Docenten Nederlands 15-18 | niveau 3 | Marathonloper

Introductie

Abdelkader Benali werd in 1975 in Marokko geboren en kwam op vierjarige leeftijd naar Rotterdam. Hij schrijft romans, toneel, recensies en artikelen voor dag- en weekbladen en werd voor zijn debuut, de roman Bruiloft aan zee (1996), genomineerd voor de Libris Literatuurprijs. In 2003 kreeg hij deze prijs voor zijn tweede roman De langverwachte (2002). In 2006 verzorgde hij voor Vrij Nederland een weblog vanuit Libanon waar hij bij het uitbreken van de oorlog toevallig verbleef. Benali is een gepassioneerd hardloper die diverse marathons op zijn naam heeft staan.

Inhoud

Abdel loopt de marathon en in 42 hoofstukken, voor elke kilometer een hoofdstuk, vertelt hij hoe zwaar de marathon hem valt. Tijdens deze kilometers denkt hij terug aan zijn held, de Marokkaan Saïd Aouita, die in 1986, toen Abdel nog een jongetje was, de wereldtitel won. Hij denkt ook terug aan zijn eerste marathon in Boedapest en aan zijn - niet zo makkelijke - Marokkaanse jeugd in Rotterdam. De lezer deelt in de ervaringen van het lopen van deze marathon tegen zijn tegenstander Rodriguez, waarvan het niet duidelijk is of hij een echte tegenstander is of een fictief personage.

Moeilijkheid

Voor de N3-lezer is dit boek een uitdaging door de verhaallijnen die in de verslagen van de kilometers verweven zijn. Ook zet de tegenstander, Rodriquez, de lezer aan het denken: is dit nu een echte tegenstander of is dit niet zo?
De informatie over de Marokkaanse achtergrond geeft een extra dimensie aan het verhaal, temeer omdat de schrijver zelf een Marokkaanse achtergrond heeft.
De lichamelijke ervaring van het lopen van een marathon kan voor de sportief ingestelde lezer van N2 tot en met N4 veel herkenning geven. Voor de N2-lezer is misschien niet alles in het boek even duidelijk, maar alleen al het begrijpen van de verhaallijn over de marathon kan voldoende zijn voor een prettige leeservaring. De N4-lezer zal zich daarnaast wellicht verdiepen in de Marokkaanse achtergrond van de hoofdpersoon Abdel en in de tegenstander Rodriquez. Deze lezer zal niet veel moeite hebben met Marathonloper.

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid Het boek vergt inlevingsvermogen omdat er veel gevoelens beschreven worden vanuit de hoofdpersoon Abdel. Dat maakt het verhaal traag, vooral voor een N2-lezer die van actie houdt. Ook de perspectiefwisselingen kunnen bij een N2-lezer voor onduidelijkheid zorgen. Van de raadselachtige tegenstander Rodriquez is het moeilijk te duiden of hij wel of niet bestaat. Het boek zal daarom ook voor een N4-lezer wel interessant kunnen zijn. Dat de hoofdpersoon een Marokkaanse Nederlander is, kan sommige lezers uitdagen.
  Interesses Dit boek zal lezers aanspreken met belangstelling voor sport en vooral voor hardlopen en dan nog speciaal duurlopen. Omdat de hardloopsport door zowel jongens als meisjes beoefend wordt, is het boek voor beide geschikt ook al wordt het vanuit Abdel (= de schrijver) beschreven.
  Algemene kennis Er is geen algemene kennis vereist. Affiniteit met het hardloopgebeuren kan de betrokkenheid bij het boek wel vergroten. 
  Specifieke literaire en culturele kennis Een leerling met een allochtone achtergrond herkent de gevoelens van de hoofdpersoon wellicht makkelijker dan een autochtone leerling. Voor de autochtone leerling kan enig inlevingsvermogen in de situatie van iemand met een allochtone, hier Marokkaanse, achtergrond nuttig zijn, hoewel de ik-persoon de gebeurtenissen in het gezin waarin hij is opgegroeid duidelijk beschrijft. Een enkele keer wordt een schrijver genoemd (bijvoorbeeld Kafka op pagina 80 en Péter Esterházy op pagina 45), maar wanneer de leerling niet bekend is met deze namen is dat geen belemmering voor de beleving van de tekst. Deze intertekstualiteit kan de leerling op N4 wel uitdagen. 

Vertrouwdheid met literaire stijl 

Vocabulaire Er worden soms termen in een andere taal gebruikt, zoals op pagina 92 'Tant pis pour le clown' of  'homo calculus' op pagina 25. Deze termen vormen geen belemmering voor het begrijpen van het verhaal. Ervaren lezers zullen de zinnen ook zonder moeite vertalen en kunnen plaatsen. Alleen de titel van de inleiding, 'Preambule', kan de leerling op het verkeerde been zetten. 
  Zinsconstructies Korte en lange, samengestelde zinnen worden door elkaar gebruikt. Een N3- lezer zal hier geen problemen mee hebben omdat ze niet complex zijn. Een N2-lezer zal moeten wennen aan deze constructies. 
  Stijl Veel zinnen vormen een weerslag van het denken van de ik-figuur. Over het algemeen wordt alles in niet erg lange, heldere zinnen weergegeven. Soms gebruikt de schrijver alleen kreten zoals op pagina 22: 'Een strakke wind. Lekker. Lekker strak.' Op pagina 141 benadrukt de stijl het ritme van de laatste kilometers: 'Ik kan mee. Ik kan het. Ik kan. Ik.´
Leerlingen op N4 zullen deze zaken zeker opmerken en op zoek kunnen gaan naar hoe de stijl en de inhoud van het werk elkaar verder aanvullen.

Vertrouwdheid met literaire procédés

Actie Elke kilometer heeft een apart hoofdstuk en ondanks de beschrijvingen over vroeger en gedachten over andere dingen is het verhaal niet heel spannend. Het boeit wel om te zien of de marathonloper de finish haalt.
  Chronologie De lezer verkeert afwisselend in het heden en in het verleden doordat de ik-figuur over zijn jeugd vertelt en over de dingen die hem bezighouden. Het zijn geen flashbacks: het is altijd duidelijk over welke tijd verteld wordt. Je blijft als lezer in het heden. Ook voor N2-lezers moet dit geen probleem zijn.
  Verhaallijn(en) De hoofdlijn is de marathon met alle pijntjes en gevoelens die erbij horen. Daar tussendoor speelt de jeugd van de hoofdpersoon en lees je over de verhouding met zijn vriendin/vrouw. Ook zijn fascinatie voor de Marokkaanse winnaar van de wereldtitel in 2006, Aouita, speelt door het verhaal heen een belangrijke rol. Een ietwat verwarrende lijn is het verhaal over zijn tegenstander Rodriquez: bestaat die nu wel of niet? Voor de N2-lezer is dit misschien te complex en oninteressant, helemaal als de lezer net uit N1 komt. De N3-lezer kan deze lijnen wel volgen. Het laatste hoofdstuk, 'Nog 195 meter', bestaat uit gedachten van de ik-persoon en laat de lezer in het ongewisse over de afloop. Dat kan verwarrend zijn, ook voor een N3-lezer.
  Perpsectief Het boek is geschreven vanuit een ik-perspectief, vanuit Abdel (= Abdelkader Benali), voornamelijk als 'belevend ik', maar ook soms als een 'vertellend ik' wanneer de de hoofdpersoon bijvoorbeeld terugdenkt aan zijn jeugd (vanaf pagina 23). Het analyseren van deze afwisseling zou een uitdaging kunnen zijn voor N4-lezers.
  Betekenis Het willen volgen van een idool kan een voorbeeld zijn voor de N3-lezer. Dat het in dit boek een Marokkaans idool is dat door de ik-figuur wordt gevolgd door ook hard te lopen, kan voor een lezer met een allochtone achtergrond een stimulans zijn. Voor een hardloper is het gevoel verwoord dat een atleet tijdens de 42 lange kilometers bezighoudt en die herkenbaarheid is groot. Wel zullen deze gevoelens enig inlevingsvermogen vragen van een lezer die geen ervaring heeft met hardlopen.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters   De N3- en N4-lezer zal zich gemakkelijker kunnen inleven in de hoofdpersoon dan een N2-lezer. Affiniteit met duurlopen zal de interesse in het karakter zeker vergroten.
  Aantal karakters De andere personages zijn wel belangrijk om de hoofdpersoon duidelijk te kunnen karakteriseren maar zij zijn geen belangrijke karakters in het verhaal. Alleen zijn vrouw Mariam is als personage in een paar hoofdstukken aanwezig. De hoeveelheid karakters vormt op geen enkel niveau een belemmering.
  Ontwikkeling van de karakters De hoofdpersoon is al volwassen wanneer we kennismaken met hem. Vanuit de dingen die hij beschrijft, zie je hoe hij zich ontwikkeld heeft en waarom dat zo gegaan is. Over de andere karakters wordt te weinig verteld om een ontwikkeling te kunnen zien.