Docenten Nederlands 15-18 | niveau 4 | Dit zijn de namen
Introductie
Tommy Wieringa werd in 1976 geboren in Goor (Overijssel). Hij ging in Zutphen naar de Vrije School, en werd op zijn zeventiende wegens onhandelbaarheid van school verwijderd; uiteindelijk heeft hij toch zijn vwo-diploma behaald. Daarna studeerde hij geschiedenis in Groningen en journalistiek in Utrecht.
Als schrijver had hij zijn eerste succes met de roman Alles over Tristan (2002), waarvoor hij de Halewijnprijs ontving. In 2005 brak hij naar het grote publiek door met de roman Joe Speedboot - ook behandeld op Lezenvoordelijst (niveau 4). Na het succes van Joe Speedboot is Wieringa's ster snel gerezen. Na Caesarion (2009) volgde het bekroonde Dit zijn de namen. Met deze boeken heeft Wieringa's schrijverschap internationale allure gekregen. Behalve literair proza heeft Wieringa ook gedichten, reisverhalen, columns, essays en beschouwingen geschreven.
Wieringa kreeg de eervolle opdracht om het boekenweekgeschenk 2014 te schrijven: Een mooie jonge vrouw. In 2017 verscheen De heilige Rita.
In 2010 schreef hij de tekst voor het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Hij presenteerde in 2013 het programma De grens op VPRO-televisie, was te bewonderen op culturele festivals (o.a. Lowlands) en staat afgebeeld op de nieuwe boekenbon. Wieringa's werk is inmiddels wereldwijd vertaald.
Inhoud
Pontus Beg is commissaris van politie in Michailopol, een fictieve grensstad in de steppe (Oekraïne?). Ooit was Michailopol een bloeiende provinciehoofdstad, maar de stad is in verval geraakt en is nu in de greep van corruptie en armoede. De hoop op een betere toekomst heeft Pontus Beg al opgegeven. Zijn enige plezier beleeft hij aan zijn huishoudster, die zo af en toe het bed met hem deelt. Beg komt plotseling op het spoor van een stukje onbekende familiegeschiedenis. Een jiddisch liedje duikt op in zijn herinnering, een gesprek met een rabbijn - de laatste Jood van Michailopol - voedt het vermoeden, een zevenarmige kandelaar op een oude foto biedt uitkomst. Beg weet zich plotseling een Jood, en door die wetenschap krijgt zijn leven onvermoed weer glans.
Als de winter invalt, wordt er een groep uitgeteerde vluchtelingen gesignaleerd in de straten van de stad. Niemand weet wie zij zijn, hun spookachtige aanwezigheid veroorzaakt angst en onrust. Als ze uiteindelijk worden opgepakt, wordt in hun bagage het bewijsstuk van een gruwelijke misdaad gevonden: het hoofd van een neger. Stukje bij beetje ontrafelt Pontus Beg de toedracht, en daarmee de geschiedenis van hun helletocht.
De barre reis van de vluchtelingen, die dus eindigt in Michailopol, is in het eerste deel beschreven in regelmatige afwisseling met de vertelling over Pontus Beg. De vluchtelingen zijn slachtoffers van een mensenhandelaar, die hun weinig minder dan het beloofde land heeft voorgespiegeld. De eerst nog naamloze leden van de groep krijgen langzaam kleur, identiteit.
In het tweede deel kruisen de twee verhaallijnen elkaar: het onderzoek naar de lotgevallen van de vluchtelingen raakt steeds nauwer verweven met de zoektocht van Pontus Beg naar zijn eigen roots. Beg als erfgenaam van het oude woestijnvolk voelt zich verwant met deze vluchtelingen. Met de jongste vluchteling, 'de jongen', krijgt hij echt een band. In het derde deel wil Beg de jongen in zijn voetspoor laten treden, zodat de 'kleine Mozes' een toekomst als Jood zal hebben.
Moeilijkheid
Dit zijn de namen is geen eenvoudig boek. Er worden de lezer maar weinig mogelijkheden tot inleving geboden. De literaire stijl en de filosofische thematiek vragen om een gevorderde en gemotiveerde lezer. Voor N3-lezers geven de vreemde en soms gruwelijke gebeurtenissen tijdens de zwerftocht van de vluchtelingen misschien net genoeg spanning; met het personage van Pontus Beg zullen weinig jonge lezers zich kunnen identificeren. Voor een goed begrip van de roman zal de lezer ten minste leesniveau 4 moeten hebben.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | Dit boek is bekroond en is een bestseller, en is hard op weg een moderne klassieker te worden. Dat zal veel lezers behoorlijk helpen om aan dit boek te beginnen. Ook de titel kan prikkelen. Maar het is geen makkelijk boek, en zeker de eerste helft is taai. Anders dan bij Joe Speedboot zullen jonge lezers in deze roman weinig herkenbaars aantreffen. Te weten dat de roman alom geprezen is, kan lezers helpen om de zaak toch tot een goed einde te brengen. Voor N3-lezers geven de vreemde en soms gruwelijke gebeurtenissen tijdens de zwerftocht van de vluchtelingen misschien net genoeg spanning. |
Interesses | Wie geïnteresseerd is in filosoferende romans, in religie in het algemeen en het joodse geloof en de Bijbel in het bijzonder, en in de moderne vluchtelingenproblematiek krijgt hier alles in één. | |
Algemene kennis | Er is geen bijzondere voorkennis vereist, al is enige bekendheid met de vluchtelingenproblematiek wel gewenst. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | De lezer die bekend is met de Bijbel en het jodendom zal zich wat makkelijker door het boek bewegen. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Geen problemen. |
Zinsconstructies | Geen ingewikkelde constructies. | |
Stijl | De stijl is soms poëtisch, soms afstandelijk, soms filosofisch. Daardoor kan zeker de N3-lezer gehinderd worden: het is lastig grip te krijgen op het verhaal en de mogelijkheid tot inleving wordt erdoor beperkt. De 'stilistische bravoure' en 'originele beeldenpracht' (Jury Libris Prijs) zullen aan gevorderde lezers op N4 en N5 wel besteed zijn, hoewel die hen ook kunnen hinderen in hun betrokkenheid. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | Pontus Beg is het meest concrete personage. De naamloze vluchtelingen blijven lang vaag, en tot op het laatst kan er verwarring zijn over hun identiteit; de vrouw en de jongen zijn het makkelijkst te onderscheiden. Dat geeft al aan dat het voor de minst ervaren lezers een behoorlijke klus zal zijn om de personages te volgen, laat staan zich met hen te identificeren. |
Aantal karakters | Goed te overzien. | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | Pontus Beg leren we van binnenuit en van buitenaf kennen. Hij maakt ook een duidelijke ontwikkeling door. De vluchtelingen worden gaandeweg duidelijker; het gedrag van de verschillende leden van deze groep wordt naar het einde toe stukje bij beetje verklaard. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | In het eerste deel zijn de oneven hoofdstukken gewijd aan Pontus Beg. Die lijn start veelbelovend, maar het is twijfelachtig of het gegeven voor spanningzoekers (N3) toereikend is. De andere hoofdstukken gaan over een groep vluchtelingen. De vertelling is hier aanvankelijk tamelijk vaag, maar dat kan ook als spannend ervaren worden. De regelmatige, en dus voorspelbare, afwisseling van beide lijnen, 24 hoofdstukken lang, komt de spanning niet direct ten goede. In het tweede deel komen de twee lijnen samen. Dat geeft de spanning in de roman wel een impuls. |
Chronologie | De twee verhaallijnen worden simultaan én chronologisch verteld. Nadat beide lijnen zijn samengekomen, worden eerdere gebeurtenissen uit de vluchtelingenlijn hernomen in het verhoor door Pontus Beg (hoofdstuk 34, 37 en 38b). Goed te volgen. | |
Verhaallijn(en) | Twee verhaallijnen, in het eerste deel in precieze afwisseling. In deel 2 en 3 zijn de lijnen samengekomen. | |
Perspectief | In de Pontus Beg-lijn personaal en alwetend. In de andere verhaallijn is de verteller alwetend. Het effect is een wat afstandelijke vertelling. | |
Betekenis | Voor N3-lezers zal het niet meevallen om aan dit boek betekenis toe te kennen. Zij zullen wel beseffen dat de zoektocht een centraal motief is, maar waarnaar in wezen gezocht wordt, blijft voor hen mogelijk verborgen. N4- en N5-lezers zullen beter raad weten met de 'vaagheid' van dit boek. De filosofische laag en de vraag naar het ontstaan van religie zullen wel blootgelegd worden. De kans bestaat dat deze lezers negatiever zullen zijn over het einde van het boek ('goedkoop') dan de N3-lezers; wie de Bijbelse parallel herkent - Mozes op de Nebo - zal wellicht positiever oordelen. | |
Externe leestips |
Hubert Lampo, De belofte aan Rachel (1952) Vincent Merjenberg, De grijzen (2021) |
|
Auteur docentinfo |
Pieter Waalewijn |