Docenten Nederlands 15-18 | niveau 2 | Het gym
Introductie
De in 1976 in Paramaribo geboren schrijfster Karin Amatmoekrim emigreerde in 1981 naar IJmuiden, samen met haar moeder en haar broertje. Ze volgde het gymnasium en studeerde moderne letterkunde waarna zij al snel debuteerde als schrijver. De eerste vier romans die ze geschreven heeft, zijn te verdelen in twee categorieën. Haar debuutroman en haar derde boek staan ogenschijnlijk los van haar persoonlijke geschiedenis of culturele achtergrond. Ze gaan over algemene thema's als eenzaamheid, dood en identiteit. De andere twee boeken, Wanneer wij samen zijn en Het gym wortelen duidelijk wel in haar afkomst. Bij Het gym is dat misschien wel het duidelijkst. Net als de hoofdpersoon uit dit boek groeide Amatmoekrim op in een Nederlandse plaats aan de kust en volgde zij een gymnasiumopleiding. Toch gaan ook deze twee boeken van haar in diepere zin over identiteit en de rol die anderen in de vorming daarvan spelen.
Het gym was Amatmoekrims doorbraak naar een groter publiek en werd zeer positief gerecenseerd.
In 2013 verscheen De man van veel, over de Surinaamse schrijver/volksheld Anton de Kom. Een bijzondere uitgave van haar hand is Suske en Wiske en de Tollende Toverkol (2016).
Inhoud
Leeswaarschuwing: onderstaande tekst bevat details over de inhoud en/of de afloop van het verhaal.
De twaalfjarige Sandra Spalburg woont met haar moeder en halfzusje in 'De Wijk', een vervallen, armoedig deel van een stad aan de kust. Sandra is een heel intelligent meisje en zij gaat daarom als enig kind uit De Wijk naar het chique gymnasium in het rijke dorp, een paar kilometer verderop. Die school blijkt voor haar een totaal andere wereld dan de wereld die ze tot nu gekend heeft: er zitten vrijwel alleen maar witte kinderen op, die ook vrijwel allemaal uit een welgesteld gezin komen. De kinderen praten heel anders dan zij, en ook over heel andere onderwerpen. Tegelijkertijd is Sandra, als enig gekleurd kind in de klas, een bezienswaardigheid, en ze maakt dan ook snel vriendinnen. Toch blijft het voor haar moeilijk om de wereld van thuis en die van school te verenigen, helemaal als haar oude vriendinnen zich bezig gaan houden met zaken waar Sandra nog helemaal niet mee bezig is: baantjes, jongens, seks. En dan wordt ze ook nog eens verliefd op een jongen uit haar klas: de vriendelijke kakker Dirk-Jan. Sandra probeert de wereld van thuis en die van school van elkaar gecheiden te houden, maar dat is moeilijk omdat bijvoorbeeld haar vriendinnen op school regelmatig vragen of ze eens langs mogen komen. Als ze op school voortdurend uitgedaagd wordt door de provocerende Bart Willink (die haar aanvalt op haar milieu en etnische afkomst), krijgt ze het echt moeilijk. Na enige tips van een nogal rauwe vriendin uit De Wijk neemt ze wraak op Bart door hem tijdens de les hard in het kruis te trappen. Tot haar verbazing krijgt zij geen straf, maar wordt Bart tot het eind van het schooljaar geschorst. Met haar verliefdheid weet ze intussen niet goed raad en als Dirk-Jan aan het eind van het schooljaar aanbiedt om haar naar huis te brengen, wordt ze plotseling kwaad op hem en scheldt ze hem uit. Ter afsluiting van het schooljaar gaat ze voor het eerst naar een hockeyfeest waar ze uiteindelijk voor het eerst zoent met een jongen die ze helemaal niet kent, en die verlekkerd naar haar borsten staart. Glimlachend fietst ze weg.
Moeilijkheid
Het gym is op zichzelf een voor alle niveaus eenvoudig te lezen boek. Taalgebruik en structuur zijn helder en zullen weinig vragen oproepen. De moeilijkheid voor N1-lezers is vooral de omvang van de roman, gecombineerd met een gebrek aan echte spanning en snelle actie. Ook de leeftijd (twaalf jaar) van de hoofdfiguur kan een struikelblok voor deze lezers zijn. Tegelijkertijd biedt het boek genoeg uitdaging voor dit niveau, zeker voor lezers met interesse in de onderwerpen die in de roman aan bod komen. Het kan N1-lezers op een andere manier doen nadenken over zaken als vriendschap en hun ook een succeservaring geven doordat ze vrij gemakkelijk door een roman van redelijke omvang zijn gegaan. Voor N2-lezers heeft de roman nauwelijks struikelblokken, of het moet het tekort aan actie zijn. Uitdaging voor deze leerling is het nadenken over discriminatie en opgroeien. Voor N3-lezers is deze roman zo eenvoudig te lezen dat een ander soort mogelijk struikelblok ontstaat: deze lezers zouden Het gym als te kinderachtig kunnen ervaren. Als ze daar doorheen lezen, kunnen zij wel bevrediging vinden in het nadenken over identiteit en het duiden van de maatschappijkritiek. Het gym is dus vooral interessant op het niveau van de betekenistoekenning en is didactisch aantrekkelijk omdat het voor alle niveaus echt eenvoudig te lezen is.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | Voor een N1-leerling is dit een behoorlijk dik boek; het heldere en nauwelijks vragen oproepende begin compenseert dat wel enigszins. |
Interesses | Lezers die graag lezen over het schoolse leven komen aan hun trekken. Ook lezers die geïnteresseerd zijn in verhalen over opgroeien, discriminatie en klassenverschillen worden op hun wenken bediend. | |
Algemene kennis | De wereld die beschreven wordt, zal herkenbaar zijn voor de meeste lezers en is anders zo duidelijk beschreven en uitgelegd dat lezers van alle niveaus het verhaal zonder meer zullen kunnen volgen. | |
Specifieke literaire of culturele kennis | Er is geen specifieke literaire kennis nodig om het verhaal te kunnen volgen. Hooguit is het zo dat veel lezers van N1 tot en met 3 sommige grapjes zullen missen, omdat ze nog geen brede kennis hebben van verhalen zoals Faust. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Het woordgebruik van Amatmoekrim zal geen enkele lezer voor problemen stellen. |
Zinsconstructies | De zinnen zijn nergens erg lang of ingewikkeld. | |
Stijl | Amatmoekrim wisselt beschrijvingen, gedachten en dialogen soepel af. Deze stijl zal geen leerling problemen opleveren. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | Alleen Sandra is een uitgewerkt karakter met ogenschijnlijke tegenstrijdigheden. De bijfiguren zijn alle types. Voor N1-leerlingen en N2-leerlingen helpt dit om gemakkelijk door het boek te komen, maar het biedt hun ook een uitdaging - in hoeverre zijn de beschreven personages realistisch? Voor N3 biedt het boek hier ook een uitdaging, doordat het uitnodigt om een relatie te leggen tussen de uitwerking van de karakters en het gekozen perspectief. |
Aantal karakters | Het boek kent een hoofdpersonage en zo'n negen belangrijke bijfiguren. Dat aantal is op zich aan de hoge kant voor een N1-leerling, maar elk personage heeft dermate onderscheidende kenmerken en karaktertrekken en wordt bovendien in het verhaal telkens met zijn naam geïntroduceerd, dat ook N1-lezers de draad niet kwijt zullen raken. | |
Ontwikkeling van de karakters | Alleen Sandra ontwikkelt zich. Voor de lezers van de relevante niveaus zal het moeilijk zijn die ontwikkeling te zien en te duiden, omdat het verhaal eindigt met een open einde, zodat de precieze richting waarin Sandra zich beweegt niet expliciet gemaakt wordt. Een uitdaging voor deze lezers om daarover na te denken. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | Er gebeurt best veel in het boek, maar de actie is nergens heel erg spannend. Dit kan voor een ongemotiveerde N1-lezer een struikelblok vormen. N2- en N3-lezers zullen wellicht iets meer spanning ervaren, omdat zij Sandra's mogelijke problemen eerder aan zien komen dan de hoofdpersoon zelf. |
Chronologie | Het verhaal wordt chronologisch verteld. Grote tijdsprongen en flashbacks zijn er niet. Voor N1- en N2-lezers is dat erg prettig. Een N3-lezer zou het verhaal hierom wel eens als te eenvoudig/kinderlijk kunnen ervaren. | |
Verhaallijn(en) | De goed te volgen rode draad wordt gevormd door Sandra's ervaringen in de brugklas. Vertakkingen van het hoofdverhaal zijn het verhaal rond Sandra's vader en moeder en de ontwikkeling van de vriendinnen, met name Chantal. Voor een N1-leerling zal het wellicht moeilijk zijn om de zijverhalen te duiden, maar de structuur waarin ze worden aangeboden is zo eenvoudig, dat ze er niet verward door zullen raken. Voor N2-lezers is het een echte uitdaging om de relatie tussen het hoofdverhaal en de zijverhalen te duiden. Voor N3-lezers zal de 'puzzel' eenvoudig bevredigend op te lossen zijn. | |
Perspectief | De vertelsituatie is personaal, met een zij-perspectief. Dit geeft net iets meer afstand tussen de lezer en het personage/het verhaal, ook al omdat Sandra niet een zeer uitgesproken personage is. Voor een N1-lezer kan dit de identificatie enigszins frustreren, zeker in combinatie met de leeftijd van de hoofdpersoon. Voor N2-lezers is het een fikse uitdaging na te denken over de keuze van het perspectief. | |
Betekenis | Een leerling die geïnteresseerd is in de onderwerpen waar dit boek over gaat, zal nauwelijks moeite hebben om betekenis te vinden in dit boek. Tegelijkertijd biedt het boek juist op dit vlak uitdaging voor alle drie de relevante niveaus. N1-lezers zullen het boek gemakkelijk kunnen lezen als een verhaal over vriendschap en uitdaging vinden in de vragen of zij zelf ook op die manier vrienden zouden (kunnen) maken en wat een echte vriend(in) nu is. N2-leerlingen zullen het boek kunnen lezen als een verhaal over discriminatie en klassenverschillen, waarbij het voor hen een flinke uitdaging is om die onderwerpen in verband te brengen met de personages. Voor N3-lezers is het boek waarschijnlijk een coming of age-roman, een verhaal over de ontwikkeling van identiteit. |