Introductie
Stephan Enter (1973) groeide op in Barneveld in een gereformeerd gezin. In Barneveld was een Molukse wijk en Enter had contact met mensen uit deze wijk. Zijn boek Pastorale is op deze ervaringen geïnspireerd. Hij wilde met dit boek ook laten zien dat Molukkers niet alleen treinkapers zijn, maar gezagsgetrouwe mensen die in de jaren vijftig slecht zijn opgevangen in Nederland. Al die tijd hoopten zij weer terug te keren naar de Molukken, maar die belofte is nooit ingelost en hun eigen staat is nooit erkend. Enter studeerde in Utrecht zowel Nederlandse taal- en letterkunde als Keltische letterkunde en cultuur. In 1999 debuteerde hij met de verhalenbundel Winterhanden. Met zijn roman Grip (N4 op deze site) brak hij in 2011 door bij het grotere publiek; deze roman werd bekroond met De Gouden Boekenuil, de F. Bordewijkprijs en de C.C.S. Croneprijs.

Inhoud
Dit boek gaat over het leven in het landelijke dorp Brevendal. Hier leven twee gemeenschappen, de gereformeerde en de Molukse, naast elkaar. Het verhaal wordt afwisselend verteld door Oscar, leerling uit de vijfde klas van de middelbare school, en zijn oudere zus Louise, die net aan haar studie begonnen is en er eigenlijk mee wil stoppen. Zij komt voor korte tijd weer in Brevendal, vooral om moed te verzamelen om haar ouders te vertellen dat het geld op is en dat ze eigenlijk wil stoppen. Louise geeft voortdurend commentaar op de gereformeerde gemeenschap. Oscar krijgt van een van zijn docenten de opdracht om huiswerk te brengen bij Jonkie, een klasgenoot uit de Molukse gemeenschap, die door een ongeluk thuis zit. Op die manier komt hij voor het eerst in contact met de Molukse cultuur. In zijn klas heersen nogal wat vooroordelen ten opzichte van de Molukse gemeenschap. Oscar weet weinig over Jonkie. Bij Jonkie thuis ontmoet Oscar Jonkies zus Dona, op wie hij verliefd wordt. Terwijl Louise zich steeds dieper in de nesten werkt, komt Oscar steeds meer te weten over de geschiedenis van de Molukse gemeenschap.

Moeilijkheid
Deze roman is niet heel ingewikkeld. Het perspectief ligt weliswaar bij twee verschillende personen, maar de wisselingen zijn duidelijk aangegeven. De thematiek, de botsing tussen twee culturen, de gereformeerde en de Molukse, maar ook die tussen ouders en kinderen, is voor alle niveaus goed te begrijpen. Voor de lezer die niet bekend is met de gereformeerde cultuur, die voor beide hoofdpersonages vanzelfsprekend is, kan het lastig zijn zich hierin te verplaatsen; er komen nogal wat bijbelteksten langs, maar ook verwijzingen naar de kerkelijke cultuur van kerkdiensten, catechisatie, kindernevendienst en ouderlingen. De belevingswereld van de jongeren is voor alle lezers toegankelijk. Louise rookt en drinkt erg veel, vindt het lastig om open en eerlijk tegen haar ouders te zijn. Oscar is heel erg bezig met hoe hij bij Jonkie en Dona in de smaak kan vallen. De stijl van Enter met veel samengestelde zinnen en soms wat minder gangbare woorden is voor de N2-lezer misschien wat lastig. Ook besteedt Enter veel aandacht aan beschrijvingen van uiterlijk en omgeving, die voor de N2-lezer wellicht als ‘saai’ worden ervaren. De lezer die gevoelig is voor een mooie stijl, zal deze juist hierom waarderen. Het boek is niet heel erg spannend, maar nodigt wel uit om verder te lezen, omdat het nieuwsgierig maakt naar hoe het precies met de familie van Jonkie zit en ook naar hoe het zal verdergaan met Louise, die door onhandige keuzes steeds nieuwe problemen over zich afroept.

Didactische en letterkundige analyse

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid

De lezer moet zich afwisselend in twee personages willen verplaatsen en ook in verschillende culturen. Omdat beide personages jongeren zijn, is de drempel niet heel hoog.

 

Interesses

Wie geïnteresseerd is in hoe verschillende culturen binnen een dorp met elkaar omgaan en wie ook in het bijzonder belangstelling heeft voor de Molukse en/of de gereformeerde cultuur, heeft een subtiel, genuanceerd verhaal in handen. Ook voor wie belangstelling heeft voor de adolescentie, het maken van eigen keuzes en hoe ouders en kinderen hierin met elkaar omgaan, is dit boek interessant.

 

Algemene kennis

Geen bijzondere voorkennis vereist.

 

Specifieke literaire en culturele kennis

Kennis van de Bijbel en de kerkelijke cultuur is handig.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire

Wat minder gangbare woorden, zoals ‘blakerend’, ‘langsvliedend’, ‘gergemmers’, ‘fabelcontinent’.

 

Zinsconstructies

Veel samengestelde zinnen, met meerdere bijzinnen, maar niet al te ingewikkeld. Voor minder ervaren lezers kan het even wennen zijn.

 

Stijl

De stijl kan m.n. voor N2-lezers wat lastiger zijn, omdat de vele beschrijvingen van de sfeer, omgeving en gedachten de vaart er wat uit halen. De stijl is hier en daar ook wat gekunsteld.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters

Er zijn twee personages: Oscar, die in de vijfde klas zit van de middelbare school, en Louise, die net is begonnen met haar studie. Je leert hen goed kennen door de vele gedachten die beschreven zijn. Ook de andere personages zijn duidelijk.

 

Aantal karakters

Geen probleem.

 

Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters

Alles wordt afwisselend vanuit Oscar en Louise gezien. Het verhaal is goed te volgen. De spanning tussen verschillende personages neemt toe: tussen Oscar en Jonkie, Louise en Maarten, en Louise en haar moeder. Vooral in het karakter van Louise is in de loop van het verhaal enige ontwikkeling te zien. Bij Oscar is dat minder het geval.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning

Er gebeurt niet heel veel in het boek en dat kan lastig zijn voor lezers van de lagere niveaus, al zijn er wel een paar spannende momenten in het boek. Er is vooral duidelijk sprake van psychologische spanning binnen de personages en ook in hun relaties.

 

Chronologie

Het verhaal speelt zich af in een zomer in de jaren tachtig. Het verhaal wordt chronologisch verteld.

 

Verhaallijn(en)

Twee verhaallijnen die zich tegelijkertijd afspelen en elkaar deels overlappen. Voor de N2-lezer zijn die misschien niet altijd helemaal uit elkaar te houden, maar dat hoeft geen belemmering te vormen voor een goed begrip van de roman.

 

Perspectief

Het verhaal is geschreven vanuit een personaal perspectief van afwisselend Oscar en Louise. Die wisseling is duidelijk in de hoofdstukken afgebakend en is niet problematisch.

 

Betekenis

De N2-lezer zal zich vooral richten op de onderlinge relaties tussen de personages en hun gevoelens en gedachten daarbij. Lezers op N3 en N4 zullen meer oog hebben voor de culturele achtergrond van de personages en ook voor de achterliggende thematiek van ‘geworteld zijn’.

Relevante bronnen voor docenten

 

Interview met Stephan Enter in: Boekenkrant
Recensie van Rob Schouten: ‘De nerd en de atheïst’ in Trouw (ook op LiteRom)

Externe leestips

 

 

 

Maarten ’t Hart, Stenen voor een ransuil (1971)
Marion Bloem, Geen gewoon Indisch meisje (1983)
Adriaan van Dis, Nathan Sid (1983)
Frans Lopulalan, Onder de sneeuw een Indisch graf (1985)
Connie Palmen, De vriendschap (1995)

Auteur docentinfo

 

Dietske van den Berg-Geerlings