Docenten Nederlands 15-18 | niveau 4 | El Negro en ik

Introductie
Frank Westerman (1964) is journalist en schrijver. Hij studeerde Tropische Cultuurtechniek in Wageningen. Voor zijn afstudeeronderzoek verbleef hij in 1987 in Peru, waar hij de precolumbiaanse irrigatiemethoden van de Aymara in de Andes bestudeerde. In die tijd schreef hij zijn eerste journalistieke reportages.
In 1992 werd hij correspondent voor de Volkskrant in Belgrado. Samen met zijn collega Bart Rijs wist hij als enige Nederlandse journalist door te dringen tot Srebrenica ten tijde van de val in 1995. Zij schreven daarover het boek Het zwartste scenario. Als verslaggever van NRC Handelsblad bezocht hij diverse internationale brandhaarden. Tussen 1997 en 2002 werkte hij voor deze krant in Moskou als correspondent. Sinds 2002 woont en werkt hij als fulltime schrijver in Amsterdam.
Zie voor een uitvoeriger overzicht: frankwesterman.nl.

Inhoud
Als 19-jarige student tropische landbouw belandde Frank Westerman bij toeval in Banyoles, een stadje in de Spaanse Pyreneeën. In het museum voor natuurhistorie kwam hij oog in oog te staan met een halfnaakte man van 1,35 meter hoog met een speer en een schild, die op een voetstuk stond genageld in een glazen kast. Het bleek een in de negentiende eeuw opgezette mens uit Afrika.  De conservatoren van het museum smeerden hem eens per kwartaal in met schoensmeer, omdat de chemicaliën waarmee hij was geconserveerd ontkleuring van de huid tot gevolg hebben. 'El Negro', zoals de man uit Botswana wordt genoemd, was een bekende publiekstrekker in het museum. 'Hij was een mens, gevild en daarna gevuld als een opgezet dier. Ik kreeg het warm en voelde mijn haarwortels prikken - gewoon uit een ongericht gevoel van schaamte,' schrijft Westerman.
Westerman bedacht dat als iemand de identiteit van de opgezette man kon achterhalen, dit exotisch object misschien wel weer een mens werd. Hij kocht in het museum twee ansichtkaarten van El Negro. In 1997, toen kranten schreven dat El Negro onder druk van de Afrikaanse ambassadeurs niet langer werd tentoongesteld, vond hij die ansichtkaarten terug en gaf ze een plaats op zijn prikbord. 'We hadden dagelijks oogcontact en geleidelijk aan begonnen de ideeën te rijpen. Ik zag El Negro voor me als de hoofdpersoon in een 'postume biografie', een beschrijving van wat er met hem was gebeurd - van het moment dat hij in handen viel van zijn preparateur tot aan zijn verwijdering van het toneel.' Hij meende dat die gebeurtenissen ook de ontwikkeling van het Europese denken over ras zou weerspiegelen.
Westerman volgt de weg van El Negro van Parijs via Barcelona naar de Pyreneeën en bekritiseert en passant de westerse ontwikkelingshulp. Elk hoofdstuk van El Negro en ik is een afgerond geheel met een eigen sfeer die contrasteert met het voorgaande. In elk hoofdstuk introduceert Westerman nieuwe personen die hij raak typeert, terwijl ze ons meestal als gids met hun specifieke kennis een stap dichter bij El Negro brengen. Bijna achteloos weeft de auteur het verlies van zijn geloof in het ontwikkelingswerk door zijn zoektocht naar de zwarte mens die was opgezet als betrof het een krokodil of een Kaapse leeuw. Aan het eind van zijn boek concludeert de auteur dat 'als ontwikkelingshulp al geen openlijk imperialisme was, dan toch cultuurimperialisme'.

Moeilijkheid
De grootste moeilijkheid is hier: niet te blijven steken op een te concreet niveau. De schrijver heeft een vlot, ‘waargebeurd’ verslag geschreven, dat bij vlagen spannend is. Velerlei zaken worden losjes aan elkaar geknoopt. De lezer moet aandachtig lezen, scherp blijven en het overzicht bewaren; hij moet ook beseffen dat Westerman zich in zijn non-fictie van literaire middelen bedient en daarmee diepere lagen creëert. De reconstructie van de lotgevallen van El Negro blijkt vooral ook een kapstok voor morele, existentiële en filosofische vragen. Een N3-lezer zal hier meer moeite mee hebben dan lezers van de hogere niveaus.


Didactische en letterkundige analyse

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid

De lezer moet bereid zijn mee te gaan in een journalistiek onderzoeksverslag. De schrijver brengt daarbij veel uiteenlopende zaken met elkaar in verband. De persoonlijke betrokkenheid van de schrijver en de wijze waarop hij zijn verhaal brengt, maken het de lezer zeker niet moeilijk. 

 

Interesses

Het boek is interessant voor lezers die nadenken over de verhoudingen tussen culturen, over ontwikkelingshulp / ontwikkelingssamenwerking en over (post-)koloniale problematiek. Belangstelling voor o.a. culturele antropologie, geschiedenis (hoe opvattingen kunnen veranderen), archeologie en museumethiek wordt in dit boek bevredigd.

 

Algemene kennis

Geen bijzondere voorkennis vereist. 

 

Specifieke literaire en culturele kennis

Geen bijzondere voorkennis vereist. De lezer wordt over zeer uiteenlopende onderwerpen (bijv. 10CC, Rousseau, Antjie Krog en de politieke geschiedenis van Sierra Leone)  geïnformeerd in het boek zelf.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire

Op niveau. Lezers op N4 zullen gewoon kunnen doorlezen. In voorkomende gevallen kan een woordenboek uitkomst bieden.

 

Zinsconstructies

Geen probleem.

 

Stijl

Grotendeels vlot te lezen. De taaiere gedeelten met veel informatie, zoals in de 35 pagina’s over de geschiedenis van Sierra Leone, zijn bij aandachtig lezen toch ook goed te doen.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters

We volgen Frank Westerman, de ik-figuur, op zijn zoektocht. Ook zien we hoe hij zich door de jaren heen ontwikkelt. Hij is de enige die we goed leren kennen, al draait het verhaal niet om hem als literair personage.

 

Aantal karakters

De schrijver is onze gids. De mensen die hij onderweg ontmoet, zijn alleen maar relevant voor zover ze een rol spelen in zijn onderzoek.  

 

Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters

De beschreven ontwikkeling van de opvattingen van Westerman – van scholier tot journalist – wordt onderdeel van de morele verkenning waar het boek om draait.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning

Spanning heeft bij non-fictie een ander karakter dan in een roman. Natuurlijk zit er een bepaalde spanning in de speurtocht naar de herkomst van El Negro. Ook de morele vragen die in het boek aan de orde komen, zijn uitdagend voor de lezer. De structuur van het boek – bijv. de prikkelende proloog, de niet-chronologische opzet – draagt ook bij aan de spanning.

 

Chronologie

Het boek is allesbehalve chronologisch opgezet. Elk hoofdstuk is wel gedateerd (bijv. Jamaica, 1985; Parijs, 1831), zodat de lezer weet waar hij zit.

 

Verhaallijn(en)

De titel van het boek zinspeelt op de twee verhaallijnen: de omzwervingen van El Negro én de ontwikkeling in het denken van de ik-figuur.

 

Perspectief

Het perspectief ligt bij de schrijver, die een veelheid aan feiten en ideeën verzamelt en met elkaar verbindt.

 

Betekenis

N3-lezers zullen zich in eerste instantie concentreren op de bizarre lotgevallen van El Negro, en de morele vragen die daaruit voortvloeien. Maar doordat het boek ook hoofdstukken bevat die daar helemaal niet over lijken te gaan, zullen zij op zoek moeten naar de betekenis van het grotere geheel. Lezers op N4 zullen het verband tussen beide ‘verhaallijnen’ wellicht eenvoudiger leggen. N4- en N5-lezers zullen het boek kunnen verbinden met maatschappelijke discussies rond culturele verhoudingen, kolonialisme en erfgoed. Deze lezers zullen ook de verschuivingen in Westermans visie op ontwikkelingshulp kunnen destilleren uit het boek en erop reflecteren.       

Relevante bronnen voor docenten

 

frankwesterman.nl

Externe leestips

 

Adriaan van Dis, Het beloofde land (1992)
Henk van Woerden, Een mond vol glas (1998)
Tom Lanoye, Gelukkige slaven (2013)

Auteur docentinfo

 

Pieter Waalewijn