Docenten Nederlands 15-18 | niveau 4 | Het behouden huis
Introductie
Willem Frederik Hermans (1921- 1995) was een van Nederlands meest gevierde auteurs. Samen met Harry Mulisch en Gerard Reve werd hij beschouwd als de Grote Drie van de naoorlogse Nederlandse literatuur. Onomstreden als persoon was hij echter niet. Hij had regelmatig ruzie met collega-auteurs, recensenten, wetenschappers en politici; naast schrijver van romans, verhalen en gedichten was hij een groot polemist.
Zijn romans en verhalen zijn sterk beïnvloed door het surrealisme en het existentialisme, en door zijn eigen misantropische wereldbeeld. Hij schreef romans met de Tweede Wereldoorlog als decor, romans over de wetenschappelijke wereld, experimentele romans en - vooral in zijn laatste jaren - contemporaine romans. Behalve in romans blonk Hermans uit in novellen. Het behouden huis is daarvan wellicht het bekendste voorbeeld, maar klassieke novellen publiceerde hij ook in de bundels Paranoia (1953), waarin ook altijd Het behouden huis opgenomen is geweest, Moedwil en misverstand (1948) en Een wonderkind of een total loss (1967).
Inhoud
Leeswaarschuwing: onderstaande tekst bevat details over de inhoud en/of de afloop van het verhaal.
De naamloze Nederlandse hoofdfiguur bevindt zich midden in de strijd, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, in een niet nader genoemd, vermoedelijk Midden-Europees, land. Hij vecht aan de zijde van communistische partizanen, in een legereenheid waarbinnen hij vrijwel geen medesoldaat kan verstaan. Alleen met een Franse soldaat heeft hij een enkele keer een moeizaam gesprek. Na enkele verwarrende gevechtssituaties komt hij in een dorp aan. Daar loopt hij rond totdat hij bij een huis komt dat er nog gaaf en pas net verlaten uit ziet. Hij gaat naar binnen - hij is in jaren niet meer in een gewoon huis geweest - en gaat op onderzoek uit. Het huis maakt een bewoonde indruk, maar mensen vindt hij niet. Wel is er een deur die niet open kan. De hoofdpersoon neemt een bad en trekt kleren aan van de bewoner.
Als vervolgens een Duitse officier (blijkbaar hebben de Duitsers het dorp heroverd op de partizanen) aanbelt met het verzoek of enkele officieren in het huis kunnen verblijven, doet de hoofdpersoon zich voor als de eigenaar van het huis. De Duitse officieren zijn bijzonder hoffelijk en bezorgen hem nauwelijks last. Hij krijgt het idee om altijd in dit huis te blijven. Echter, op een dag - de officieren zijn op pad - verschijnen de echte eigenaar en zijn vrouw. Hij vermoordt beiden. Vervolgens blijkt de afgesloten deur open te zijn. Binnen bevinden zich een flink aantal aquaria met bijzondere vissen en een oude, dove man die voor de vissen zorgt. De hoofdpersoon probeert de man te waarschuwen dat de Duitsers weer uit de stad verdreven zijn, maar deze lijkt hem niet te begrijpen. Uiteindelijk keert een Duitse officier terug, de meest hoffelijke van allemaal. De hoofdpersoon neemt hem gevangen en sluit hem op in de kelder. Daarna zoekt hij weer contact met de partizanen. Deze volgen hem naar het huis en plunderen en vernielen dat volkomen. De Duitse officier en de oude man worden opgehangen. Als de partizanengroep weer verder trekt, gooit de hoofdpersoon ten slotte een granaat in het huis. Hij loopt weg met het gevoel dat het huis hem verraden heeft.
Moeilijkheid
Het behouden huis is een van die boeken die door hun geringe dikte snel gekozen worden door leerlingen met haast. De novelle is bovendien aantrekkelijk vanwege de achtergrond (WO II) en de niet al te ingewikkelde stijl. De uitdaging voor N3-lezers is dan ook vooral het boek te lezen als meer dan een kort oorlogsverhaal. Deze uitdaging wordt bemoeilijkt doordat deze lezers wellicht nog te weinig kennis bezitten van stromingen en het wereldbeeld van de auteur. Om meer betekenis te kunnen hechten aan het verhaal zullen deze leerlingen juist zeer secuur moeten lezen, met aandacht voor het perspectief bijvoorbeeld, en het karakter van de hoofdpersoon.
Voor N4-lezers is Het behouden huis een mooie uitdaging, omdat zij waarschijnlijk eerder zullen vermoeden dat het boek over veel meer dan alleen oorlog gaat. Het kan voor hen daardoor een mooie opstap zijn om na te denken over de ideeënwereld van de auteur en, in het verlengde daarvan, stromingen. Voor N5-lezers zal het eenvoudiger zijn om de novelle cultuur-historisch te plaatsen; de uitdaging ligt bij hen vooral bij het oordeel over de novelle en het wereldbeeld en de vraag in hoeverre een verhaal moreel juist moet/kan zijn. Voor alle drie de relevante niveaus geldt dus dat er veel te halen is in deze novelle, mits deze nu juist niet gehaast wordt gelezen.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | De geringe omvang en het verwarrende, maar ook enigszins actierijke begin zorgen er voor dat ook lezers met een geringe leesmotivatie zonder problemen aan dit boek zullen beginnen. |
Interesses | Het boek zal gezien het geringe aantal vrouwelijke personages en het oorlogsgehalte in eerste instantie vooral jongens aanspreken. Zeker op de hogere niveaus echter is het aantrekkelijk voor de filosofisch ingestelde lezer van beide geslachten. | |
Algemene kennis | Enige kennis van WO II en de term 'partizanen' helpt wel bij het begrip van het boek, maar is niet noodzakelijk. In de novelle zelf wordt nauwelijks iets uitgelegd. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | Wie kennis heeft van het wereldbeeld van Hermans en het nihilisme en existentialisme leest dit boek op een andere manier dan andere lezers, maar die kennis is niet noodzakelijk. Waarschijnlijker is dat de novelle lezers juist tot die kennis brengt. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Er worden nauwelijks moeilijke woorden gebruikt. |
Zinsconstructies | De zinnen zijn niet lang en eenvoudig te volgen voor lezers vanaf N3. | |
Stijl | De stijl is beschrijvend en wekt bevreemding. Situaties worden nauwelijks toegelicht, waardoor een N3-lezer wel eens in verwarring kan raken. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | Het karakter van de hoofdpersoon is moeilijk te duiden, met name doordat hij vrijwel niets vertelt over zijn emoties. Hier ligt een uitdaging voor alle niveaus. |
Aantal karakters | Er zijn, naast de hoofdpersoon, vijf personages die een gezicht krijgen en deze zijn voor geen enkel niveau lastig uit elkaar te houden. | |
Ontwikkeling van de karakters | De hoofdpersoon lijkt zich te ontwikkelen, maar aan het einde van de novelle lijkt hij weer terug bij af. Dat is niet moeilijk te constateren, maar het duiden van de aard van de (mislukte) ontwikkeling is wel een uitdaging voor N3- en N4-lezers. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | Er zit nogal wat actie in deze roman (veldslagen, moorden). Deze wordt echter op een terloopse manier beschreven; het waarom van de daden op zich is voor N3-lezers een uitdaging; het waarom van de terloopse beschrijving voor N4- en N5-lezers. |
Chronologie | Het verhaal is volkomen chronologisch verteld. Wel zitten er tijdsprongen in die niet duidelijk worden aangeduid. Een uitdaging voor N3- en N4-lezers. | |
Verhaallijn(en) | Er is slechts één verhaallijn. | |
Perspectief | Het perspectief is helder, maar de invulling is voor N4- en N5-lezers een uitdaging. We kijken mee met een hoofdpersoon in verwarring, maar leren niet veel over zijn emoties, waardoor er tegelijkertijd afstand is. | |
Betekenis | Voor N3-lezers is dit de grootste uitdaging. Hun aanknopingspunt zal zijn dat de novelle aanduidt hoe verschrikkelijk oorlog is. Voor N4-lezers biedt de novelle de uitdaging om na te denken over het wereldbeeld van de auteur en de zin van het leven in het algemeen. Voor N5-lezers is het interessant een oordeel te vellen over dat wereldbeeld en de novelle te vergelijken met andere oorlogsverhalen. |