Docenten Nederlands 15-18 | niveau 3 | Het schnitzelparadijs
Introductie
Inhoud
Let op: onderstaande tekst bevat details over de afloop.
Nadat zijn geliefde Tsjoepita hem verliet, heeft de puber Nordip (geboren in Marokko) de afgelopen twee jaar voornamelijk slapend doorgebracht. Maar nu is die periode voorbij en Nordip wil een nieuwe start maken. Hij vindt een stageplaats in de keuken van het sterk op Van der Valk lijkende De Blauwe Gier, een hotel-restaurant in de slaperige provincieplaats Opdeinen. Zijn bijnaam wordt 'sopkop': geheel vrijwillig staat hij de hele dag pannen te schrobben. De lezer maakt kennis met de chaotische keuken van De Blauwe Gier, met Nordips bijzondere collega's, met de mooie serveerster Agnes en met Nordips neef Krimo. Nordip wint langzaam het vertrouwen van zijn collega's, die tussen de pannen bij hem hun hart komen luchten. Zij hebben allemaal hun eigen frustraties en verlangens.
Ook over Nordip komt de lezer via flashbacks steeds meer te weten. Hij deelt zijn herinneringen aan zijn geboortedorp in Marokko met zijn neef Krimo. Krimo's geschiedenis wordt uitgebreid verteld. Aan het eind van de roman heeft Krimo De Blauwe Gier verlaten en zich (opnieuw) gericht op een bestaan als zanger.
Het wordt Nordip langzaam duidelijk dat de hiërarchie in de keuken is gebaseerd op een spel dat alle keukenmedewerkers moesten spelen met de chef-kok. Hij is de enige die dit spel ontlopen is en niemand wil hem er meer over vertellen. Wanneer de FIOD een inval heeft gedaan in de keuken en de chef-kok veel (illegaal) personeel kwijt is, wil hij eindelijk met Nordip het spel spelen. Het blijkt om een spelletje dammen te gaan en wanneer Nordip zich concentreert wint hij (als eerste van de medewerkers) van de chef-kok. Het boek eindigt met Nordip die, bevrijd, De Blauwe Gier verlaat, terwijl achter hem het hotel-restaurant vlamvat.
Moeilijkheid
Voor N3-lezers is er in dit boek veel te halen. Het roept tal van prikkelende vragen op over het richting geven aan het eigen leven en over ethische en maatschappelijke kwesties als zwartwerken en immigratie en integratie. N3-lezers zullen bovendien plezier beleven aan de stijl.
N4-lezers zullen dit boek om dezelfde redenen waarderen als N3-lezers. Daarnaast is het voor hen interessant zich te verdiepen in de beweegredenen van de hoofdpersoon. Ook biedt de gehanteerde stijl voor N4-lezers mogelijkheden tot analyse en interpretatie.
Het schnitzelparadijs is met name geschikt voor N3-lezers die tegen N4 aanzitten.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid |
Het schnitzelparadijs vraagt een vrij grote bereidheid van de leerling. In de eerste plaats door de omvang van het boek (zo'n 300 pagina's), in de tweede plaats door de vele onderbrekingen van de verhaallijn: alle gedachten en herinneringen die in de hoofdpersoon opkomen, worden beschreven. Een N2-leerling zal zich ergeren aan het gebrek aan actie/gebeurtenissen in het boek. Een N3-leerling zal geprikkeld worden door de vele vragen die het boek opwerpt over onder andere het maken van keuzes en het richting geven aan je leven. Ook voor een N4-leerling valt er in dit boek genoeg te halen, vooral op het gebied van verteltechniek en stijl.
|
Interesses |
Het schnitzelparadijs is vooral interessant voor lezers die door een boek aan het denken gezet willen worden. Het boek zet de lezer aan het denken over zaken als liefde en relaties, ambitie, immigratie en integratie en het maken van keuzes voor de toekomst. Dit maakt het boek geschikt voor N3-lezers. Voor een N2-lezer zal het wellicht te hoog gegrepen zijn, omdat deze onderwerpen te ver van hem afstaan. Een N4-lezer zal het interessant vinden de beweegredenen van de hoofdpersoon te analyseren.
|
|
Algemene kennis |
Voor het begrijpen van het boek is het nodig dat de lezer enige kennis heeft van de geschiedenis van de multiculturele samenleving, met name van de komst van gastarbeiders in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw. Ook moet de lezer - voor inschatting van het 'realisme' - bekend zijn met de Van der Valk-hotelketen en de invallen die de FIOD daar in de jaren negentig heeft gedaan vanwege (vermeende) belastingontduiking. Dit geldt voor N2-, N3- en N4-lezers.
|
|
Specifieke literaire en culturele kennis |
Om de plot te kunnen begrijpen, moet de lezer kunnen omgaan met de veelvuldige onderbrekingen van de verhaallijn door gedachten en herinneringen van de hoofdpersoon. Ook tijdsprongen komen regelmatig voor. De schrijfstijl van de auteur vereist enige ervaring met het lezen van literatuur. Voor N2-lezers bestaat het risico dat ze afhaken omdat ze de verhaallijn door de vele onderbrekingen niet meer kunnen volgen. Voor N3-lezers zullen de onderbrekingen wellicht voor enige verwarring zorgen, maar ze zullen het verhaal goed kunnen volgen. Voor N4-lezers zullen de onderbrekingen geen probleem vormen en ook het eigen taalgebruik van de auteur zal voor hen interessant zijn.
|
|
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire |
Het taalgebruik sluit goed aan bij de personages, die voor het merendeel jonge Marokkanen zijn. Het is op punten lastig door het gebruik van moeilijke woorden, neologismen, verrassende bijvoeglijke naamwoorden en Arabische woorden (waarvan achterin het boek een verklarende woordenlijst is opgenomen). Het vocabulaire zal voor een N2-lezer vaak moeilijk zijn. Een N3-lezer zal het goed kunnen begrijpen. Een N4-lezer zal het taalgebruik kunnen waarderen vanwege het niet-alledaagse en vernieuwende karakter ervan.
|
Zinsconstructies |
Het verhaal bevat vrij veel lange zinnen en uitgebreide opsommingen. Deze zijn geen probleem voor de N3- en N4-lezer, maar een N2-lezer zal hierdoor vrij snel afhaken omdat hij geen grip kan krijgen op de beschrijvingen.
|
|
Stijl | De stijl is in het algemeen vlot, maar zeker niet alledaags. Beschrijvingen en dialogen wisselen elkaar af. De auteur verliest zich soms in zeer gedetailleerde beschrijvingen. Hierdoor zullen vooral N2-lezers het boek mogelijk saai vinden. N3- en N4-leerlingen zullen het boek door de gehanteerde stijl vlot leesbaar vinden. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters |
De meeste personages worden slechts oppervlakkig beschreven. Hoewel van veel personages een korte beschrijving gegeven wordt en ook de geschiedenis van enkele personages beschreven wordt, gaat de auteur zelden de diepte in. Sommige personages zijn karikaturen. Alleen de hoofdpersoon en de belangrijkste bijfiguren leert de lezer echt kennen. De beweegredenen van de hoofdpersoon zijn soms moeilijk te doorgronden. De hoofdpersoon heeft ongeveer dezelfde leeftijd als de tweedefaseleerling, wat de mogelijkheid tot identificatie vergroot. Voor een N2-lezer zullen sommige personages te weinig herkenbaar zijn omdat ze te ver van hem afstaan. N3-lezers zullen hier weinig hinder van ondervinden. N4-lezers kunnen een uitdaging vinden in het analyseren van de rol en functie van de vele bijfiguren.
|
Aantal karakters |
Er komt een zeer groot aantal personages voor in het verhaal. Een extra moeilijkheid hierbij is dat een deel van de personages onder verschillende (bij)namen in het verhaal voorkomt. Het is voor de N2- en N3-lezer niet moeilijk de hoofdpersonen van de bijfiguren te onderscheiden, waardoor de hoofdlijn van het verhaal goed te volgen blijft. Een N4-lezer zal ook de verschillende bijfiguren goed weten te duiden.
|
|
Ontwikkeling van karakters |
De enige twee personages die een ontwikkeling doormaken zijn de hoofdpersoon Nordip en zijn neef Krimo. Krimo neemt ontslag als kok bij De Blauwe Gier en wordt, met enig succes, muzikant. Nordip komt tot het inzicht dat hij zich zijn leven lang te veel heeft laten leiden door wat anderen van hem verwachtten en besluit zichzelf niet langer te verloochenen. Voor N3- en N4-lezers is deze karakterontwikkeling interessant: de keuzes die deze personages maken, nodigen uit tot reflectie en interpretatie. Ook N2-lezers zullen geboeid worden door de vraag hoe je richting kunt geven aan je eigen leven.
|
|
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning |
In het verhaalheden gebeurt vrij weinig, het boek bevat weinig actie. Het verhaal bestaat vooral uit herinneringen van de hoofdpersoon aan zijn jeugd in Marokko en overpeinzingen over zijn stukgelopen relatie en de manier waarop hij de draad weer moet oppakken na deze relatie. Een N2-lezer zal hierdoor niet snel gegrepen worden. De vraag of de hoofdpersoon slaagt in zijn streven, houdt het verhaal interessant voor zowel N3- als N4-lezers, evenals de soms zeer humoristische gebeurtenissen in de restaurantkeuken. N4-lezers zullen zich goed kunnen verdiepen in de beweegredenen van de hoofdpersoon.
|
Chronologie |
De handeling wordt veelvuldig onderbroken door flashbacks, gedachten en invallen van de hoofdpersoon. De terugblikken worden deels beschreven in eigen hoofdstukken, worden deels gemarkeerd door afwijkende uitlijning en zijn voor een deel verwerkt in de lopende tekst. Ook voor de N2-lezer zijn de onderbrekingen van de chronologie duidelijk herkenbaar, maar het grote aantal onderbrekingen maakt het verhaal voor deze lezers moeilijker te volgen. Voor N3- en N4-lezers is het verhaal goed te volgen.
|
|
Verhaallijn(en) |
Het verhaal bevat drie verhaallijnen: de jeugd van de hoofdpersoon in Marokko, de relatie met zijn geliefde Tsjoepita en de stage van de hoofdpersoon in restaurant De Blauwe Gier om zijn leven weer op de rit te krijgen. Daarnaast zijn er veel bladzijden ingeruimd voor de beschrijving van het verhaal van Krimo, de neef van de hoofdpersoon. Dit verhaal lijkt grotendeels op zichzelf te staan, maar heeft een verklarende functie. De drie verhaallijnen zijn sterk met elkaar verweven. Voor N2-leerlingen bestaat het risico dat ze dit te ingewikkeld vinden en afhaken, N3-leerlingen zullen het verhaal goed kunnen volgen, terwijl N4-leerlingen uitgedaagd kunnen worden deze verwevenheid te onderzoeken.
|
|
Perspectief |
In Het schnitzelparadijs wordt een ik-perspectief gehanteerd. Dit ik-perspectief heeft trekken van een auctoriaal perspectief in de passages waarin de hoofdpersoon over andere personages vertelt. In deze passages is het in het algemeen steeds duidelijk dat de hoofdpersoon de verteller is. N2- en N3-lezers zullen deze nuance waarschijnlijk over het hoofd zien, maar dit heeft geen invloed op hun begrip van het verhaal. Een N4-lezer zal het perspectief waarschijnlijk correct kunnen duiden.
|
|
Betekenis |
Op elk niveau zal de lezer zich bezighouden met de vraag naar de beweegredenen van de hoofdpersoon. Deze zullen veel lezers als onbegrijpelijk voorkomen en nodigen uit tot discussie. De N2-lezer zal bij het beantwoorden van deze vraag eerder putten uit zijn eigen ervaringen, terwijl een N3-lezer in staat zal zijn om een verband te leggen met de inhoud van het boek. Zij zullen het interessant vinden dit boek te koppelen aan het actuele immigratie- en integratievraagstuk.Een N4-lezer zal door zijn grotere analytische vermogen in staat zijn om een veelvoud aan verbanden te leggen, zoals tussen het verhaal en de maatschappelijke context waarin het verhaal tot stand is gekomen, tussen de hoofdpersoon en bijfiguren en tussen de inhoud van het verhaal en de vertelwijze.
|