Docenten Nederlands 15-18 | niveau 3 | Met mij gaat alles goed
Introductie
Jan Simoen (1953–2013) was een Vlaamse toneel- en romanschrijver; daarnaast was hij leraar Frans in Leuven. Zijn productie was groot: hij schreef kinderboeken, Young Adults, korte verhalen voor kinderen, creëerde met tekenaar Patrick Storms de stripfiguur Sigi, schreef hoorspelen en vertaalde veel toneelwerken.
In 1996 verscheen Met mij gaat alles goed, een adolescentenroman die gedeeltelijk gebaseerd was op waargebeurde feiten, namelijk de dood van een goede vriend aan de gevolgen van aids. Op Met mij gaat alles goed volgden En met Anna (1999) en Veel liefs van Michaël (2005). Sindsdien legde Simoen zich steeds meer toe op actualiteit en realiteit.
Na zijn dood voltooide onder anderen Edward van de Vendel werk van Simoen dat hij niet meer af had kunnen krijgen.
Inhoud
Twee stiefbroers die zeer op elkaar gesteld zijn, Jonas Bracke in New York en Michaël Lupovic in Fiesole (bij Florence), schrijven elkaar brieven over de stand van zaken in hun leven. De levenslustige Jonas is seropositief, maar Michaël mag dat niet doorbrieven aan hun ouders in België. Michaël van zijn kant schrijft over zijn moeizame relatie met Marta, op wie hij erg verliefd is. De oorlog in voormalig Joegoslavië die net is uitgebroken, maakt de etnische verschillen tussen Marta en hem pijnlijk voelbaar. En Jonas beschrijft de oorlog in zijn lijf. Via andere brieven kom je meer te weten over hun ouders, een jongste zusje dat nog thuis woont en een jeugdvriend met wie Jonas goed contact heeft.
In het laatste deel van de roman valt er meer licht op de ouders van Jonas en Michaël, Pierre Bracke en Irina Draculic. Zij zetten zich in voor vluchtelingen uit voormalig Joegoslavië.
Ondanks de dramatische ontwikkelingen die zich voordoen is de roman geen somber boek geworden; het is een inspirerend verhaal over sterke mensen met veel compassie voor de ander.
Moeilijkheid
Het verhaal zelf is niet erg gecompliceerd, maar de manier van vertellen, waarin veel subtiliteiten over de verhoudingen tussen personages gedoseerd worden verstrekt, maakt het lastig voor de N2-lezer greep te krijgen op wat er zich afspeelt. Ook de minder ervaren N3-lezer moet gestimuleerd worden door te lezen. Meer nog dan bij veel 'gewone' romans geldt voor deze briefroman dat het begrip vanzelf ontstaat als de lezer in een flink tempo doorleest. De N4-lezer zal veel genoegen kunnen beleven aan de gewaarwording langzamerhand deel uit te maken van de wereld van Jonas en Michaël.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | De lezer zal zich aangetrokken voelen door de gegevens uit de alledaagse realiteit. Misschien kan de vorm van briefroman afschrikken. Tegelijk heeft die briefvorm vlot taalgebruik tot gevolg; ook het directe van dit taalgebruik is aantrekkelijk. |
Interesses | Nieuwsgierigheid is al gauw gewekt door de eigentijdse sfeer en de maatschappelijk-relevante gegevens. Ook de politieke realiteit van Europa in de jaren negentig van de vorige eeuw kan leerlingen met belangstelling hiervoor aantrekken. Ten slotte is het een echt 'familieverhaal' met alle warmte én irritaties die daarbij horen. | |
Algemene kennis | De lezer van N2-, N3- en N4-niveau moet bereid zijn zich enigszins te verdiepen in de Europese geschiedenis van de jaren ’90 uit de voorgaande eeuw. Ook een minimum aan kennis over HIV en de ziekte aids is van belang voor begrip van het verhaalverloop. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | Er is geen specifieke literaire en culturele kennis vereist, maar het lezen van een briefroman vereist wel enige introductie en begeleiding van de docent, vooral bij de minder ervaren N2-lezer, die hiermee voorbereid kan worden op de specifieke kenmerken van dit genre. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Alledaags, direct taalgebruik; niet moeilijk. Wel zullen N2-lezers wat moeite hebben met sommige filosofische uitweidingen en de woordkeus daarin van de hoofdpersonen. |
Zinsconstructies | Eenvoudig. | |
Stijl | De stijl is vlot vertellend, met de nodige ironische grapjes zoals die tussen (stief)broers gemaakt kunnen worden. Misschien zullen N2-lezers die ironie niet begrijpen. Het aardige is dat de stijl vaak de spreekstijl van het betreffende personage benadert. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | Iedere lezer, van welk niveau ook, zal aanvankelijk, door de specifieke aard van de briefroman, moeite hebben de personages te leren kennen. Hun 'eigenaardigheid' komt alleen tot uiting in hun manier van briefschrijven, en soms in het commentaar dat anderen op hen geven. |
Aantal karakters | Er zijn maar weinig personages: Jonas, Michaël, een vroegere schoolvriend van Jonas en dan degenen aan wie en over wie zij schrijven: de ouders Pierre en Irina, het jonge zusje Anna, vriendin Marta en wat vluchtelingen. | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | N2-, N3- en N4-lezers doen er goed aan zorgvuldig na te gaan op welke manier sommige karakters veranderen. De veranderingen die Jonas doormaakt door zijn ziekte, zijn duidelijk, maar subtieler zijn de gevolgen daarvan voor zijn innerlijk. Ook Michaël geeft de veranderingen in zijn leven en zijn gevoelens nauwelijks bloot. Het vereist zorgvuldig lezen om die allemaal te registreren. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | Er is spanning op twee niveaus: de ontwikkeling in 'gebeurtenissen', inclusief Jonas’ agressieve ziekte, en de ontwikkeling in de verhouding tussen de personages. Deze ontstaat mede door wat er wel en juist niet verteld wordt / doorverteld mag worden. Ook is het hierbij van belang te letten op wie wat vertelt aan wie. N2-lezers kunnen die laatste vorm van spanning gemakkelijk over het hoofd zien. N3- en N4-lezers zullen veel plezier kunnen beleven aan deze vorm van psychologische spanning. |
Chronologie | De brieven zijn chronologisch geordend en worden steeds voorzien van plaats en datum. Helder, maar minder ervaren lezers moeten wel leren letten op die aanduidingen. | |
Verhaallijn(en) | Er zijn verschillende verhaallijnen: de ontwikkeling in de ziekte van Jonas, de verhouding tot zijn ouders, de liefdesrelatie van Michaël, de oorlog in voormalig Joegoslavië op de achtergrond, de ontwikkeling van de relatie tussen de ouders Pierre en Irina en de samenhang tussen al deze gegevens. Dat is veel voor een N2-lezer; deze heeft hulp nodig bij het ordenen hiervan. | |
Perspectief | Briefroman: overal treffen we ik-perspectief aan, beschouwend en belevend; de ik-personages zijn de auteurs van de brieven; een brief is een monoloog in ik-vorm. Ook hiervoor is het van belang dat de lezer steeds goed let op de aanduidingen boven en onder de brief. Verder niet ingewikkeld. Niet alleen N2-lezers maar ook die van N3 en N4 zullen hier wel op geattendeerd moeten worden, want deze aanduidingen zijn van wezenlijk belang voor het begrip. | |
Betekenis | De eerste verhaallijn, de ontwikkeling van Jonas’ ziekte, is voor N2, N3 en N4 eenvoudig te volgen en te begrijpen. Hierbij duiden de titels van de delen het stadium van de ziekte en Jonas’ toestand aan. Lastiger is het, vooral voor N2-lezers, te doorgronden hoe de verhouding van Jonas tot zijn ouders en jonge zusje zich ontwikkelt. Ook kan het de N2-lezer gemakkelijk ontgaan hoe Michaël zich voelt nu de oorlog in voormalig Joegoslavië invloed gaat hebben op zijn vriendschappen en zijn beginnende liefdesrelatie. N3- en N4-lezers zullen geholpen moeten worden de cruciale rol van deze oorlog in het leven van alle personages te onderkennen. | |
Relevante bronnen voor docenten |
jansimoen.com | website van de schrijver leesplein.nl | over Jan Simoen leestafel.info | over Met mij gaat alles goed en de andere delen van de trilogie |