Lezen voor de Lijst

Docenten Nederlands 15-18

 | niveau 3 | Wij zijn licht

Introductie
Gerda Blees (1985) debuteerde in 2017 met de verhalenbundel Aan doodgaan dachten we niet en een jaar later verscheen haar poëziedebuut Dwaallichten. Beide werken kregen lovende kritieken. Wij zijn licht (2020) is haar eerste roman, die door de vele vertelstemmen en het beeldende taalgebruik haar liefde voor verhalen en poëzie samenbrengt. Ze liet zich voor dit boek inspireren door het nieuws over het overlijden van een vrouw in een Utrechtse woongroep in de zomer van 2017. Zelf woont Blees ook in een woongroep, en spiritualiteit is haar als beginnend boeddhist niet vreemd. Bovendien is ze geïnteresseerd in dingen die extreem fout gaan.
Net als haar eerdere werk kreeg ook Wij zijn licht lovende kritieken. Het boek werd bekroond met de Boekhandelsprijs 2021, de European Union Prize for Literature 2021 en stond op de shortlist van de Libris Literatuurprijs 2021.

Inhoud
Als midden in een zomernacht Elisabeth haar laatste adem uitblaast, wordt het rustige en spirituele leven van haar drie huisgenoten ruw verstoord. Het gedeelde verlangen van de woongroep ‘Klank en Liefde’ om te stoppen met eten en te leven van licht en liefde, lijkt de oudste bewoonster fataal te zijn geworden. En zo worden haar zus Melodie, Muriël en Petrus plotseling verdachten in een strafzaak.
Voor het eerst sinds jaren worden de idealisten van elkaar gescheiden; in de cel moeten ze het oordeel afwachten. Terwijl Melodie zich opwindt over de wijze waarop ze door de autoriteiten als ‘verdachten’ worden behandeld, slaat bij Muriël en Petrus de twijfel toe. Wie zijn ze zonder elkaar, wat zijn hun idealen nog waard en hadden ze de dood van Elisabeth kunnen voorkomen? Als de drie na enkele dagen weer vrijkomen en huiswaarts keren, is het de vraag of de woongroep nog een toekomst heeft.

Moeilijkheid
Leerlingen op alle niveaus zullen even moeten wennen aan het meervoudige en experimentele vertelperspectief van Wij zijn licht, waarin o.a. een cello, een slowjuicer en ‘de nacht’ het woord nemen. Vooral voor N2-lezers kan dit soms vervreemdend werken. Tegelijkertijd zorgt de gekozen vorm voor voldoende afwisseling en geeft het de nodige luchtigheid aan dit toch wel zware, op de werkelijkheid gebaseerde verhaal. Voor lezers van alle niveaus bevat het boek interessante thema’s, zoals groepsdruk, idealen, eenzaamheid en verantwoordelijkheid.

Didactische en letterkundige analyse

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid

De leerling moet bereid zijn zich te verplaatsen in de extreme idealen van een woongroep in een verhaal dat ook nog eens verteld wordt vanuit allerlei bijzondere vertelinstanties. Vooral voor N2-lezers is dit een uitdaging. Daartegenover staat dat het meervoudige perspectief voor afwisseling en spanning zorgt. Ook het feit dat het verhaal is gebaseerd op de werkelijkheid maakt het voor leerlingen aantrekkelijk.

 

Interesses

Wij zijn licht is interessant voor leerlingen die meer willen weten over spiritualiteit, groepsdynamiek en ‘hoe dingen extreem fout kunnen gaan’.

 

Algemene kennis

N.v.t.

 

Specifieke literaire en culturele kennis

Het is een pre als leerlingen al eerder een boek hebben gelezen met een meervoudig perspectief.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire

Over het algemeen niet moeilijk. Voor geen enkel niveau een probleem.

 

Zinsconstructies

Korte, eenvoudige zinnen, tot een woordenbrij die meer dan één bladzijde beslaat in het hoofdstuk ‘Wij zijn dementie’. Door de afwisseling voor N2-lezers geen groot probleem.

 

Stijl

Door de afwisseling in vertelinstanties is er ook een grote variatie in stijl. Van spreektaal (‘Wij zijn de buren’) tot meer poëtisch taalgebruik (‘Wij zijn de nacht. Wij brengen duisternis en dronkenschap, kattengevechten, slaap en slapeloosheid, seks en sterfgevallen’), tot whatsapp-berichtjes (‘Wij zijn de Hellinkjes’), spirituele blogs (‘Wij zijn het wereldwijde web’) en typisch coachende uitspraken van Melodie (‘Adem door je weerstand heen’). Door de afwisseling voor geen enkele lezer een probleem, al kan de lezer zich wel gaan ergeren aan de ‘zweverige’ taal van Melodie.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters

De belangrijkste personages zijn de leden van de woongroep: Melodie, haar zus Elisabeth, die aan het begin van het boek overlijdt, Muriël en Petrus. Daarnaast heb je ‘hen’ die zich buiten de woongroep bevinden, waarvan de familieleden van Melodie en Elisabeth en de drie rechercheurs de belangrijkste zijn.

 

Aantal karakters

Een heleboel (zie ‘Perspectief’), maar doordat de vier leden van de woongroep het hele verhaal centraal staan, vormt dit voor geen enkele lezer een probleem.

 

Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters

De leden van de woongroep zijn alle vier beschadigd door het verleden en zoeken hun toevlucht bij elkaar. Melodie is verlaten door haar geliefde; haar zus Elisabeth is altijd al ‘zwak’ geweest; Muriël voelde zich onbegrepen door haar ouders, haar studievriendinnen en collega’s op het belastingadviesbureau en Petrus kwam alleen te staan door zijn woedeaanvallen. Het is duidelijk dat Melodie de leiding heeft. Bij haar kunnen de anderen zichzelf zijn, maar tegelijkertijd neemt ze hen steeds verder mee in haar regime van niet-eten. Het is de vraag of lezers van N2/3 inzien dat Melodie haar huisgenoten net zo hard nodig heeft als andersom.
Als de drie overgebleven leden van de woongroep voor het eerst sinds jaren van elkaar gescheiden worden op het politiebureau, begint hun ‘wij’ scheurtjes te vertonen. Bij thuiskomst is Petrus niet meer zo meegaand met Melodie en staat Muriël op het punt van vertrekken.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning

Het hoofdstuk geschreven vanuit het verhaal zelf geeft het al aan: heel spannend wordt het allemaal niet. Hoewel het verhaal daar geen uitsluitsel over geeft, zal de vraag ‘Hoe heeft het zover kunnen komen?’ lezers op alle niveaus kunnen boeien. Ook de experimentele vertelvorm zal met name N3/4-lezers geboeid houden.

 

Chronologie

We volgen de bewoners van de woongroep vanaf het moment dat Elisabeth overlijdt en ze gearresteerd worden tot het moment dat ze drie dagen later weer thuiskomen. Via diverse vertelinstanties kom je meer te weten over ‘hoe het zover heeft kunnen komen’. Voor N2-lezers kan het ordenen van al deze ‘brokjes’ informatie een beetje puzzelen zijn.

 

Verhaallijn(en)

Eén verhaallijn. Geen probleem.

 

Perspectief

Het boek telt evenveel hoofdstukken als vertellers (25), met elk hun eigen karakter, taalgebruik en visie op de dramatische gebeurtenis. Daarbij kun je onderscheid maken tussen personen en groepen mensen (de raadvrouw, de ouders), objecten (een cello, een pen) en concepten (voorlopige conclusies, het verhaal). Dit zal voor lezers op alle niveaus even wennen zijn. Vooral voor N2-lezers kunnen de objecten en concepten vervreemdend werken; voor meer ervaren lezers geldt dat deze wat gekunsteld kunnen overkomen. Opvallend is dat de hoofdpersonages (de leden van de woongroep) nergens optreden als verteller.

 

Betekenis

N2-lezers zullen vooral getroffen worden door het waarheidsgehalte van het verhaal en zich afvragen of de drie huisgenoten schuldig worden bevonden aan de dood van Elisabeth. N3-lezers zullen zich meer bezighouden met de vraag ‘Hoe heeft het zover kunnen komen?’ en meer oog hebben voor de psychologie van de personages. Voor N4-lezers krijgt Wij zijn licht extra betekenis door de experimentele vorm, die een veelvoud aan visies op de gebeurtenis mogelijk maakt en laat zien dat iedereen zijn eigen ‘waarheid’ erop nahoudt.

Relevante bronnen voor docenten

 

Interview door Evelien van Veen met Gerda Blees in de Volkskrant (op LiteRom)
Recensie van Judith Eiselin in NRC Handelsblad (op LiteRom)
Interview door Thomas van Veen met Gerda Blees in NRC Handelsblad (op LiteRom)
Interview door Katja de Bruin met Gerda Blees in VPRO Gids 
Lexicon van Literaire Werken
, nr. 129 (maart 2022) over Wij zijn licht door Mathijs Sanders

Externe leestips

 

De saamhorigheidsgroep, Merijn de Boer
De wereld een dansfeest, Arthur van Schendel
Het vloekhout, Johan de Boose

Auteur docentinfo

 

Janneke Blok