Introductie

Ferdinand Bordewijk (1884-1965) wordt beschouwd als één van de belangrijkste auteurs uit de Nederlandse literatuur, en zeker uit het interbellum. Hij is misschien wel de meest typische vertegenwoordiger van de Nieuwe Zakelijkheid. Naar aanleiding van Bint is gesproken van 'gewapend-betonstijl', kenschets van zijn sobere stijl van ellipsen, enkelvoudige zinnen en beperkt gebruik van bijvoeglijke naamwoorden.
Bordewijk woonde op veel verschillende adressen in Den Haag en werkte als advocaat in Rotterdam. Al in 1912 promoveerde hij tot doctor in de rechten. Tot advocaat werd hij beëdigd toen hij 29 was. Hij trouwde met de toen bekende componiste Johanna Roepman; ze kregen twee kinderen. Onder het pseudoniem Ton Ven publiceerde hij al jong poëzie. Onder eigen naam schreef hij een uitgebreide reeks verhalenbundels, romans, schetsen, toneelstukken en literaire kritieken.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Bordewijk actief in het kunstenaarsverzet. Bij een bombardement op het Haagse Bezuidenhout werd zijn huis getroffen en raakte hij zijn uitgebreide bibliotheek kwijt. Na de oorlog maakte hij deel uit van de Raad die collaboratie van kunstenaars moest beoordelen.
Bordewijk ontving geregeld belangrijke literaire prijzen voor verschillende van zijn werken. De bundel Blokken, Knorrende beesten, Bint (ook op deze site) en de roman Karakter worden nog steeds veel gelezen en herdrukt.

Inhoud

Karakter is het verhaal van het buitenechtelijke kind Jacob Willem Katadreuffe ('deze naam op zijn Nederlands uit te spreken'). Hij wordt grootgebracht door zijn moeder, Joba, die weigert met Katadreuffes vader, de deurwaarder Dreverhaven, te trouwen. Nadat hij als kleine zelfstandige failliet is gegaan, vindt er een ommekeer plaats in zijn leven: zijn enige doel wordt zijn ontwikkeling tot advocaat. Die weg legt Katadreuffe af met als vriend alleen Jan Maan; een mogelijke liefdesrelatie met zijn collega Lorna te George houdt Katadreuffe af. Bij zijn klim op de maatschappelijke ladder wordt Katadreuffe, zo lijkt het, voortdurend gedwarsboomd door zijn vader. Nadat Katadreuffe zijn doel bereikt heeft, suggereert de vader dat hij wel eens niet tegen-, maar juist méégewerkt zou kunnen hebben: door het zijn zoon moeilijk te maken, maakte hij hem groot.
Bron: Ralf Grüttemeijer, 'Over F.  Bordewijks Karakter', op: dbnl.org

Moeilijkheid

Het verhaal is niet complex. Het wordt chronologisch verteld vanaf de conceptie van de boreling Jacob Willem (letterlijk: ab ovo.) tot zijn achtentwintigste jaar, wanneer hij beëdigd als advocaat afscheid neemt van zijn vader en zijn leven tot dan toe overziet. Voor N3-lezers is dit begrijpelijk. Het taalgebruik kan door woorden die nu niet meer gangbaar zijn, voor jonge lezers van alle niveaus lastig zijn. De zakelijke stijl dempt dat effect. Meer geoefende lezers zullen erg genieten van Bordewijks nauwkeurige taalgebruik. Langere beschouwingen van filosofische aard van de hoofdpersoon en van de auctoriale verteller zijn soms pittig en liggen op N5-niveau; rake typeringen in enkelvoudige zinnen compenseren dit weer. Ook dialogen zijn wisselend eenvoudig en breedvoerig. Bordewijk maakt gebruik van open plekken, waardoor spanning omtrent het verloop wordt opgebouwd. Humor is bij deze auteur vaak verborgen in kleine toespelingen: voor wie op de hoogte is van zijn woon- en werkplaats zijn de grappen over Rotterdam en Den Haag erg vermakelijk. Ook de steken aan het adres van de NSB (het oranje-blanje-bleuvlaggetje) en de CPH zijn alleen herkenbaar voor degenen die de details herkennen. Ook lezers van N4- en N5-niveau zullen zich hierin moeten verdiepen om dit naar waarde te schatten.
Voor lezers die behoefte hebben zich te identificeren met personages zijn er genoeg aanknopingspunten in de belevingswereld van de hoofdpersoon; ook op N3-niveau is het boek daarin toegankelijk.

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid Het boek heeft een redelijke omvang, voor N3-lezers misschien een min, maar N4- en N5-lezers zullen er geen moeite mee hebben. Auteursnaam en titel kunnen nieuwsgierig maken; ook flaptekst en motto dragen hieraan bij.
  Interesses Zowel leerlingen die geïnteresseerd zijn in de psychologie van ouders-kinderen als geïnteresseerden in het zakenleven in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw zullen goed aan hun trekken komen. Daarnaast boeit het gegeven 'je doel bereiken ondanks de uiterste tegenwerking'. 
  Algemene kennis Vereist is enige kennis van Eerste Wereldoorlog, interbellum en crisis. Daarnaast draagt ook kennis aangaande Rotterdam en Den Haag bij aan begrip. 
  Specifieke literaire en culturele kennis Specifieke literaire kennis is niet vereist: het perspectief is eenvoudig, het verhaal wordt chronologisch verteld en er doen zich verder geen bijzonderheden voor. Voor de N3-lezers is de vereiste culturele kennis lastiger: je moet toch wel wat weten over de politieke geschiedenis van het interbellum om belangrijke verhaalgegevens te kunnen begrijpen. Ook enige kennis van advocatuur en algemene kantoorkennis is van belang voor juiste waardering van situaties en wendingen. Ten slotte moet de moderne lezer zich goed realiseren hoezeer veel intermenselijke verhoudingen pas de laatste decennia zijn gaan afwijken van wat algemeen gebruikelijk was; hij zal anders de omgangsvormen in het verhaal belachelijk kunnen vinden.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire Het taalgebruik is gedateerd: 1938. Maar door de moderniteit van Bordewijk is dit tegelijk strak, sober, niet weelderig of buitenissig. N3-, N4- en N5-lezers zullen een aantal woorden moeten opzoeken in het woordenboek. Niemand weet meer wat bijvoorbeeld een 'sjappietouwer' is.
  Zinsconstructies De korte zinnen, soms zelfs ellipsen van Bordewijk kunnen voor de N3-lezer lastig zijn, maar eenmaal daaraan gewend zal ook deze die zinsbouw kunnen waarderen. N4- en N5-lezers zullen er geen moeite mee hebben.
  Stijl Opvallend: Bordewijk laat zich zo nu en dan gaan in beschrijvingen die doen denken aan schilderijen van Carel Willink of Dick Ket. Hij roept dan surrealistische taferelen op, vooral in beschrijvingen van personen, gebouwen of buitensituaties in Rotterdam. N5-lezers zullen deze kunnen waarderen, N3-lezers zullen ze kunnen ervaren als oponthoud. Sommige passages zijn veel eenvoudiger dan andere; vooral de beschouwende waarin ontwikkeling van de hoofdpersoon wordt beschreven, zijn breedvoerig en lastig.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters Er wordt maar één karakter uitgediept: dat van Jacob Katadreuffe. De andere worden in een paar krachtige lijnen neergezet. Voor geen van de niveaus zal dit moeilijk zijn.
  Aantal karakters Er zijn vier personages rondom Jacob Willem Katadreuffe: moeder, vader, vriend Jan Maan, stille geliefde Lorna te George. Daarnaast zijn er een handvol andere personages van belang in de ontwikkeling en het dagelijks leven van de hoofdpersoon. Overzichtelijk.
  Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters Niet alleen de hoofdpersoon ontwikkelt zich sterk, ook bij andere personages gebeurt dat. Het is boeiend dat vanuit de waarneming van Katadreuffe bij andere personages een geheel eigen ontwikkeling wordt weergegeven, zoals juffrouw Sibculo, aan wie de hoofdpersoon eerst een hekel heeft en die hij later waardeert. Voor lezers van alle niveaus zal dit niet moeilijk zijn te interpreteren; de weergave ervan is vrij expliciet.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning Beschouwing, dialoog en actie komen alle voor in het boek, het minst de actie. De spanning in sommige situaties zal ervaren worden door N4- en N5-lezers. Soms zal de N3-lezer niet door hebben hoe spannend een situatie is door de ingehouden beschrijving ervan.
  Chronologie Het hele verhaal is chronologisch beschreven. De tijdssprongen die worden gemaakt, zullen voor geen enkel niveau moeilijkheden opleveren. Hoofdstuktitels wijzen ook hierin vaak de weg. Soms komt de verteller nog even op een situatie terug om die uitgebreider te beschrijven: 'Aldus was het gegaan,' begint een hoofdstuk nadat de lezer al weet dat Katadreuffe is aangenomen op het advocatenkantoor.
  Verhaallijn(en) Er is maar één verhaallijn waar het om gaat: de ontwikkeling van Jacob Katadreuffe. Een enkele keer wordt een uitstapje gemaakt naar wel en wee van de vader, Dreverhaven. Zo'n kleine parallelle geschiedenis maakt het boek niet complexer. Ook de N3-lezer zal meteen begrijpen waartoe deze informatie dient.
  Perspectief Vanaf het begin is er sprake van een zeer aanwezige auctoriale verteller. Deze becommentarieert, vergelijkt, blikt vooruit en achteruit, maar dat allemaal zo expliciet dat het voor geen enkel niveau problemen zal opleveren. Wanneer het commentaar wat te belerend wordt, doet het echt ouderwets aan. De minder ervaren N3-lezer kan dit hinderlijk vinden. Geregeld treedt de auctoriale verteller terug en beleeft de lezer de situatie vrij direct vanuit een personage, meestal de hoofdpersoon, soms een bijpersoon.
  Betekenis N3-lezers zullen genoeg inhouden van het boek begrijpen en waarderen; bepaalde lastiger inhouden zullen ze voor kennisgeving aannemen. Ook voor de N4- en N5-lezer, geïnteresseerd in psychologische aspecten van menselijke verhoudingen, kan het moeilijk zijn de problemen die Katadreuffe ervaart in zijn relatie met zijn moeder en Lorna te George, te begrijpen en naar waarde te schatten. En hoe nu te denken over die vader? Vinden hedendaagse jonge lezers de mogelijkheid dat Dreverhaven werkelijk geloofde in zijn 'steun', geloofwaardig? Een aantrekkelijke kwestie om aan de orde te stellen.