Docenten Nederlands 15-18 | niveau 3 | De geschiedenis van mijn seksualiteit
Introductie
Tobi Lakmaker (1994) nam in 2017 als jong schrijftalent deel aan het Zomerkamp van uitgeverij Das Mag. Dat leidde tot het verhaal ‘De geschiedenis van mijn seksualiteit’, dat de uitgever opnam in de bundel Sampler 2018. Op aandringen van Das Mag werkte Lakmaker zijn autobiografische verhaal verder uit tot de debuutroman De geschiedenis van mijn seksualiteit (2021). Op het moment van verschijnen ging Tobi nog door het leven als Sofie, net als zijn hoofdpersonage. Het boek werd lovend ontvangen door critici en collega-auteurs en is in meerdere talen vertaald. De verfilmingsrechten zijn verkocht aan Manup, het productiehuis van Halina Reijn en Carice van Houten.
De geschiedenis van mijn seksualiteit werd genomineerd voor onder andere de Boekenbon Literatuurprijs, de Anton Wachterprijs, De Boon en de Bronzen Uil. Lakmaker was ook de eerste winnaar van de Hans Vervoort-prijs, voor proza van 'neerslachtige en toch opbeurende aard'. (In een column in Volkskrant Magazine liet Lakmaker zich later kritisch uit over de hele gang van zaken rondom deze prijs, “maar ik zit nog niet in het stadium van mijn carrière waarin ik prijzen weiger.” De Stichting Hans Vervoort-prijs was not amused.)
Lakmaker groeide op in Amsterdam, waar hij korte tijd Russische taal en cultuur en literatuurwetenschap studeerde. Net als zijn personage Sofie rondde hij er vervolgens een studie filosofie af. Lakmaker werkte als columnist voor De Groene Amsterdammer, LINDA.meiden en sinds 2023 voor de Volkskrant.
Inhoud
[Wat hier volgt is een min of meer chronologische reconstructie van een verhaallijn met gegevens die in werkelijkheid losjes over de hele roman gedistribueerd zijn.]
Sofie Lakmaker zit op het gymnasium in een rijk, wit deel van Amsterdam. Ze heeft zowel jongens- als meisjesvrienden, maar hoort voor haar gevoel nergens helemaal bij. Ze is voortdurend onzeker, probeert erachter te komen wie ze is en wanneer het eindelijk goed is.
Na haar eindexamen wil ze een fietstocht naar Frankrijk ondernemen, om er te gaan dichten. Dit plan loopt op een mislukking uit; Sofie reist met de trein door een aantal landen tot haar geld op is. Terug in Amsterdam ligt ze te huilen op een bankje, waar een buurtwacht haar wegjaagt. Mensen uit haar vertrouwde omgeving, zoals de vader van een jeugdvriendin en haar eigen ouders, vangen haar op. Sofie heeft kortstondig allerlei baantjes in de horeca, maar dan groeit bij haar de wens om een groot dichter te worden. Ze belandt via haar halfbroer en een bevriende schrijver in de literaire wereld. Na een succesvolle start dringt de uitgever aan op meer: steeds weer hoort ze dat er in die reis van haar 'een roman zit'.
Dan gaat ze studeren. Eerst Russisch, daarna literatuurwetenschap en uiteindelijk filosofie (de enige studie die ze afmaakt). Ze leert allerlei mensen kennen en heeft relaties met zowel jongens/mannen als meisjes; bijna al die relaties zijn uit balans. Sofie noemt zichzelf geen transgender, maar zit toch in een praatgroep voor transgenders bij de VU om dit deel van zichzelf uit te zoeken.
Al die tijd is Sofies moeder ziek; in het laatste deel van de roman overlijdt zij aan kanker.
Moeilijkheid
Het boek leest heel vlot, maar door de opzet is het lastig een lijn te ontwaren. De roman presenteert zich als een reeks anekdotische alinea’s, die losjes en associatief met elkaar verbonden zijn. In plaats van een traditionele ontwikkeling van het personage biedt de roman losse scènes met een overkoepelende thematiek. De verteller levert veel (ironisch) commentaar, ook op het eigen schrijfwerk. Mede daardoor is het voor de lezer niet eenvoudig om te bepalen hoe serieus hij alles moet nemen, of om conclusies te trekken over waar het heen gaat en waartoe het geleid heeft. Het slotdeel over de dood van Sofies moeder is zwaarder dan alle andere behandelde thematiek, die vaak hilarisch wordt gebracht.
Didactische en letterkundige analyse
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid
|
De lezer moet bereid zijn een boek te lezen dat niet zozeer om een plot draait, maar vooral om de zoektocht van een jong en getalenteerd, maar ook getroebleerd iemand naar zichzelf. In plaats van een heldere verhaallijn krijgt de lezer losjes aaneengeregen alinea’s vol invallen, associaties, commentaar, terzijdes, preciseringen en zelfcorrecties. Het wordt allemaal vlot verteld, waarbij de gids die de lezer door het verhaal loodst, jong is en moderne, vaak eigenzinnige opvattingen heeft, maar zelf ook tamelijk onzeker is over welke kant het op moet. Deze verteltrant, de humor en de vrije opvattingen van de verteller (bijv. over seksualiteit) zullen niet iedereen kunnen bekoren. |
|
Interesses |
Interessant voor wie weleens wil rondkijken in het hoofd van een jonge Amsterdamse vrouw, die zich in allerlei kringen beweegt en vol vragen zit over het leven, over relaties en gender; die smakelijk kan reflecteren op haar ervaringen in de academische wereld (verschillende studies binnen de geesteswetenschappen) en het literaire bedrijf. |
|
Algemene kennis |
Geen bijzondere kennis nodig. |
|
Specifieke literaire en culturele kennis |
Geen bijzondere kennis nodig, hoewel hoofdpersonage Sofie veel aan namedropping doet. Het is leuk – maar niet noodzakelijk – als de lezer die namen kan plaatsen (Adorno, Freud, Wittgenstein, maar ook schrijvers als Salinger en eigentijdse Nederlandse auteurs, en iemand als actrice Georgina Verbaan). Als de leerling veel schrijvers kent kan hij/zij ook de namen van mensen die niet bij naam genoemd worden, proberen in te vullen – het boek heeft wel iets van een sleutelroman. |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire |
Helder en begrijpelijk, geen moeilijke, ouderwetse of formele woorden. Voor sommige lezers misschien soms ook wel schokkend direct (‘platvloers’). |
|
Zinsconstructies |
Begrijpelijke, vrij korte zinnen. |
|
Stijl |
De verteller spreekt de lezers rechtstreeks aan (‘jullie’), alsof ze aan het kletsen is met vrienden en vriendinnen. Dit ‘hardop denken’, het spitsvondige associëren en het effectbejag (soms choqueren, dan weer zelfcorrectie) zorgen ervoor dat de lezer makkelijk betrokken raakt. Maar deze verteltrant kan ook, door de nadrukkelijke would-be geestigheid, een bepaalde vermoeidheid bij de lezer veroorzaken. |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters |
Het hele boek draait om hoofdpersonage Sofie Lakmaker, dat grotendeels lijkt samen te vallen met de schrijver (die op het moment van schrijven nog die naam droeg). Veel vrienden, studiegenoten en docenten spelen een kleine rol, net als mannen en vrouwen met wie Sofie een - meestal korte - relatie heeft. Er worden meerdere echt bestaande personen opgevoerd, soms met naam en toenaam (Georgina Verbaan, Jasper Krabbé, Matthijs van Nieuwkerk), soms meer verhuld (de schrijvers 'sufferd D.' en ‘Een Vreselijk Beroemd Auteur’ alias ‘de Griezel’). Sofies halfbroer Daniël blijft in het verhaal wat op de achtergrond; in werkelijkheid gaat het hier om Daniël van der Meer, mede-oprichter van uitgeverij Das Mag, en ook in die rol waarschijnlijk een belangrijk baken voor Sofie. De ongeneeslijk zieke moeder van Sofie krijgt vooral in het laatste hoofdstuk aandacht. |
|
Aantal karakters |
Sofie Lakmaker en een grote hoeveelheid bijfiguren die vaak alleen maar voorbijganger zijn. Aangezien het verhaal grotendeels is opgebouwd uit een reeks losse anekdotes, is de rol van de meeste bijfiguren snel uitgespeeld; de lezer hoeft ze dus ook niet te leren kennen of uit elkaar te houden. |
|
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters |
Sofie Lakmaker beschrijft haar leven van haar zeventiende tot haar vijfentwintigste. In die tijd is ze op zoek naar zichzelf. Ze experimenteert op seksueel gebied en probeert verschillende studies uit. Ondertussen maakt ze mentaal duistere periodes vol angsten door. Sofie reflecteert gaandeweg op hoe ze dingen eerder zag of verwoordde: ze is door alle gesprekken en ervaringen duidelijk volwassener geworden. Aan het eind zit Sofie in een praatgroep voor transgenders en worstelt ze met het verdriet om haar moeder, die inmiddels overleden is. |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning |
Sofie is een ‘springerig en intens’ persoon, bezig met een wezenlijke zoektocht – wie ze op seksueel gebied is en welke studie bij haar past. Zeker voor jonge lezers kan het spannend zijn om zich te laten meenemen in de wildernis van dit jonge gevoel. Ook de directheid én de humor in de presentatie kunnen lezers raken, evenals de passages over angst, eenzaamheid en ziekte en dood. |
|
Chronologie |
Het verhaal heeft een proloog (die in het 'nu' speelt) en drie delen. Deel een en twee bestaan beide uit vijf hoofdstukken, deel drie uit één. De gebeurtenissen worden grotendeels niet-chronologisch verteld en zijn associatief geordend. Voor lezers die houvast zoeken in een helder gepresenteerde verhaallijn is dit best lastig, maar wie meegaat met ‘de flow’ komt er wel uit. |
|
Verhaallijn(en)
|
De roman heeft geen echte verhaallijn: door de associatieve, anekdotische, column-achtige opzet is er nauwelijks sprake van een lijn. Toch kan een actieve lezer door de herhalingen en overeenkomsten in de losse schetsjes uiteindelijk wel een soort verhaal ontdekken. |
|
Perspectief |
De ik-verteller lijkt grotendeels samen te vallen met de schrijver. In allerlei fragmenten en anekdotes vertelt Sofie over haar leven, waarbij ze de lezers geregeld direct aanspreekt; in de vele becommentariërende en ironische terzijdes wordt de verhaalwerkelijkheid doorbroken. |
|
Betekenis |
Voor N2-lezers zal het in dit boek vooral draaien om herkenning; denk aan het zoeken van de eigen identiteit, het aangaan van relaties, je binden en je losmaken, experimenteren met seks, en dat alles met de angst en de onzekerheden die bij de adolescentie horen. Lezers op N3 en N4 zullen de filosofische vragen die hieraan gekoppeld zijn, beter kunnen plaatsen. De N4-lezer kan Sofies zoektocht in het schrijverschap en het literaire bedrijf meemaken, en zich bezinnen op ideeën als ‘de Auteur is dood’, zoals Sofie leert bij literatuurwetenschap (p. 138). |
Relevante bronnen voor docenten |
|
Recensie op neerlandistiek.nl |
Externe leestips |
|
|
Auteur docentinfo |
|
Merel Heuberger & Pieter Waalewijn |