Introductie

Esther Gerritsen is in 1972 in Nijmegen geboren. Ze studeerde Dramaschrijven en Literaire vorming aan de Hogeschool voor de kunsten Utrecht. Ze debuteerde in 2000 met de verhalenbundel Bevoorrecht bewustzijn. In 2008 verscheen haar veelgeprezen roman De kleine miezerige god. Twee jaar later kreeg de roman Superduif een nominatie voor de Libris Literatuur Prijs. In 2012 verraste ze met de roman Dorst. Hiermee werd ze genomineerd voor verschillende literaire prijzen. In 2014 verscheen de roman Roxy, een road novel over vier vrouwen in verschillende leeftijden. Deze roman kreeg onmiddellijk veel lovende recensies. In 2014 won Gerritsen de Frans Kellendonk-prijs die driejaarlijks wordt toegekend aan een Nederlandstalige auteur met een literair oeuvre dat getuigt van een onafhankelijke en originele kijk op maatschappelijke of existentiële problematiek.
Esther Gerritsen schrijft ook scenario's. Daarnaast heeft ze een wekelijkse, zeer populaire column in de VPRO-gids. Haar gezicht staat sinds 2014 op de nieuwe boekenbon.

Inhoud

Leeswaarschuwing: onderstaande tekst bevat details over de inhoud en/of afloop van het verhaal.
Dorst gaat over de relatie tussen Coco en haar moeder Elisabeth. Het verhaal wordt verteld in korte hoofdstukken, afwisselend vanuit moeder en dochter. Elisabeth en Coco zien elkaar bijna nooit en komen elkaar op een dag bij toeval tegen. Elisabeth vertelt haar dochter dan dat ze niet lang meer te leven heeft. Coco vindt dat ze haar moeder moet helpen en trekt bij haar in hoewel haar moeder daar juist niets van moet hebben. Elisabeth heeft haar werk in een lijstenmakerij altijd heel goed gedaan, maar is als moeder tekortgeschoten. Coco is gestrand in haar studie Russisch. Hans, haar vriend van middelbare leeftijd die ze bij toeval heeft ontmoet in een wasserette, staat op het punt om haar te verlaten.
Toen Coco klein was, zijn er vreemde dingen gebeurd. Zo sloot Elisabeth haar dochter op toen ze nog geen twee jaar was, volgens vader Wilbert. En wat is er precies gebeurd toen Coco met haar fietsje door de serreruit reed? Coco wil dat van haar moeder weten. Elisabeth geeft haar sociaal wenselijke antwoorden. Coco verliest zich in grensoverschrijdend gedrag. Ze drinkt veel te veel en heeft seks met wildvreemde mannen. Wanneer Elisabeth haar einde voelt naderen, gebruikt ze haar laatste krachten om Coco op te sluiten op haar kamer. Pas dan kan ze sterven. Haar 'hemel' vult zich met haar dierbare spullen, die wonderlijk genoeg weer helemaal gaaf zijn. Coco besluit in het huis van haar moeder te blijven wonen. Maar eerst zal ze nog een keer, geheel vrijwillig, door het serreraam gaan.
Bron: flaptekst Dorst en librisliteratuurprijs.nl/2013/gerritsen

Moeilijkheid

Dorst is geen makkelijk boek voor N3-lezers. De personages in Dorst, met name de moeder en de dochter, zijn niet 'gewoon'. Ook de verhouding moeder-dochter is niet standaard. Dat kan voor leerlingen lastig zijn. Daardoor zijn de dialogen, en dan vooral die tussen Coco en Elisabeth, zeker voor leerlingen op N2 vreemd. De taal is niet moeilijk, maar het is niet makkelijk om echt te begrijpen waar het om gaat en betekenis te geven aan het verhaal. De perspectiefwisseling wordt duidelijk aangegeven en de hoofdstukken zijn kort. Dat maakt Dorst toegankelijk voor N2- en beginnende N3-lezers. Door middel van het perspectief speelt de auteur met de kennis die de lezer en de personages van de gebeurtenissen hebben. Dat is interessant voor de lezer op N4.

Dimensies

Indicatoren 

Toelichting | complicerende factoren 

Algemene vereisten 

Bereidheid  De omvang van de roman (216 p.) is alleszins te overzien. De hoofdstukken zijn kort. De leerling moet bereid zijn zich te verplaatsen in de (niet 'gewone') gedachten en leefwereld van een moeder en haar dochter. Dat is lastig voor N2-lezers en beginnende N3-lezers. De expliciete seksscènes kunnen sommige leerlingen afschrikken.
  Interesses  Dorst is vooral interessant voor leerlingen die ervan houden om zich te verdiepen in relaties en de psychologie van personages. Waarschijnlijk is het boek interessanter voor meisjes dan voor jongens vanwege het onderwerp relatie moeder-dochter. Voor leerlingen die houden van toneel, is Dorst een aanrader.
  Algemene kennis Er is geen specifieke kennis nodig om het boek te begrijpen. Enige kennis van autisme is wel een pre.
  Specifieke literaire en culturele kennis Niet nodig.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire Over het algemeen niet moeilijk hedendaags taalgebruik. 
  Zinsconstructies De zinnen zijn over het algemeen kort en helder. Het verhaal wordt grotendeels in dialogen verteld. Deze dialogen zijn voor N2-lezers vaak lastig omdat de personages ongewone gedachten, gevoelens en ideeën uitwisselen en de personages soms niet zeggen wat ze echt bedoelen/vinden.
  Stijl Esther Gerritsen gebruikt geen woord te veel. In korte scènes schetst ze het drama. Ze gebruikt hiervoor de tegenwoordige tijd. Belangrijk stijlkenmerk is de dialoog. De taal van de moeder is anders dan die van de dochter. Er zijn niet zoveel beschrijvingen maar de beschrijvingen die er zijn (bijvoorbeeld van de seksscènes), zijn zeer indringend.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters De lezer krijgt een duidelijk en gedetailleerd beeld van de moeder, Elisabeth, en de dochter, Coco. Ze zijn round characters. Ook hun complexe relatie krijgt duidelijk vorm. Van de overige personages (de belangrijkste zijn Hans, Wilbert, Miriam, Martin en de kapper) krijgt de lezer geen volledig beeld, omdat ze door de ogen van Elisabeth en Coco gezien worden.
  Aantal karakters Geen probleem.
  Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters De relatie tussen Elisabeth en Coco wordt op de spits gedreven doordat Coco tegen de zin van Elisabeth bij haar moeder intrekt. Coco wil voor Elisabeth zorgen omdat zij terminaal ziek is. Het zorgen voor haar moeder leidt Coco ook af van haar aflopende relatie met Hans.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning De spanning zit in de onderlinge relaties van de personages en dan vooral in de relatie moeder en dochter, maar ook in die van Coco en haar veel oudere vriend Hans. De naderende dood van Elisabeth en het verleden waarover Coco vragen heeft, bepalen de spanning. Ook de passages waarin Coco op mannenjacht gaat, zijn spannend. Leerlingen die het zelfdestructieve gedrag van Coco niet kunnen plaatsen, zullen hier vervreemding ervaren. Voor N2-lezers bevat het verhaal waarschijnlijk te weinig actie.
  Chronologie Er verstrijkt niet veel tijd, misschien minder dan een maand. Tijdsaanduidingen zijn spaarzaam. Het verleden, toen Coco klein was en haar ouders gingen scheiden, komt in herinneringen en dialogen/gesprekken aan de orde. Het verhaal wordt chronologisch verteld.
  Verhaallijn(en) Er is één verhaallijn, in het heden. In de dialogen en gesprekken komt het verleden aan de orde, net zoals in de gedachten van Coco en Elisabeth. 
  Perspectief Dorst is geschreven in wisselend personaal perspectief vanuit de moeder en de dochter. Dat is duidelijk gemarkeerd en daardoor ook voor N2-lezers niet moeilijk: per hoofdstuk wisselen moeder en dochter elkaar af. De verteller neemt afstand tot het personage. Er is geen commentaar van de verteller maar de verteller neigt eerder naar het auctoriale dan het ik-perspectief. Voorbeeld: het laatste hoofdstuk vanuit Elisabeth bestaat uit één zin: 'Elisabeth is dood' (p. 213). Voor een N2-lezer is dit moeilijk, voor N4 uitdagend.
  Betekenis De betekenis van Dorst is vooral van psychologische aard. Aan de hand van een ongebruikelijke relatie tussen moeder en dochter gaat de leerling bijvoorbeeld nadenken over moederschap in het algemeen en over de conventionele opvattingen daarover in het bijzonder. Daar heeft de N2-leerling zeker hulp bij nodig. Het taalgebruik is niet moeilijk maar betekenis geven aan wat er gezegd wordt, is voor de N2-/beginnende N3-lezer lastig. Nog moeilijker is het onderkennen van de subtiele humor. De vragen die Esther Gerritsen oproept over relaties zijn boeiend voor de N3-leerling en uitdagend vanwege de absurde wendingen. Interessant voor N4 is het perspectief. Gerritsen speelt met informatie die de lezer krijgt en moeder of dochter niet. Ook is het interessant voor N3/N4 om de symbolen en motieven, zoals vallen, opsluiten, alcohol, eten, vis/viswijf, water, vocht, dorst, 'spullen' te duiden.

Relevante bronnen voor docenten

  librisliteratuurprijs.nl | juryrapport nominaties Libris Literatuur Prijs 2013
youtube.com | Korte introductie van Dorst naar aanleiding van de nominatie voor de Libris Literatuur Prijs 2013
nrc.nl | interview met Esther Gerritsen (deze tekst is hier ook te vinden als download)
nrc.nl | recensie van Arjen Fortuin (deze tekst is hier ook te vinden als download)