Docenten Nederlands 15-18 | niveau 4 | Een vrouw met mooie borsten
Introductie
Elte Rauch (Zeeuws-Vlaanderen, 1980) is schrijver en oprichter van de varende uitgeverij HetMoet. Op haar achttiende vertrok ze naar Engeland, waar ze lange tijd woonde, werkte en studeerde. Aan de University of Bristol behaalde ze haar masters filosofie en sociale wetenschappen. Op haar dertigste keerde ze terug naar Nederland, waar ze theologie studeerde aan de Universiteit van Utrecht. Achtereenvolgens werkte ze bij de GGZ, als literair assistent van Huub Oosterhuis en als programmeur voor literaire en culturele podia. Tegenwoordig woont ze afwisselend in Engeland en Nederland. Een vrouw met mooie borsten is haar debuut.
Inhoud
Veere Wachter is bijna veertig. Ze is schrijver, geeft schrijfcursussen aan o.a. ex-psychiatrische patiënten die hun verhaal vertellen, en werkt op een kantoor waar ze verhalen van cursisten beoordeelt. Ze woont samen met Krzysiek, die aan het begin van het boek promoveert. Terwijl Veere haar Krzys ziet als ‘mijn man, mijn anker, mijn levenspartner’, is ze vooral aan het flirten met allerlei verschillende vrouwen. Op Krzys’ promotie draagt ze een mannenpak met vlinderdas. Ze valt als een blok voor Janna, een jonge zangeres.
In haar dagboek schrijft ze over haar dagelijkse bezigheden, maar ook over haar verlangen groots en meeslepend te leven en de worsteling tussen dat verlangen en haar alledaagse beslommeringen. Ze verwijst met regelmaat naar allerlei grote schrijvers uit de wereldliteratuur, van wie er steeds aan het begin van delen citaten zijn opgenomen. Een bijzondere plek in het boek heeft Virginia Woolf, aan wie ze zichzelf voortdurend spiegelt, meer aan haar leven dan aan haar werk, al spelen wel de essays A room of One’s Own en On being ill een belangrijke thematische rol in het boek.
Op het moment dat ze de diagnose borstkanker krijgt, wordt ze gedwongen om over allerlei vanzelfsprekendheden na te denken: wat betekenen vrouwelijkheid en erotiek nog als ze zo ziek is? Veere zoekt in haar dagboek, dat loopt van januari 2019 tot en met april 2020, voortdurend de balans tussen wat er van haar verwacht wordt en dat waarnaar ze heimelijk verlangt. Allerlei thema’s komen aan bod: schaamte, teleurstelling, eenzijdige verliefdheid, twijfel en de invloed van een intensieve behandeling.
Moeilijkheid
Ondanks het feit dat dit een dagboek is van een volwassen vrouw, is het toch wel toegankelijk en herkenbaar voor leerlingen, omdat Veere worstelt met herkenbare levensvragen: hoe ga je om met de verwachtingen van andere mensen en hoe bewaar je je eigenheid daarin? Leerlingen zullen ervaren dat de vragen waar ze zelf mee worstelen, niet heel anders zijn dan die van volwassenen en dat volwassenen daarop niet per se pasklare antwoorden hebben; dat worstelen dus eigenlijk bij het leven hoort. Omdat Veere ook gesprekken en confrontaties met anderen in haar dagboek opneemt, krijg je echt een mooi beeld van hoe Veere zich tussen die anderen beweegt, zoals leerlingen dat zelf in een klas zullen ervaren: dat niemand in wezen gelijk heeft, maar dat ieder mens en iedere relatie nieuw en onvoorspelbaar zijn. Leerlingen die worstelen met hun geaardheid zouden zich getroost kunnen voelen door Veeres openhartige gedachten en gevoelens daarover. Hetzelfde geldt voor lezers die ziek zijn of iemand in hun directe omgeving hebben die ziek is. Je ziet aan Veere dat ze in de eerste plaats ‘mens’ blijft, ondanks haar ziekte.
De moeilijkheid voor de lezers zit vooral in het gebrek aan houvast. Het dagboek is ingedeeld in maanden en dagen, maar die orde is schijn, want binnen die maanden springen Veeres belevenissen, gevoelens en gedachten alle kanten op. Die willekeur is eigen aan een dagboek en de lezer zal zelf moeten zoeken naar motieven en thema’s om de chaos van Veeres leven tot een eenheid te maken. Mooi voor alle niveaus is dat de talloze verwijzingen naar de wereldliteratuur het volgen van Veeres leven niet in de weg zitten. Je krijgt ongemerkt veel mooie levenswijsheden mee. Voor wie het werk van deze auteurs wel kent, met name het werk van Woolf, krijgt het dagboek een prachtige gelaagdheid.
Didactische en letterkundige analyse
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid |
De lezer moet bereid zijn een dagboek te lezen en daarmee een boek dat per definitie geen duidelijke eenheid vormt en de focus heeft op de ‘ik’. Het kan zijn dat het openhartige en gedetailleerde schrijven van Veere over haar ziekte en behandeling voor sommige leerlingen te confronterend is, hoewel ze daarover niet per se op een schokkende manier schrijft. |
|
Interesses |
Het boek is interessant voor lezers die graag nadenken over levensvragen, relaties, vrouwelijkheid, ziek-zijn en schrijverschap. Psychologie en filosofie gaan in dit dagboek hand in hand. |
|
Algemene kennis |
Niet van toepassing. |
|
Specifieke literaire en culturele kennis |
Het dagboek krijgt absoluut een diepere gelaagdheid als je meer kennis hebt van het leven en de opvattingen van Virginia Woolf. Omgekeerd weet Rauch de lezer vooral ook te inspireren om meer te gaan lezen: niet alleen boeken en essays van Woolf, maar ook werk van andere auteurs die zij noemt en citeert. |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire |
Zeker niet ingewikkeld. |
|
Zinsconstructies |
Een afwisseling van enkelvoudige zinnen, vragen, uitroepen en langere, samengestelde zinnen. |
|
Stijl |
Sprankelend en afwisselend. Gevoelens, gedachten, vragen, uitroepen en beschrijvingen wisselen elkaar in een rap tempo af. Daarnaast is het vaak staccato met steeds heel korte, onvolledige maar heldere zinnen, waardoor het leestempo hoog ligt. |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters |
Het verhaal draait vooral om Veere, de ik-persoon, met wie je gedurende het hele dagboek meekijkt, meevoelt en meedenkt. Haar partner, steun en toeverlaat Krzysiek (in het boek ook Krzys en Krzysztof genoemd) komt ook veelvuldig voor, maar altijd door Veeres ogen. Omdat Veere verlangt naar Janna, lees je veel over haar verlangens. De ontmoetingen met Janna zijn echter meestal teleurstellend. Virginia Woolf komt zo vaak voor dat ze bijna ook een (denkbeeldig) personage wordt in het dagboek. Veere spiegelt zich aan haar levensgeschiedenis, werk en uitspraken. Daarnaast komen collega’s van Veere voor, haar moeder en wat vriendinnen. Vooral haar collega Erik en vriendin Zoë zou je kunnen zien als bliksemafleiders. |
|
Aantal karakters |
Inherent aan een dagboek is dat de personages niet altijd geïntroduceerd worden. Veere schrijft over allerlei mensen die ze die dag heeft ontmoet of over wie ze op dat moment nadenkt. Voor de lezer is het soms even puzzelen, terug of juist verder bladeren om erachter te komen wie de betreffende persoon eigenlijk is. Het kan zijn dat hij daar wat houvast verliest. Aan de andere kant gaat het vooral om hoe Veere zich tot hen allemaal verhoudt en daar houd je als lezer goed zicht op, omdat je in haar hoofd zit. |
|
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters |
Veere is zich voortdurend bewust van haar verhouding tot alle mensen om haar heen en vooral die relatie is waar het om draait: hoe gaat Veere om met Krzys, terwijl ze verliefd is op Janna? Meer dan hoe Krzys dat vindt, ervaar je hoe Veere zelf alles beleeft. Onwillekeurig ga je daar als lezer wel over nadenken: wat vinden die anderen eigenlijk van Veeres gedrag? Veere zelf denkt daar overigens ook genoeg over na. Zo schrijft ze dat ze nogal eens hoort dat ze verliefd is op Janna, maar dat Janna dat niet op haar is. Het dagboek is wel echt een ondoorzichtig web van allerlei verhoudingen en relaties die de ene keer diepgaand, de andere keer slechts oppervlakkig de revue passeren. |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning |
De spanning bevindt zich in verschillende lagen. Eerst is daar de spanning van hoe Veere worstelt met haar geaardheid. Ze heeft een relatie met een man, terwijl ze ook verliefd is op een vrouw. Je wilt graag weten hoe die relaties zich ontwikkelen. Een andere spanning is die van het ziekteproces: hoe gaat zij om met dit ziek-zijn, de behandeling? Die twee vormen van spanning hebben echter ook nog eens invloed op elkaar, want wat doet ziekte met die verschillende relaties én wat doen de verschillende relaties met de ziekte? Meer verborgen is die filosofische laag, door alle verwijzingen naar de wereldliteratuur. Daar komen steeds levensvragen en levenswijsheden omhoog die zich mengen met de situatie waarin Veere zich bevindt. |
|
Chronologie |
Het dagboek is chronologisch van januari 2019 tot en met april 2020, maar je krijgt tussendoor ook wel herinneringen te lezen, aan de eerste ontmoeting met Krzys en Janna bijvoorbeeld. |
|
Verhaallijn(en) |
Het is de vraag of er überhaupt sprake is van een verhaallijn. Omdat het een dagboek is, ervaar je alles wat er gebeurt als ad hoc, zoals dat ook in het echte leven zo is. Toch volg je ondanks die relatieve chaos wel de lijn van de relaties en het ziekteproces. |
|
Perspectief |
Het perspectief ligt het hele verhaal bij Veere. |
|
Betekenis |
In het boek zijn veel betekenissen te vinden. Het boek zet niet alleen aan het denken over relaties en ziek-zijn, maar vooral ook over mens-zijn, je verhouding tot de ander, en zingeving in het leven. Voor de lezers van de hogere niveaus zullen de intertekstuele verwijzingen ook een extra betekenis toevoegen. |
Relevante bronnen voor docenten |
|
Kort gesprek over het vrouwenlichaam in de literatuur met Elte Rauch, Marja Pruis en Roos van Rijswijk |
Externe leestips |
|
Anna Blaman, De verliezers (1948) |
Auteur docentinfo |
|
Dietske van den Berg-Geerlings |