Docenten Nederlands 15-18 | niveau 4 | Marcel
Introductie
Erwin Mortier (Nevele, 1965) is een van Vlaanderens bekendste hedendaagse schrijvers. Hij studeerde kunstgeschiedenis in Gent en behaalde een diploma als psychiatrisch verpleegkundige. Vanaf 1999 legt hij zich volledig toe op het schrijven van proza en poëzie en op vertaalwerk. Marcel is zijn debuut, waarmee hij direct verschillende literaire prijzen in de wacht sleepte. Tezamen met Marcel vormen Mijn tweede huid (2000) en Sluitertijd (2002) een terugblik op zijn kindertijd en jeugd. Een rode draad in zijn oeuvre is de bekommernis om de taal en de herinnering die daarin vervat zit.
Mortier speelt als schrijver in Vlaanderen een belangrijke rol in het herdenken van de Eerste Wereldoorlog. Zo gaan zijn romans Godenslaap (2008; ook op deze site, op N6) en De spiegelingen (2014) over deze oorlog en vertaalde hij verschillende oorlogsdagboeken van frontverpleegsters uit die periode. Ook in Marcel is de oorlog een belangrijk thema, maar dan de Tweede Wereldoorlog.
Mortier publiceert in 2020 een nieuwe roman die als een vervolg op Marcel kan worden beschouwd: De onbevlekte. Het gaat over dezelfde personages, maar dan tientallen jaren later. Het boek heeft echter een heel andere opzet, dus het is zeker geen herhaling van zetten.
Inhoud
Let op: onderstaande tekst bevat details over de afloop van het verhaal.
Marcel verhaalt over de kindertijd van een naamloze ik-persoon die door zijn grootouders wordt opgevoed, ergens op het Vlaamse platteland. De naaikamer van zijn grootmoeder is in zijn ogen een magisch laboratorium, waar zijn schooljuffrouw Veegaete – op wie hij heimelijk verliefd is – twee keer per jaar haar jurk komt bestellen. Ook de zolder is voor hem een schatkamer, waar hij kan rondsnuffelen tussen alle kostbaarheden die de grootmoeder heeft verzameld van alle inmiddels overleden familieleden. Het afstoffen en rangschikken van al hun portretten in de vitrinekast is voor de grootmoeder een wekelijks ritueel. De ik-persoon wordt omringd door alle verhalen van de overledenen, maar er is een persoon over wie in de familie- en kennissenkring alleen in bedekte termen wordt gesproken: Marcel, de broer van de grootmoeder.
Gaandeweg komt de ik-persoon erachter dat Marcel in de Tweede Wereldoorlog aan de ‘foute’ kant is gesneuveld, aan het Oostfront. Als hij op de laatste schooldag een bewaarde brief van Marcel naar school meeneemt, omdat daar zo’n mooie vogel op afgebeeld staat, reageert de juffrouw geschokt. Thuis vertelt de grootmoeder haar kleinzoon het hele verhaal. Hij krijgt te horen dat juffrouw Veegaete ook Duitsgezind was, maar op tijd de andere kant heeft gekozen. De ik-persoon leest de brief van Marcel en besluit deze in zijn stukje tuin in stilte te begraven, want: ‘De aarde heeft kamers genoeg.’
Moeilijkheid
Op verhaalniveau is Marcel niet moeilijk, maar de zeer suggestieve vertelwijze en het bloemrijke taalgebruik kunnen een goed begrip bij N3-lezers in de weg staan. Ook kan het voor hen lastig zijn zich met de naamloze ik-persoon te identificeren, omdat zijn gedachten en gevoelens nauwelijks worden weergegeven. Voor lezers vanaf N4 zijn Mortiers stijl en poëtica juist interessant om op te reflecteren.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | Marcel is geen dik boek, maar ook zeker geen makkelijk boek. Dat wil zeggen dat de leerling bereid moet zijn een verhaal te lezen waarin relatief weinig gebeurt en dat op zeer suggestieve wijze wordt verteld. Dit kan voor een N3-lezer een flinke opgave zijn, maar voor een N5-lezer juist een fijne uitdaging. |
Interesses | Het boek is uitermate geschikt voor leerlingen die van verhalen houden die alleen al mooi zijn door de wijze waarop ze zijn opgeschreven. Ook leerlingen die graag over de kindertijd lezen of geïnteresseerd zijn in de Tweede Wereldoorlog en de nawerkingen daarvan, zullen Marcel kunnen waarderen. | |
Algemene kennis | Enige kennis over de Tweede Wereldoorlog en de rol van Vlaanderen daarin, is vereist. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | Niet van toepassing. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Mortier gebruikt niet alleen typisch Vlaamse woorden, maar ook Franse woorden en zelfs hele Franse zinnen. Los van het niveau is het dus handig als een leerling enigszins met het Frans bekend is, maar dit is niet noodzakelijk om het verhaal te kunnen volgen. |
Zinsconstructies | Evenals het woordgebruik zijn ook bepaalde zinsconstructies echt Vlaams. In bijna alle gevallen valt de betekenis wel uit de context op te maken. | |
Stijl | Mortier heeft een zeer suggestieve en bloemrijke stijl, die wordt gekenmerkt door talloze vormen van beeldspraak. Zo kent Mortier aan dingen graag menselijke eigenschappen toe en worden mensen nogal eens vergeleken met dieren. Enkele voorbeelden: ‘De hoge hakken van haar schoenen strooiden een opgejaagde echo door de gang’ (p. 31), ‘De zolen flipflapten over de vloeren als dromedarispoten in het zand’ (p. 85) en ‘Het huis strekte klagend zijn balken in de nawarmte van de zomerdag’ (p. 88). Dit is voor de beginnende N3-lezer wellicht wat te veel van het goede, maar voor de N4-lezer is het interessant om op Mortiers stijl te reflecteren. N5-lezers kunnen zich verwonderen over de wijze waarop stijl en inhoud elkaar versterken. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | De belangrijkste personages voor het verloop van het verhaal zijn de ik-persoon, de grootmoeder, juffrouw Veegaete en Marcel, die niet in levenden lijve maar alleen in de gesprekken van de nabestaanden aanwezig is. Dit kan, aangezien de titel van het boek Marcel is, voor de beginnende N3-lezer voor enige verwarring of teleurstelling zorgen. |
Aantal karakters | Er passeren heel wat overleden familieleden en kennissen de revue, maar het is voor een goed begrip niet nodig ze allemaal te onderscheiden. Voor geen enkel niveau een probleem. | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | De naamloze ik-persoon is een nieuwsgierige jongen. Hij wil het liefst alles begrijpen wat de volwassenen tegen elkaar zeggen, maar wat zij bespreken blijft in de meeste gevallen een groot mysterie voor hem. Als hij aan het einde van het verhaal door het ‘stelen’ van een bewaarde brief van Marcel achter de waarheid komt, begraaft hij deze brief vervolgens onder de grond. Dit kan erop duiden dat hij beseft dat sommige dingen beter geheim kunnen blijven. Voor leerlingen vanaf N3 is dit een interessante kwestie om over na te denken. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | Marcel heeft als belangrijkste thema collaboratie, maar een leerling die denkt te maken te hebben met een spannend oorlogsverhaal vol actie, komt bedrogen uit. De spanning wordt veroorzaakt door de suggestieve schrijfstijl van Mortier en de vele open plekken die daardoor ontstaan. De belangrijkste open plek is het grote familiegeheim rondom de dood van Marcel. Lezers vanaf N3 zullen hierdoor voldoende geboeid worden om verder te lezen. Daarentegen zal de onthulling van het geheim voor lezers op de hogere niveaus niet als een verrassing komen. |
Chronologie | Het verhaal wordt nagenoeg chronologisch verteld. Uit enkele passages wordt duidelijk dat er sprake is van een terugblik op de kindertijd, zoals op p. 59: ‘Jaren later dwarrelde een oude foto uit het receptenboek dat ik meenam toen alles werd opgeruimd.’ Voor geen enkele lezer een probleem. | |
Verhaallijn(en) | Er is sprake van twee verhaallijnen: de verhalen uit het verleden en het heden. De ik-persoon leeft als het ware tussen beide werelden in. Verteltechnisch levert het voor geen enkele lezer een probleem op. | |
Perspectief | De ik-persoon fungeert meer als een ‘waarnemer’ aan de zijlijn dan als een deelnemende persoon met gedachten en gevoelens. Dit kan identificatie, vooral voor de N3-lezer, lastig maken. | |
Betekenis | N3-lezers zullen Marcel vooral lezen als een verhaal over een groot familiegeheim, dat aan het einde onthuld wordt. N4-lezers zullen meer oog hebben voor het thema collaboratie en de nawerking van het oorlogsverleden. Voor de N5-lezer is het interessant om te reflecteren op Mortiers stijl en poëtica. | |
Relevante bronnen voor docenten |
volkskrant.nl | Aleid Truijens, ‘Een wereld waarin alles bezield is’ nrc.nl | Hans Goedkoop, ‘Verstekeling in de tijd’ |