Docenten Nederlands 15-18 | niveau 3 | J. Kessels: the novel

Introductie

P.F. Thomése (1958) is de auteur van een zeer gevarieerd oeuvre. Hij schrijft verhalen, essays, romans en novellen. Nationaal en internationaal brak bij door met de autobiografische novelle Schaduwkind (2003) over zijn jonggestorven dochtertje. Thomése schreef nog meer 'serieuze' werken zoals de historische roman Het zesde bedrijf (2004) enDe weldoener (2010). De vrolijke schelmenromans over J. Kessels zijn totaal anders.
Recensenten zijn het erover eens dat Thomése stilistisch veel in zijn mars heeft, maar over de rest lopen de meningen uiteen: liefhebbers van de meer ingetogen werken verafschuwen vaak de hilarische verwikkelingen en platte grappen in de 'lichtere' werken.
J. Kessels, de hoofdpersoon uit J. Kessels: the novel, treedt voor het eerst als personage op in Greatest Hits (2000, verhalenbundel). Het bamischandaal, dat gelezen kan worden als vervolg op J. Kessels: the novel, verscheen in 2012.
Thomése ontving literaire prijzen voor ZuidlandSchaduwkind en  Grillroom Jeruzalem.

Inhoud

De schrijver P.F. Thomése, die zichzelf in deze roman niet alleen als schrijver opvoert, maar ook als personage, wordt gebeld door Bertje de Braaij. Als Thomése zich herinnert dat Bertje de broer is van B.B., borsten- en billenfeest en dochter van de plaatselijke cafetariahouder, is zijn interesse gewekt. Bertje wil dat Thomése, samen met J. Kessels, die Thomése eerder heeft opgevoerd in Greatest Hits, in Hamburg op zoek gaat naar Perry Boone. Gedrieën raken zij verstrikt in doldrieste verwikkelingen, die resulteren in de vondst van 'Boontje' én een lijk in de kofferbak van Kessels' Toyota Kamikaze. Het avontuur eindigt in het door Kessels zo verfoeide Breda, ten huize van Boone, zijn vrouw Birgit (B.B.) en hun dochter Priscilla, een exacte replica van B.B.

Moeilijkheid

Het taalgebruik in deze roman is nogal bloemrijk. Tal van metaforen worden gebruikt, hergebruikt en tot in de kleinste details uitgewerkt. Voor veel N2-lezers is dit lastig. Daar staat tegenover dat zowel de verwikkelingen als het taalgebruik onmiskenbaar grappig zijn, althans voor wie Thoméses gevoel voor humor deelt. Dat zijn vaker jongens dan meisjes. Interessant voor N3 is dat Thomése zichzelf zowel als schrijver als personage opvoert. Voor de N4-lezer is het interessant om zich te verdiepen in de eventuele aanwezigheid van engagement en postmodernistische tendensen in de roman.
Al met al een redelijk eenvoudig N3-boek, dat ook goed te doen is voor veel N2-lezers en waar ook voor N4-lezer nog voldoende aan te beleven valt.

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid De omvang (220 pp.) zal de meeste lezers niet afschrikken. De verwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op en de dialogen en vertellerstekst zijn grappig en met vaart geschreven. N2-lezers kunnen struikelen over het moeilijke taalgebruik.
  Interesses Gevoel voor humor is wel een vereiste. De roman zal, vanwege de typische jongenshumor, vooral jongens aanspreken. 
  Algemene kennis Er is sprake van extreme stereotypering van Duitsers, waarbij regelmatig naar WO II wordt verwezen. De meeste leerlingen kennen deze stereotypen en zullen ze herkennen.
  Specifieke literaire en culturele kennis De meeste leerlingen zullen niet uit zichzelf opmerken dat er verwezen wordt naar cultuuruitingen die door velen als 'camp' worden beschouwd (Duitse krimi's, de voetbalclub Sankt-Pauli, countrymuziek). 

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire Een behoorlijke uitdaging voor N2 en N3, ook doordat er soms verhaspeld Duits wordt gebruikt. Zie het voorbeeld onder 'Stijl'.
  Zinsconstructies Niet eenvoudig. Soms lange, ingebedde zinnen. Zie het voorbeeld onder Stijl. 
  Stijl Veel uitgewerkte metaforen. Veel zaken worden niet expliciet benoemd; de lezer moet zijn hoofd er goed bij houden om de uitingen van de personages in de juiste context te kunnen plaatsen. Voorbeeld:
'Maar het kwartje was gevallen, met een klik trad het mechaniek in werking, en daar stond ik, vlak achter haar, terwijl zij haar zilveren kogels afvuurde op het zenuwstelsel van een gloednieuwe Bally 'Gold Rush' (mét de 'Mystery-Bonus'-punten die achteraf konden worden bijgeteld voor 'vrij spel'), maar ik zag alleen haar kont, die steeds naar mij toe deinde, met onmiskenbare (ik zeg het maar gewoon) neukbewegingen, dichterbij en dichterbij, ik kon/wilde geen kant meer op.'

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters  De belangrijkste karakters (P.F. Thomése, J. Kessels, Bertje en Boontje) worden nauwelijks uitgewerkt. De nadruk ligt dan ook eerder op de handeling en de sfeer.
  Aantal karakters Geen probleem. 
  Ontwikkeling van en verhouding tussen karakters De ontwikkeling van de personages is ondergeschikt aan de handeling. Interessant voor N4 is de wijze waarop Bertje en Boontje als vertegenwoordigers van het burgerdom tegenover Thomése en Kessels, twee moderne 'outlaws', worden geplaatst.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning Er is eerder sprake van veel vaart dan van spanning in de traditionele zin van het woord. Natuurlijk wil de lezer weten hoe het lijk in de kofferbak is terechtgekomen, maar de wens om door te lezen wordt veeleer gewekt door de snelle opeenvolging van onverwachte wendingen en bizarre verwikkelingen.
  Chronologie Het verhaal wordt chronologisch verteld, maar is doorspekt met flashbacks. Deze zijn als zodanig duidelijk herkenbaar. Geen probleem.
  Verhaallijn(en) Er is één verhaallijn, die gemakkelijk te volgen is.
  Perspectief Ik-perspectief vanuit Thomése. N2-lezers zal het misschien niet opvallen dat Thomése als zowel personage én als schrijver optreedt: 'Het was dat J. Kessels: the novel op dat moment nog geschreven moest worden, anders had ik kunnen verwijzen naar Part One, hoofdstuk 8, blz. 40, waar hij op de achterbank… etc'. Interessant voor N4.
  Betekenis N2- en veel N3-lezers zullen J. Kessels lezen als een grappige 'roadnovel' (naar analogie van 'roadmovie') waarin het reizen zelf centraal staat. N4- lezers zullen zich mogelijk afvragen of J. Kessels meer is dan dat. Zij zullen echter moeite hebben waarin dat 'meer' dan is gelegen. Informatie over het postmodernisme kan de (gevorderde!) N4-lezer op het spoor zetten van het spel met fictie en werkelijkheid dat Thomése met de lezer speelt.

Relevante bronnen voor docenten

  vn.nl | Jeroen Vullings, 'Alleen in zijn kamer - Profiel P.F. Thomése' (deze tekst is hier ook te vinden als download)