Docenten Nederlands 15-18 | niveau 2 | 't Hooge Nest
Introductie
Roxane van Iperen (1976) werkte na haar studie rechten in Amsterdam van 2001 tot 2011 als jurist en adviseur voor verschillende advocatenkantoren en bedrijven. In 2016 verbleef ze voor het online journalistieke platform De correspondent een tijd in Brazilië. In die periode schreef ze haar eerste boek: Schuim der aarde, ‘een aangrijpende roman over het leven op een zandvlakte en in een drukke stad in Brazilië, een wereld waarin moraliteit een hol begrip is en maar één ding telt: overleven.’ (website van de schrijfster) Haar doorbraak bij het grote publiek kwam met het non-fictieboek ‘t Hooge Nest, waarvoor ze veel onderzoek deed en waaraan ze zes jaar werkte. Naar aanleiding van deze geschiedenis van twee Joodse zussen die in de bossen bij Naarden aanvankelijk onopgemerkt onderduikers konden huisvesten, kreeg zij vele reacties. Die werden gebundeld in Brieven aan ’t Hooge Nest (2021), ‘ontroerende brieven met ontboezemingen over de oorlog, over onbesproken leed en over opgroeien in een door trauma's getekend gezin.’ Van Iperen maakte in 2021 indruk met haar 4 meilezing. In datzelfde jaar schreef ze het boekenweekessay De genocidefax. Daarin staat de vraag centraal ‘of en hoe een individu zijn eigen morele kompas durft te volgen wanneer dit tegen de groep ingaat.’
Inhoud
De schrijfster Roxane van Iperen gaat met haar gezin in een oude villa wonen in de Gooise bossen: ‘t Hooge Nest. Ze ontdekt dat het huis in de oorlog bewoond werd door de Joodse zussen Lien en Janny Brilleslijper en hun familie. Van Iperen reconstrueert hun levens.
De zussen zijn tijdens de oorlog actief in het verzet en bieden onderdak aan tientallen Joodse onderduikers. Het lijkt alsof zij in ‘t Hooge Nest betrekkelijk ongestoord kunnen leven; ze worden in ieder geval met rust gelaten. In de omliggende dorpen, waar veel mensen NSB-sympathieën hebben, vermoeden winkeliers misschien dat er in het huis onderduikers zitten, maar iedereen zwijgt daarover. Soms bieden ze zelfs de helpende hand, bijvoorbeeld wanneer het lijk van een doodgeschoten NSB-agent moet worden weggemoffeld. Maar op een dag worden de mensen in ’t Hooge Nest toch verraden.
Geholpen door Nederlandse politiemensen voeren de nazi’s de familie en de onderduikers af naar Westerbork. Vandaar gaan zij na enige tijd ‘op transport’ naar verschillende concentratiekampen. Vrijwel niemand overleeft de kampen. Op basis van veel documenten en vraaggesprekken geeft Van Iperen een zeer indringend beeld van het leven van de zussen, hun familie en de verzetsvrienden vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. De huiveringwekkende ontberingen en de gruwelijke dood van talloze geïnterneerden in de kampen worden in het derde deel van het boek onomwonden weergegeven. Als door een wonder overleven de zussen, die er bij de bevrijding door de Russen zeer slecht aan toe zijn. Het boek eindigt met hun moeizame terugkeer en de kille ontvangst in het naoorlogse Nederland.
Moeilijkheid
Het boek is niet moeilijk te lezen. Het lijkt voor de N1-lezer een dikke pil, maar door de vlotte stijl én de spanning, zeker in deel 2 en 3, zal ook de minder geoefende lezer vrij snel door het boek gaan. Van Iperen heeft als vertelstrategie bewust voor de tegenwoordige tijd gekozen. Daardoor krijgt het verhaal veel vaart en leest het vlot weg. De schrijfster vertelt talloze feitelijkheden als het gaat om het leven van de zusters Brilleslijper en hun vrienden en familie, maar een droge opsomming wordt dat niet. Bovendien geeft de auteur regelmatig vrij lange gesprekken weer. Die passages vergemakkelijken het lezen. N3-lezers zullen zich afvragen hoe waarheidsgetrouw zulke conversaties en de beschrijvingen van gedachten en gevoelens zijn. Het derde deel van het boek, dat voor een groot deel in concentratiekampen speelt, bevat beschrijvingen van het leven in zo’n kamp aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. De angst, de gruwelen én de wil om te overleven, zeker als men vermoedt dat de Russen naderen, worden direct en intens weergegeven.
Didactische en letterkundige analyse
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid |
De lezer moet bereid zijn een vrij dik non-fictieboek over de Tweede Wereldoorlog te lezen. Een ander vereiste: zich willen verdiepen in de levens van mensen uit de Joodse gemeenschap in Nederland voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, dus ook in onderduiksituaties. |
|
Interesses |
Voor N1-lezers zal het boek vooral een verslag zijn van de gebeurtenissen in villa ‘t Hooge Nest, het verraad, de deportatie en het daaropvolgende leven in de vernietigingskampen. De N1-lezer die in die dingen geïnteresseerd is, heeft een geschikt boek in handen. Vragen die lezers van een wat hoger niveau zouden moeten bezighouden, zijn vooral moreel: Hoe komen mensen tot ‘slechte daden’? Waarom verraadt de een de ander? Wat doen deportatie, internering, uithongering en massale moord met mensen die hiervan getuige zijn en/of zelf slachtoffer dreigen te worden? Hoe zijn mensen in staat onder de meest erbarmelijke omstandigheden toch hoop te houden? |
|
Algemene kennis |
Geen bijzondere voorkennis vereist, maar het helpt als je iets van de bezetting door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog weet en van de rol van NSB in die jaren. |
|
Specifieke literaire en culturele kennis |
Voor een non-fictieboek kiest Van Iperen soms een behoorlijk literaire stijl in bepaalde beschrijvingen. Voor de N1-lezer kan dat een goede kennismaking zijn met literatuur, maar misschien ook een barrière. De meeste lezers zal de naam Dirk Witte (schrijver van o.a. het lied ‘Mensch, durf te leven’) niets zeggen, maar zijn rol in de aanloop naar het verhaal wordt goed uitgelegd. |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire |
Het woordgebruik is niet moeilijk. Dat neemt niet weg dat de N1-lezer en misschien ook de N2-lezer wel woorden tegenkomt die lezers van die niveaus waarschijnlijk niet kennen, zoals ‘collaborateur’. Uit het zinsverband kan de betekenis van een moeilijk woord vaak wel opgemaakt worden. |
|
Zinsconstructies |
Geen obstakel. De vele gesprekken zijn weergegeven in alledaagse taal, zonder ingewikkelde zinsbouw. Ook beschrijvingen van gebeurtenissen, zoals een inval in ‘t Hooge Nest die goed afloopt, hebben door de korte zinnen veel vaart en zijn goed te volgen. |
|
Stijl |
Opvallend is dat de zinnen in de tegenwoordige tijd staan. Bovendien bevat de roman veel dialogen. Deze kenmerken van het boek geven het verhaal directheid en vaart, wat voor N1-lezers prettig is. Van Iperen schuwt de beeldspraak niet, maar dat hindert vrijwel nergens de begrijpelijkheid van wat er verteld wordt. |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters |
De zusters Brilleslijper en hun partners staan centraal. Om hen heen zijn er veel vrienden, familie, kinderen. Geen van allen zijn ‘karakters’ als literaire, door een schrijver geboetseerde personages. Het zijn levende figuren, mensen van vlees en bloed. De schrijfster zelf treedt niet in het boek op, met uitzondering van het Woord vooraf waarin zij vertelt over de aankoop van ’t Hooge Nest. |
|
Aantal karakters |
Zie boven. |
|
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters |
Niet van toepassing, omdat het om non-fictie gaat. Er zijn zeker ontwikkelingen en verhoudingen tussen de personen, maar niet in literaire, geconstrueerde zin. |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning |
Het verhaal van Lien en Janny Brilleslijper kent veel levensechte spanning. Die wordt vooral veroorzaakt door de situatie in ‘t Hooge Nest waar de zussen steeds veel onderduikers huisvesten. Eenzelfde soort spanning is er in het derde deel waarin het voortdurend de vraag is wie zullen overleven en voor wie de bevrijding te laat komt. |
|
Chronologie |
Het boek is voornamelijk chronologisch opgezet. |
|
Verhaallijn(en) |
De belangrijkste verhaallijn is het leven van de zussen Brilleslijper met hun partners en kinderen. Er is geen sprake van andere verhaallijnen die voor spiegeling of verwarring zorgen. |
|
Perspectief |
De schrijfster vertelt een historisch verhaal en dat doet ze op basis van zeer veel documentatie. Daarbij zit ze dicht op de huid van de personen in het boek, van wie ze niet zelden ook de gedachten verwoordt. Dat is zeker het geval bij Janny. Zodoende heb je als lezer regelmatig het gevoel dat het perspectief bij Janny ligt. |
|
Betekenis |
Het boek legt de aanloop naar de Holocaust vast en de uitvoering daarvan. Het geeft een helder beeld van de manier waarop de bedreigde Joodse gemeenschap steeds meer vrijheden ontnomen wordt en in het nauw komt. Dat gebeurt in de vorm van de geschiedenis van de familie Brilleslijper en de erbarmelijke omstandigheden waaronder de meesten aan hun eind komen. Door de directe beschrijvingen wordt de lezer keihard geconfronteerd met de gevolgen van een onvrij leven en de voortdurende angst om ‘gepakt’ te worden. N2- maar zeker N3-lezers zullen achter het verhaal de morele vragen die het boek oproept, herkennen en daarover gaan nadenken. |
Relevante bronnen voor docenten |
|
|
Externe leestips |
|
|
Auteur docentinfo |
|
Jan Erik Grezel |