Docenten Nederlands 15-18 | niveau 3 | Het is de liefde die we niet begrijpen

Introductie

Bart Moeyaert is een Vlaamse schrijver die erg productief is. Zijn eerste boek verscheen toen hij achttien jaar oud was. Dat boek, Duet met valse noten, is een jeugdboek dat gebaseerd is op het dagboek dat hij bijhield als jongen. Inmiddels heeft Moeyaert meer dan dertig titels op zijn naam staan: proza en poëzie.
Moeyaerts boeken zijn voor jongeren en jongvolwassenen. Ook schrijft hij kinderboeken, romans en dichtbundels voor volwassenen.
Moeyaert wordt geprezen om de sobere, beklemmende sfeer die zijn boeken ademen. Vaak schrijft hij over moeilijke onderwerpen. Hij brengt die onderwerpen echter niet beladen of zwaar en problemen verdoezelt hij niet. 'Zo neem ik mijn lezers serieus', zegt Moeyaert.
Moeyaert is een succesvol schrijver. Zijn debuut werd direct bekroond, vertaald in drie talen en bewerkt tot musical en toneelstuk. Inmiddels heeft hij met meer dan tien bekroningen een goed gevulde prijzenkast, waaronder de Woutertje Pieterseprijs voor Broere (2001) en de Nienke van Hichtumprijs voor Dani Bennoni (2005).

Inhoud

Het is de liefde die we niet begrijpen bestaat uit drie verhalen die samen een roman vormen. Ze geven weer hoe het de familie van de ik-persoon vergaat als de moeder weer eens op vrijersvoeten is. 'Heel gelukkig zijn we hier nog niet geworden, maar het kan erger', zegt de hoofdpersoon.
Het eerste verhaal, 'Het einde van Bordzek verteld door mijzelf die erbij was', beschrijft hoe de spanning tussen de gezinsleden hoog oploopt. Tijdens een autoritje met het gezin en Bordzek, de nieuwe en zoveelste vriend van de moeder, komen de inmiddels hoog opgelopen spanningen tot uitbarsting en is duidelijk dat er iets goed mis is in de onderlinge relaties.
'De komst van Bootsman', het tweede verhaal, gaat over een oude man die zijn intrek neemt bij de familie na het overlijden van oma. Deze man, Skip de Bootsman, is een 'cadeautje' van oma. De ik-figuur wacht ongeduldig op zijn komst in de verwachting dat hij vreugde in het gezin kan brengen.
In 'Wat doen ze daar in Charlestown?', het derde verhaal, vertelt de ik-persoon over haar broer Axel, die weg is en naar wie ze zo verlangt.

Moeilijkheid

Voor N2-lezers is het een lastig boek. Het roept, door de impliciete schrijfstijl, veel vragen op. Zij zouden bijvoorbeeld de clou van het eerste verhaal (Axel is misbruikt door Bordzek) kunnen missen. Bovendien zit er weinig 'actie' in de verhalen. Aan de andere kant gaat het boek wel over onderwerpen die veel N2-lezers zullen aanspreken, zoals liefde, geluk en opgroeien.
Voor N3-lezers is het interessant dat je tijdens het lezen goed moet opletten en tussen de regels door moet lezen. Pas dan kom je erachter wat er exact aan de hand is, wat de karakters van de personages zijn en hoe de onderlinge relaties liggen. De vele overwegingen in het boek en de flarden van dialogen passen bij een lezer die nieuwsgierig is naar de wereld en het leven van anderen.
De bijzondere verteltechniek en schrijfstijl zal ook N4-lezers aanspreken. Ook zullen zij het uitdagend vinden om zich een beeld te vormen van de personages en dat beeld vervolgens inzetten om betekenis te geven aan de gebeurtenissen in het verhaal en de handelingen van de personages.

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid Het boek is beperkt in omvang. De inhoud is echter behoorlijk onduidelijk en daardoor weinig geschikt voor een onervaren of ongemotiveerde N2-lezer.
  Interesses Het boek draait vooral om gevoelens, er zijn weinig gebeurtenissen. Dat kan een hindernis zijn voor de N2-lezer. De problemen waar de personages mee worstelen - bijvoorbeeld gebrek aan aandacht en het zoeken naar geluk - zal jonge lezers aanspreken. Bovendien is de leeftijd van de lezers (ongeveer) dezelfde als die van de personages.
Het seksuele misbruik in het eerste verhaal kan lezers afschrikken en leiden tot verontwaardigde reacties. De N4-lezer zal echter proberen de schokkende gebeurtenissen te interpreteren vanuit de context van het verhaal.
  Algemene kennis Er is geen speciale kennis vereist. Inlevingsvermogen en het besef dat er gezinnen zijn waar het leven niet op rolletjes loopt, helpt bij het begrijpen van dit verhaal. Geen probleem voor de de N2- en N3-lezer.
  Specifieke culturele en literaire kennis Het boek bestaat uit drie verhalen. In die verhalen komen dezelfde personages terug. De lezer moet zelf verbanden leggen tussen de drie verhalen. Voor een N2-lezer kan dat lastig zijn.

Vertrouwdheid met literaire stijl 

Vocabulaire Moeyaert gebruikt weinig moeilijke woorden. Geen probleem voor de N2- en N3-lezer.
  Zinsconstructies De zinsbouw is eenvoudig en de zinnen zijn voornamelijk kort. Dat geldt ook voor de dialogen. Geen probleem voor de N2-lezer.
  Stijl Moeyaert schrijft geen woord te veel, zodat veel onduidelijk is op het eerste gezicht. Voor N2-lezers kan dat lastig zijn. Voor N3- en N4-lezers kunnen die schrijfstijl, de vele mijmeringen van de hoofdpersoon en de minimale aanwijzingen die verband houden met de plot, juist interessant zijn.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters Over de personages wordt weinig verteld. Dat maakt het voor de lezer lastig zich een beeld van hen te vormen. Die onduidelijkheid zal voor een N2-lezer in eerste instantie onprettig zijn, maar ook die lezer kan op een rijtje zetten wat de personages doen en denken en zich een mening over de personages vormen. Het weinige dat over de personages wordt gezegd, biedt een N3- en N4-lezer de mogelijkheid tot puzzelen. Wie zijn ze, wat is hun relatie tot elkaar, waarom doen ze zo - vragen die interessant zijn. Boeiend aspect is ook dat de gedachten, de gevoelens en het handelen van de personages sterk bijdragen aan de betekenissen van het verhaal. Voor N4-lezers is dit een uitdagende combinatie.
  Aantal karakters Het aantal personages is geen enkel probleem.
  Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters De verhoudingen tussen de personages zijn complex en zouden door sommige lezers als schokkend kunnen worden ervaren. Doordat Moeyaert weinig weggeeft, wordt er veel activiteit van de lezer gevraagd om de verhoudingen in kaart te brengen. Lastig voor de N2-lezer en de minder ervaren N3-lezer.

Vertrouwdheid met literaire procedés 

Spanning Er komt weinig actie voor in het boek. De spanning wordt opgeroepen door de psychologie van de personages. Sommige N2-lezers zouden het boek daardoor saai kunnen vinden. Anderzijds kan het ook voor een N2-lezer interessant zijn om zich een beeld te vormen van de personages en zich te spiegelen aan hun handelen en denken. De N3- en N4-lezers zullen door de psychologische spanning gemotiveerd zijn om door te lezen en te zoeken naar antwoorden op vragen als: wat is er aan de hand, wie zijn deze mensen, wat beweegt hen, hoe loopt dit af?
  Chronologie   Het verhaal verloopt chronologisch en Moeyaert gebruikt tijdsprongen. Deze leveren, net zoals de flashbacks, nauwelijks problemen op. Af en toe is er ook een vooruitwijzing. Geen probleem voor de N3-lezer; een onervaren N2-lezer zou hierover kunnen struikelen.
  Verhaallijn(en) Er is niet echt sprake van een duidelijke verhaallijn. De ik-figuur doet verslag van voorvallen die ze vanuit haar herinnering vertelt. Het lijken haast willekeurig gekozen dagboekfragmenten. Het gebrek aan een duidelijke verhaallijn, plot en actie zullen sommige N2-lezers niet prettig vinden. Ook de minder ervaren N3-lezer zal hiermee worstelen. 
   Perspectief Er is sprake van een duidelijk ik-perspectief. Geen problemen dus op het eerste gezicht. De vraag is echter in hoeverre de waarnemingen, gevoelens en gedachten van de jonge ik-verteller betrouwbaar zijn. Lastig is ook dat ze soms (te) volwassen gedachten heeft en dan weer heel kinderlijke. Dit contrast hangt samen met de thematiek van het boek en is voor N3-lezers en verder een mooie puzzel.
  Betekenis Het boek kent vele betekenissen, die zich echter niet snel prijsgeven. Er broeit van alles. Verstoorde familierelaties, eenzaamheid, volwassen worden, goede en foute liefde, misbruik, de grote mensenwereld zijn zomaar wat zaken die in dit boek aan bod komen. N3- en N4-lezers kunnen deze onderwerpen identificeren en zullen uitgedaagd worden om erover na te denken en een mening te formuleren. Moeyaert doet dat immers niet.
Ook een N2-lezer zal na gaan denken over de vraag wat geluk is, wanneer je eenzaam bent, wat liefde is, etcetera, maar zal de antwoorden op deze vragen eerder zelf proberen te geven dan ze in verband brengen met het boek als geheel.

Relevante bronnen voor docenten