Docenten Nederlands 15-18 | niveau 3 | Magnus
Introductie
Arjen Lubach (1979) is een man met vele talenten. Hij is cabaretier, muzikant, televisiepresentator, radiomaker en schrijver. In de laatste hoedanigheid debuteerde hij in 2006 met de roman Mensen die ik ken die mijn moeder hebben gekend. Magnus is zijn derde roman en de eerste die een groter publiek bereikte. De roman won de publieksprijs van de Dioraphte Jongerenliteratuurprijs 2011.
Magnus sluit met zijn verhaallijn en thematiek goed aan bij de internationale moderne stroom populaire young adult-achtige romans over jongvolwassen personages die met identiteitsvragen worstelen en daarbij dikwijls een tocht ondernemen die niet gespeend is van absurdisme. Internationale auteurs van dit soort verhalen zijn bijvoorbeeld de Japanner Haruki Murakami, de Engelsman David Mitchell en de Noor Erland Loe.
Inhoud
Merlijn Kaiser is een jonge toneelschrijver die aan het begin van de roman verslagen voor zich uit zit te staren in zijn huis in Amsterdam. Zijn grote liefde Caro, op wie hij al verliefd is sinds de middelbare school, heeft hem verlaten omdat bij hem, in haar woorden, 'alles altijd zo hetzelfde is.' Op het dieptepunt van zijn ellende wordt Merlijn plotseling gebeld door de fraudebestrijdingsafdeling van zijn creditcardbedrijf. Het blijkt dat op zijn naam in een pretpark in Zweden onlangs ruim 1.600 euro is opgenomen. Hoewel Merlijn dat zelf niet heeft gedaan, zegt hij dat alles in orde is en in plaats van de fraudebestrijdingsdienst er op af te sturen, gaat hij zelf op jacht naar de dief.
Hij reist naar Stockholm en met hulp van een meisje dat achter de bar in zijn hotel werkt, lukt het hem uiteindelijk om de dief te vinden. In plaats van de man, Magnus, te confronteren met zijn misdaad, maakt hij nader kennis met hem en wordt hij vrijwel onmiddellijk verliefd op Magnus' dochter, de negentienjarige Cecilia.
Merlijn verhuist naar Uppsala krijgt een relatie met Cecilia. Het gaat een paar maanden goed - totdat zij vlak voor het invallen van de Zweedse winter gaan eten bij Magnus. Merlijn gaat op onderzoek uit in het huis van Magnus, om meer te weten te komen over de creditcardfraude. In Magnus' werkkamer ontdekt hij een doos met pikante foto's van Caro.
Caro blijkt in Zwitserland au pair te zijn geweest bij het gezin van Magnus en een relatie met hem gehad te hebben. Magnus heeft het feit dat Caro de relatie verbrak nooit kunnen verkroppen en heeft haar sindsdien regelmatig gemaild en afgeperst. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat Caro de creditcardgegevens van Merlijn heeft doorgegeven.
Wanneer Merlijn het hele verhaal aan Cecilia vertelt, is zij eerst boos op hem, maar uiteindelijk neemt zij Merlijn via Zwitserland mee naar Amsterdam. Daar belanden beiden net op tijd bij de première van Merlijns nieuwste stuk. Na de voorstelling gaan Cecilia en Merlijn naar Merlijns huis, waar Caro inmiddels blijkt te wonen. Cecilia en Caro begroeten elkaar zo warm en hartelijk dat Merlijn plotseling beseft dat hij beide meisjes dat gevoel niet kan geven. Hij rent weg, valt en wordt geholpen door een meisje dat zowel op Caro als op Cecilia lijkt. Terwijl het meisje tegen hem praat, wordt Merlijn overvallen door een epileptische aanval, waar hij zich, zo geeft de laatste zin aan, 'nu in bevindt'.
Moeilijkheid
Voor lezers vanaf N2 zal Magnus in eerste instantie weinig moeilijkheden opleveren. De stijl is niet erg lastig, de hoofdpersoon is nog vrij jong en de problematiek is helder en invoelbaar. De uitdagingen voor N2- en N3-lezers komen later in het verhaal. Voor N2 zullen die liggen op het vlak van de chronologie en het uit elkaar halen van de twee verhaallijnen, terwijl voor N3-leerlingen het onbetrouwbaar perspectief de grootste uitdaging biedt. Ook N4-lezers worden uitgedaagd door de roman, en dan vooral waar het de betekenis betreft en de relatie tussen Magnus en andere literaire verhalen en genres. Ook het duiden van het einde van de roman is voor hen een uitdaging; voor N2-lezers is dat einde eerder een mogelijk struikelblok.
Omdat de moeilijkheden voor N2-lezers pas laat in de roman worden opgeworpen, is Magnus zeer geschikt voor lezers die aan de stap naar N3 toe zijn. Voor N3-lezers is het boek prima op niveau: het geeft nauwelijks frustratie en biedt voldoende uitdaging. N4-lezers zullen helemaal geen moeite hebben het verhaal te volgen, maar zullen ook nog genoeg uitdaging vinden in het herkennen en duiden van het motto en intertekstuele en culturele verwijzingen (naar Arthurromans, Nooit meer slapen, diverse popmuziek) die lezers van de lagere niveaus niet eens zullen opvallen.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting |complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | Vanuit het perspectief van een N2-lezer is Magnus een nogal dik boek. Het begin van de roman is echter helder en uitnodigend. Ook een N2-lezer zal zich vermoedelijk gemakkelijk kunnen inleven in het liefdesverdriet van de jonge hoofdpersoon. Voor N3- en N4-lezers is geen bijzondere bereidheid vereist. |
Interesses | Lezers die graag lezen over (liefdes)relaties vinden gemakkelijk ingang bij dit boek. Ook liefhebbers van reisverhalen/roadnovels komen aan hun trekken. | |
Algemene kennis | Er is geen bijzondere algemene kennis vereist om de roman te kunnen begrijpen. Lezers die enige weet hebben van de geografie van Zweden voelen zich vermoedelijk sneller betrokken bij het verhaal. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | Er is geen specifieke culturele kennis vereist, maar kennis van diverse popmuziek uit de laatste twee decennia van de twintigste eeuw kan de leeservaring wel verrijken. Voor N4-lezers zijn de verwijzingen naar Hermans' Nooit meer slapen interessant, net als de verwijzingen naar middeleeuwse Arthurromans. Deze laatste kennis is overigens niet nodig om het verhaal te kunnen volgen: N2- en N3-lezers zullen daardoor ook niet uitgedaagd worden hun kennis op deze gebieden uit te breiden, aangezien zij deze elementen vermoedelijk zullen missen. | |
Vetrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Het vocabulaire van de ik-persoon is uitgebreid, maar niet lastig. Alleen N2-lezers met een geringe woordenschat zullen af en toe struikelen over een begrip. |
Zinsocnstructies | De zinnen zijn gevarieerd en nergens exorbitant lang. Geen probleem voor lezers vanaf N2. | |
Stijl | Een enkele keer in het verhaal is de stijl iets abstracter, dromeriger. Voor een N2-lezer vormen deze stukjes een uitdaging: slaat hij ze over of probeert hij ze te begrijpen? Voor lezers vanaf N3 zullen ze nauwelijks een probleem vormen. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | Het boek kent vier hoofdfiguren en enkele bijfiguren. Deze karakters zijn allen uitgesproken en daardoor voor elke lezer vanaf N2 makkelijk te onderscheiden. |
Aantal karakters | Het aantal karakters is overzichtelijk en vormt geen enkel probleem. | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | Het duiden van de ontwikkeling van de karakters zal vooral voor N2- en N3-lezers een uitdaging vormen. De oorzaak hiervoor ligt ten eerste bij het perspectief, waardoor je als lezer geen zicht krijgt op de motieven van bijvoorbeeld Caro en Magnus. Ten tweede blijft de lezer aan het einde van het verhaal zitten of en zo ja hoe Merlijn zich ontwikkeld heeft. Die laatste vraag vormt zelfs voor N4-lezers een uitdaging, en zou voor N2-lezers kunnen betekenen dat ze frustratie voelen na het uitlezen van het boek. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | Er gebeurt veel in de roman, maar er is nergens sprake van spanning die tot nagelbijten leidt. De actie is eerder onderhoudend dan meeslepend. Dat er zoveel gebeurt, maakt het boek gemakkelijker te lezen voor N2- en N3-lezers. |
Chronologie | Het verhaal over Zweden wordt chronologisch verteld, maar die chronologie wordt regelmatig doorbroken door de vertelling van het ontstaan en verloop van de liefde van Merlijn voor Caro. Ook dat tweede verhaal wordt overigens chronologisch verteld. Voor N2-lezers is het een fikse uitdaging om de beide verhalen uit elkaar te halen en uiteindelijk te zien waar ze verbonden zijn. Die uitdaging is haalbaar omdat het onderwerp van beide verhalen duidelijk en invoelbaar is, en bij beide verhalen open vragen langzaam beantwoord worden. | |
Verhaallijn(en) | Er zijn twee verhaallijnen: het verhaal over de creditcardfraude en Merlijns reis naar Zweden, en het verhaal over de liefde van Merlijn voor Caro. De verhalen zijn typografisch onderscheiden door witregels, wat het gemakkelijker maakt ze te volgen. Voor N2-(en N3-)lezers zullen de tijdsprongen die het gevolg van de wisseling zijn wel een uitdaging vormen. | |
Perspectief | Het ik-perspectief vergemakkelijkt in eerste instantie de identificatie voor N2-lezers. Het zal voor hen echter een grote uitdaging zijn de onbetrouwbaarheid van het perspectief te herkennen: hoofdpersoon Merlijn is intelligent en kan goed formuleren, maar door zijn epileptische aanvallen is hij regelmatig stukken uit de tijd kwijt. Het is een uitdaging voor N3-lezers om vanuit de verwarring die je hierover op een gegeven moment als lezer voelt, tot het besef te komen dat het perspectief onbetrouwbaar is. Voor N2-lezers is die verwarring, zeker in het slotdeel van de roman, een mogelijk struikelblok. | |
Betekenis | De roman geeft zeker de mogelijkheid om er op verschillende niveaus betekenis aan te hechten. Voor N2-lezers is het vermoedelijk vooral een verhaal over relaties en (onmogelijke) liefde. N3-lezers zullen het verhaal daarnaast kunnen interpreteren als een verhaal over opgroeien en identiteitsontwikkeling. N4-lezers kunnen daar wellicht nog wat aan toevoegen: eenzaamheid, in samenhang met de onmogelijkheid om werkelijk controle over je eigen leven hebben. Voor alle lezers geldt dat de betekenis die zij aan het boek hechten door het einde van het boek wordt bevraagd: heb ik het bij het juiste eind gehad? |