Lezen voor de Lijst

Introductie
Gerrit Kouwenaar (1923-2014) is een van de grootste dichters van de naoorlogse literatuur. Hij groeit op in het kunstenaarsplaatsje Bergen. In de oorlog wordt hij samen met zijn oudere broer opgepakt, als er anti-Duitse teksten in zijn kamer worden gevonden. Na enige tijd komt hij vrij, maar deze ervaring heeft hem wel gevormd. Hij wordt kunstredacteur bij De Waarheid. In 1946 debuteert hij met enkele novellen Uren en sigaretten. In 1948 sluit hij zich aan bij de Experimentele Groep Holland en levert bijdragen aan de tijdschriften Reflex en Cobra. Hij debuteert als dichter in 1953 met zijn experimentele bundel Achter een woord. Daarna publiceert hij diverse bundels, waarvoor hij verschillende grote prijzen ontvangt. Heel bekend is zijn bundel Totaal witte kamer uit 2002. Naast zijn dichterschap doet hij vertaal- en redactiewerk.
Zijn roman Val, bom verscheen voor het eerst in 1950. Het werd in 2023 opnieuw uitgegeven, tegelijk met een biografie over zijn oorlogsjaren, Morgen wordt het voor iedereen maandag, door Wiel Kusters. In hetzelfde jaar verscheen ook men moet. Biografie van Gerrit Kouwenaar van Arjen Fortuin.

Inhoud
Het verhaal begint met de zeventienjarige Karel Ruis die uit het raam kijkt en zich probeert voor te stellen hoe het zou zijn als hij almachtig was: dat zijn wiskundeleraar plotseling achter zijn lessenaar zou bezwijken, of een mooi meisje zich zomaar aan zijn voeten zou werpen, zijn ouders dood zouden gaan. Hij verveelt zich, heeft geen zin in zijn huiswerk. Hij denkt ‘Val, bom’, maar er gebeurt niets en hij blijft met een mislukt gevoel achter.
Dan komt zijn oom op bezoek, die hem in vertrouwen vraagt om een brief te brengen naar zijn geheime minnares. Een paar dagen later is het dan toch oorlog en valt er af en toe een bom in de stad. De minnares van zijn oom blijkt de excentrieke joodse mevrouw Mexocos. Het lukt de vrouw niet om meteen een brief terug te schrijven en zij vraagt Karel daarom de volgende dag terug te komen. Haar dochter Ria stelt Karel voor om samen te wandelen. Ook de volgende dag is de brief nog niet geschreven. Tussen Ria en Karel ontstaat een bijzondere relatie. Op een dag belt mevrouw Mexocos op dat hij direct moet komen, omdat ze naar Engeland zullen vluchten. Hij gaat halsoverkop naar hen toe en stelt voor dat hij meegaat, maar dat plan wordt afgewezen. Hij moet de brief naar zijn oom brengen. Na het afscheid is hij helemaal in de war. Als hij met de trein naar zijn oom afreist, blijkt dat de straat waar zijn oom woont, gebombardeerd is. Zijn oom leeft niet meer, zijn tante ligt in het ziekenhuis. Als hij weer terug naar huis wil, blijken er geen treinen meer te rijden. Hij besluit te voet te gaan, maar halverwege laat hij zich op de grond vallen en wordt hij gevonden door Duitse soldaten.

Moeilijkheid
Karel Ruis heeft wat weg van Frits van Egters uit De avonden van Gerard Reve (N4). Toch is het boek voor lezers op de lagere niveaus een stuk toegankelijker: het is vrij dun, en de spanning bevindt zich ook meer op het niveau van de gebeurtenissen dan in De avonden. Leerlingen van alle niveaus kunnen zich inleven in een zeventienjarige jongen die zich verveelt en daarom hoopt dat er een keer iets spannends gebeurt. De missie van het wegbrengen van een geheime brief aan een minnares roept ook spanning op. Ook de verliefdheid tussen Karel en Ria en het noodlot van het plotselinge afscheid zijn elementen die het verhaal voor alle niveaus interessant maken. Kouwenaars stijl is eenvoudig. Hij heeft niet die bijzondere afwisseling van het verhevene en het banale die bij Reve te vinden is. De enige moeilijkheid zit hem eventueel in het inleven in de andere tijd, namelijk die van de Tweede Wereldoorlog, waarin het leven van een zeventienjarige er toch echt wel een beetje anders uitzag dan nu, net als de relaties tussen kinderen en hun ouders en ooms en tantes. Je komt Franse zinnetjes tegen, voorwerpen die nauwelijks meer gebruikt worden of beschrijvingen die leerlingen niet meteen zullen herkennen. Voor de lezers van de hogere niveaus is het boek interessant om te vergelijken met De avonden, maar ook als bijzonderheid binnen het werk van Kouwenaar, die toch vooral als dichter bekend is. Verder roept het verhaal interessante maatschappelijke vragen op: met de kennis van nu over de Tweede Wereldoorlog en de afloop daarvan kijk je heel anders naar het verhaal dan iemand die er middenin zit. Hoe zit dat met Kouwenaar zelf, die het boek tien jaar na de oorlog schreef? Hoe zit het met de subtiele verwijzingen naar de Jodenvervolging en de (achteraf gezien wellicht perverse) wens dat het eindelijk eens oorlog wordt?

Didactische en letterkundige analyse

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid

De lezer moet bereid zijn zich in te leven in de tijd van de Tweede Wereldoorlog.

 

Interesses

Het boek is interessant voor lezers die belangstelling hebben voor het begin van de Tweede Wereldoorlog, en de psychologie van een zeventienjarige (verlangens, schuldgevoelens, opgroeien).

 

Algemene kennis

Het helpt de lezer als hij weet hoe de Tweede Wereldoorlog is begonnen en hoe de samenleving er in die tijd uitzag. Zo is alles rondom treinstations totaal veranderd.

 

Specifieke literaire en culturele kennis

Niet van toepassing, al voegt kennis van De avonden van Reve wel iets toe aan het leesplezier.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire

Er komen wat ouderwetse woorden voor: een ‘couvert van een portefeuille’, een ‘reisnecessaire’, een ‘eau-de-colognegeur’, ‘gelagkamer’. Ook komen er regelmatig Franse woorden en zinnen in voor.

 

Zinsconstructies

Een afwisseling van enkelvoudige zinnen en niet al te ingewikkelde samengestelde zinnen.

 

Stijl

Vrij zakelijk, met een licht-ironische ondertoon af en toe. Veel dialogen.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters

Het verhaal draait vooral om Karel, zijn ouders, de oom en tante, en mevrouw Mexocos en Ria. Verder komen er alleen wat passanten in voor.

 

Aantal karakters

Heel overzichtelijk.

 

Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters

Gedurende het verhaal zie je alleen de ontwikkeling van Karel van een eenvoudige schooljongen die zich verveelt tot een iets volwassener jongen die meer verantwoordelijkheid durft te nemen en meer onderneemt. Ook zie je een lichte ontwikkeling in de relatie tussen Karel en zijn ouders: in het begin is Karel erg gehoorzaam, maar gedurende het verhaal zet hij zich steeds meer af tegen hen en heeft hij ook meer geheimen.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning

De spanning bevindt zich voor een groot deel op het niveau van de gebeurtenissen: de wens van Karel dat er een bom gaat vallen en het uitkomen van die wens roepen spanning op. De missie met de geheime brief is ook een spannend element. De relatie tussen Karel en Ria is spannend, vooral ook als je beseft dat Ria joods is en moet vluchten. Ook is er sprake van spanning op psychologisch niveau: hoe gaat Karel om met de beginnende oorlogssituatie, het verlies van familieleden, het saaie leventje dat ineens op zijn kop staat, en – niet te vergeten – zijn schuldgevoelens vanwege de diepgevoelde wens aan het begin van het verhaal en het uitkomen daarvan.

 

Chronologie

Het verhaal is chronologisch verteld. Tussen de hoofdstukken zit soms een klein tijdsprongetje.

 

Verhaallijn(en)

Er is maar één verhaallijn.

 

Perspectief

Het (personale) perspectief ligt het hele verhaal bij Karel.

 

Betekenis

Het boek geeft voor lezers van alle niveaus vooral een goed beeld van een heel ‘gewone’, Hollandse, zeventienjarige jongen aan het begin van de oorlog. Met welke gedachten worstelt hij? Hoe kijkt hij tegen de oorlog aan (zonder kennis van de afloop van die oorlog)? Dat maakt het boek ook juist interessant voor de lezer van nu, die weet hoe de oorlog is afgelopen en hoeveel slachtoffers er zijn gevallen. Achteraf wordt alles gecategoriseerd met labels als ‘goed’ en ‘fout’. Voor N4-lezers is het interessant te onderzoeken in hoeverre dat tijdens de oorlog ook al duidelijk was. En was dat op het moment dat Kouwenaar het boek schreef anders dan nu?

Relevante bronnen voor docenten

 

Het uur van de Wolf: Een totaal witte kamer – Gerrit Kouwenaar’, documentaire die een beeld schetst van Kouwenaar als persoon en dichter
‘Een puber in de oorlog. Een liefde en een treinreis.’ Recensie Piet Windhorst, op Bazarow
‘Maar ik groei weg onder hun handen.’ Recensie Dietske Geerlings, op Tzum

Externe leestips

 

Louis Paul Boon, Mijn kleine oorlog (1947)
Gerard Reve, Werther Nieland (1949)

Auteur docentinfo

 

Dietske van den Berg-Geerlings