik-IBBY prijs. Na het debuut volgen boeken waarin El Bezaz haar mening over seks, religie en maatschappij duidelijk maakt. Bij zowel Minnares van de duivel, De verstotene als Vinexvrouwen zoekt zij de pers op. Binnen een week was Vinexvrouwen vier keer herdrukt en zijn de film- en tv-rechten aan filmmaatschappij BosBros verkocht. Het vervolg Meer Vinexvrouwen werd ook een succes.
De boeken van El Bezaz zijn niet onomstreden. Minnares van de duivel en De verstotene konden op veel kritiek rekenen uit de hoek van moslim-gelovigen. Ondanks een stoere uitspreek van de schrijfster in De Groene Amsterdammer ('Ik ben wel voorzichtig, maar niet als ik schrijf. Het zou heel erg zijn om iets niet te schrijven uit angst.') moest ze toch voor een tijdje onderduiken vanwege bedreigingen.
Inhoud
Ghali, een werkeloze jonge Marokkaan, probeert zijn land te ontvluchten. Hij woont met zijn vrouw en haar familie in Meknès. Hij is arm en zijn vrouw onderhoudt hem, van liefde is geen sprake. Als Ghali zijn jeugdvriend Sadi ontmoet die hem hulp aanbiedt, ziet Ghali weer een toekomst. Sadi vertelt dat zijn vader in Europa werk heeft gevonden, zoals zoveel landgenoten en dat hij dat ook kan regelen voor zijn vriend.
Sadi werkt niet alleen, zijn vriend Yassine is degene die zorgt voor een paspoort, een rijbewijs en een visum. Helaas staat alles op de naam van Mohammed ben Salem en zodoende start Ghali zijn reis naar het noorden als illegaal.
Hij moet niet alleen flink betalen om in Parijs te komen, hij moet ook als chauffeur kif smokkelen, dat verstopt is in ingeblikte olijven. Hij beleeft als smokkelende vrachtwagenchauffeur en hasjhandelaar angstige momenten. Hij krijgt hulp van landgenoten en leert wat het betekent om illegaal te zijn in een land dat hij niet kent. Hij voelt zich gediscrimineerd in Frankrijk. Als de politie hem op het spoor komt, moet hij vluchten, de weg gaat nog hoger naar het noorden. Hij kan onderdak vinden in Amsterdam bij zijn vriend Karim. De vriendschap is van korte duur omdat Karim vermoord wordt en Ghali gewond in het ziekenhuis opgenomen wordt. Hij is in het noorden, maar zijn toekomstbeeld is weer uitzichtloos en negatief.
Moeilijkheid
Het boek is heel geschikt voor lezers op N2. Het verhaal is realistisch en geloofwaardig. Het bevat herkenbare onderwerpen, personages die realistisch beschreven zijn en spannende scènes vanaf de proloog. De lezer moet wel openstaan voor maatschappelijke onderwerpen als migratie en illegaliteit en het daaruit voortkomend isolement, anders is de spanning het enige element dat de lezer naar het eind brengt. Een N2-lezer kan een bevestiging vinden voor zijn ideeën in het boek. Deze lezer moet waarschijnlijk wel wennen aan een proloog en een epiloog. Het boek is gegoten in een kader, maar is geen echte raamvertelling. De proloog is het eigenlijke eind van het verhaal. De epiloog zorgt voor een afronding maar bevat een open einde. N1-lezers zullen met zo'n open einde minder raad weten dan lezers op N2. Dat geldt ook voor de open plekken in het verhaal.
De N3-lezer zal weinig moeite hebben met het boek. Zij zullen de structuur snel doorzien en het motto zullen ze wellicht zonder al te veel hulp kunnen interpreteren. Bij deze lezers zullen de personages en hun wereld vragen oproepen. Ook zullen ze vragen hebben bij het naïeve gedrag van de hoofdpersoon Ghali. Voor lezers op N3 is het dus een uitdaging om op de consequenties van het ik-perspectief te letten. De N3-lezer kan door dit boek zijn horizon verbreden en nieuwe werelden ontdekken.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten (om tekst te kunnen begrijpen) |
Bereidheid |
De roman telt 138 bladzijdes. Het taalgebruik is eenvoudig. Een kleine, verklarende woordenlijst met Marokkaanse woorden staat achterin. Het boek bestaat voor 90% uit spanning, maar de beschrijvende tekst na de proloog, die minder spanning en handeling bevat, kan voor lezers op N1 en N2 een reden zijn om niet verder te lezen. Het motto van Kaváfis is lastig, maar een lezer op N1 en N2 kan het verhaal ook zonder het citaat te interpreteren lezen. |
|
Interesses |
Leerlingen hebben door de media een beeld over migratie. In dit boek wordt de weg naar het noorden afgelegd door Marokkanen, die in de illegaliteit belanden en in een isolement raken. Voor lang niet alle leerlingen een onderwerp waar ze zich eenvoudig mee identificeren. Het boek gaat over jonge mensen die een toekomst willen, dat zal leerlingen aan kunnen spreken. Verder biedt het boek spanning aan de hand van gebeurtenissen die worden afgewisseld met de gevoelens van de hoofdpersoon. |
|
Algemene kennis |
In het boek wordt de kennis van de N2-lezer uitgebreid: er wordt kennis gemaakt met een andere cultuur of hoe een andere cultuur beleefd wordt. Er wordt gesproken over de grenzen in Europa, de eigen munt (Franse francs en Nederlandse gulden), de snip en de vuurtoren als afbeelding op een bankbiljet. Niet al deze zaken zullen bij alle leerlingen bekend zijn, maar ze maken het boek niet onleesbaar. Kennis van Marokkaanse maatschappij is prettig. Reizen, migratie en illegaliteit zijn bekende begrippen. |
|
Specifieke culturele en literaire kennis |
Dit boek zal een eerste aanraking kunnen zijn met een proloog, een epiloog en een raamvertelling. Leerlingen op N1 en N2 zullen op deze structuur gewezen moeten worden. Het motto is voor de N2-lezer waarschijnlijk nog niet van waarde, maar de N3-lezer kan dit wel al interpreteren. |
Vertrouwd met literaire stijl |
Vocabulaire |
Achterin het boek staat een verklarende woordenlijst, omdat El Bezaz ook Marokkaanse woorden en uitdrukkingen gebruikt. Het gebruik van deze woorden verlevendigt de taal en het verhaal. |
|
Zinsconstructies |
Eenvoudige zinnen, veel directe rede. Dit levert geen problemen op. |
|
Stijl |
El Bezaz schrijft realistisch, alledaags taalgebruik. Ze wil graag uitleggen. Veel gebruik van dialoog. |
Vertrouwd met literaire personages |
Karakters |
De N3-lezer kan bij de karakters in dit boek een moreel vraagstuk formuleren. Hij zal kunnen anticiperen op de acties van de hoofdpersoon en het open einde kunnen waarderen. Lezers op N1 en N2 zijn hier nog niet mee bezig. Zij zullen meer lezen wat er staat en minder gefocust zijn op de ontwikkeling van de hoofdpersoon. Het is een uitdaging om deze leerlingen daar toch op te wijzen. |
|
Aantal karakters |
Er komen weinig personages voor in het boek, maar het zijn wel personages met op elkaar lijkende namen, of een persoon met drie keer een andere naam. Dat kan verwarrend zijn voor N1-lezer, die voornamelijk op de handeling gespitst is. Deze personages worden gezien door de ogen van de naïeve en soms ook wat kritischer ik. Leerlingen op N3 kunnen meer reflecteren over deze ik dan leerlingen op N2. |
|
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters |
De verhoudingen tussen Ghali en zijn Marokkaanse familie zijn niet bij iedere N1-lezer bekend. Polygamie, of trouwen met je nicht, van wie je niet eens houdt, is niet voor iedere lezer goed invoelbaar. De groepsdynamiek zoals in de proloog is wel zo zwart-wit, dat elke lezer deze tegenstelling snapt. De N2-lezer vindt de herkenbare beschrijvingen prima: de gastvrijheid zal niet bij iedereen vanzelfsprekend zijn, maar de verhouding tussen de Marokkanen onderling wordt wel begrepen. De N3-lezer is al geïnteresseerd in anderen, is benieuwd naar de verhoudingen en zal zelfs kunnen abstraheren. |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning |
De actie, of de weg naar het noorden, is voor de N2-lezer synoniem aan het boek. De handeling wordt weinig onderbroken door bespiegeling of beschrijving. Die beschrijvingen zijn voor N3 aanvullend en zeer goed bruikbaar, om het open eind en het perspectief aan te laten sluiten. |
|
Chronologie |
Voor N1 en N2 zal het kader ('raamvertelling') misschien nieuw zijn, de resterende bladzijdes van het verhaal verlopen chronologisch. Voor de N3-lezer is de raamvertelling niet bezwaarlijk. |
|
Verhaallijn(en) |
De N3-lezer kan bij de karakters in dit boek een moreel vraagstuk formuleren. Hij zal kunnen anticiperen op de acties van de hoofdpersoon en het open einde kunnen waarderen. Lezers op N1 en N2 zijn hier nog niet mee bezig. Zij zullen meer lezen wat er staat en minder gefocust zijn op de ontwikkeling van de hoofdpersoon. Het is een uitdaging om deze leerlingen daar toch op te wijzen. |
|
Perspectief |
De N1-lezer heeft niet direct in de gaten dat er sprake is van een ik-perspectief en is blij met de uitgebreide beschrijvingen. De N2-lezer zal misschien eerder kunnen anticiperen op opmerkingen over de naïviteit van de hoofdpersoon, en het gebruikte ik-perspectief. De N3-lezer vraagt zich waarschijnlijk wel af of de hoofdpersoon niet al te naïef is geschilderd. |
|
Betekenis |
De N2-lezer vindt het fijn om situaties en personages te herkennen en begrijpt dat de jonge Marokkaan geen toekomst heeft in zijn arme land. Hij doorziet het spel van Yassin en handlanger Sadi en zal de opmerkingen van Hakim 'Denk eraan, niemand is echt te vertrouwen' (blz. 101) en 'Hij mag dan een zwijn zijn, maar hij is een Marokkaan' (blz. 106) snappen. Dat migratie, illegaliteit en isolement samenhangen, is voor hem een logisch gevolg. Voor de N1-lezer zal de reis naar het noorden een avontuur zijn: een spannende reis die Ghali maakt door verschillende landen. De N3-lezer leest de reis naar het noorden van een illegale migrant die uit het arme Marokko vertrekt omdat zijn leven uitzichtloos is. In Nederland aangekomen blijkt het toekomstbeeld voor een illegaal echter even uitzichtloos. Het onderwerp roept discussie op, maar ook de manier van vertellen door El Bezaz kan prikkelend zijn. Wie vertrouw je in je familie, in je werkkring, zijn je vrienden altijd je vrienden? Deze vragen zijn voor de N2-lezer van belang, terwijl de N3-lezer zich kan afvragen wat vriendschap is, of er verschil is in vriendschappelijke relaties in verschillende groeperingen en landen. |
Relevante bronnen voor docenten |
|
doorbraak.eu | een interview met Naima el Bezaz dbnl.org | een gesprek met Naima el Bezaz |