Docenten Nederlands 15-18 | niveau 4 | Mariken van Nieumeghen

Introductie

Er is bijzonder veel geschreven over de aard, herkomst en het auteurschap van Mariken van Nieumeghen. Wie zich daarin wil verdiepen, kan goed terecht bij de editie van C. Kruyskamp of bij dr. G.P.M. Knuvelder, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde, deel I, vijfde, geheel herziene, druk (Malmberg, 's-Hertogenbosch 1970), p. 383-391.
Vast staat dat het verhaal dat in druk bij Vorsterman te Antwerpen is verschenen rond 1518, gezien moet worden als een toneelstuk dat gebaseerd is op een prozaversie die verloren is gegaan. De prozafragmenten in het toneelstuk zijn daar mogelijk een restant van. De auteur was wel op de hoogte van de politieke affaires in Gelre en Bourgondië in zijn tijd, maar beging verschillende vergissingen in geografische gegevens rondom Nijmegen. De taal wordt Brabants genoemd, dus meer het dialect van Antwerpen dan dat van Nijmegen. Hoogstwaarschijnlijk was de auteur lid van de rederijkerskamer de Violieren in Antwerpen, getuige een paar zinspelingen op de spreuk van deze kamer. Hij toont zich een groot stilist en een vurig verdediger van de literaire kunst, die hij verdedigt tegen lieden die deze geringschatten. Hij beheerste moderne versvormen van zijn tijd: in de tekst zijn twee rondelen en een sonnet te herkennen, naast enkele andere vormen die behoren tot de rederijkersstijl. Gelukkig heeft deze rederijkersinvloed niet geleid tot maniërisme, al valt het wel op dat vrijere passages vlotter van toon en gemakkelijker te lezen zijn dan de duidelijke rederijkersgedeelten.

Inhoud

Let op: onderstaande tekst bevat belangrijke details over de afloop van het verhaal.
Het weesmeisje Mariken wordt door haar oom, de priester Gijsbrecht, voor boodschappen naar de grote stad Nijmegen gestuurd. Omdat ze niet voor het donker weer thuis kan komen, vraagt ze onderdak bij haar tante, een kwaadaardig wijf dat haar voor slet uitscheldt en haar onderdak weigert. Vertwijfeld gaat Mariken dan toch op weg naar huis; onderweg wordt ze aangesproken door de eenogige Moenen. Hij blijkt de duivel te zijn, die haar in ruil voor haar ziel vaardigheid in de 'zeven vrije consten' belooft. Wetenschappelijke kennis en een welvarend leventje trekken Mariken wel aan, en ze gaat met Moenen mee, eerst naar 's-Hertogenbosch en dan naar Antwerpen, onder de naam Emmeken, die ze van Moenen moet aannemen omdat hij niet van Maria-namen gediend is. In de herberg Den Gulden Boom op de markt aldaar nemen ze hun intrek en leiden er een aanstekelijk losbandig leven, waardoor ze vele 'gesellen' meeslepen in het verderf: ruzies, gevechten, moord en doodslag zijn aan de orde van de dag. Met Moenen leeft Mariken 'als man en vrouw', maar ook andere mannen helpt ze aan hun gerief.
Zeven jaren gaan zo voorbij, maar dan gaat het knagen; Mariken wil terug naar Nijmegen om haar familie en vrienden weer te zien. Moenen stemt toe, al is hij er niet helemaal gerust op wat de macht van Marikens oom, die steeds voor haar is blijven bidden, zal kunnen betekenen. Het is echter niet oom Gijsbrecht, maar de werking van het wagenspel Masscheroen waardoor er zich een heftige wending voordoet in het leven van Mariken. Moenen sleept haar een eind de lucht in en werpt haar dan weer op aarde teneinde haar te doden en zo haar ziel te incasseren, maar wellicht dankzij de voorbeden van priester Gijsbrecht en haar voorspraak bij God door Maria, overleeft Mariken dit. Met oom Gijsbrecht gaat zij naar de bisschop in Keulen en vervolgens naar de paus in Rome, maar geen van beiden durft haar absolutie te schenken voor het grote kwaad dat zij heeft gedaan. De paus laat drie zware, gesmede ringen aanbrengen rond haar polsen en hals; als deze doorgesleten zijn of er door andere oorzaak afvallen, zullen haar zonden vergeven zijn. Mariken neemt haar intrek in het klooster voor bekeerde zondaressen in Maastricht, waar haar oom haar ieder jaar bezoekt tot zijn dood 24 jaar later. In een droom beleeft zij hoe witte duiven met hun vlerken haar ringen afslaan; bij het wakker worden stelt ze vast dat de ringen naast haar liggen; blijkbaar zijn haar zonden haar vergeven.

Moeilijkheid

In vertaling/hertaling is de tekst vrij eenvoudig. Het verhaal wordt lineair verteld en de duiding wordt expliciet in het verhaal weergegeven. De oorspronkelijke tekst is heel wat lastiger om te volgen, ook met een notenapparaat en met de zorgvuldige uitleg die bijvoorbeeld Kruyskamp geeft. Een goed advies aan de leerling is dóór te lezen, ook al is niet ieder detail duidelijk.

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid N3-lezers moeten gemotiveerd zijn om te beginnen aan een middeleeuws verhaal over zonde, schuld, boete en vergeving, maar de auteur heeft wel gezorgd voor de mogelijkheid van identificatie met de sympathieke, kwetsbare en jonge Mariken. Daarnaast zullen de kleurrijke details, de avonturen van een jong meisje dat een relatie heeft met de duivel, de ruige gebeurtenissen in Antwerpen, bij iedere lezer tot de verbeelding spreken. N4- en N5-lezers zullen ook aangetrokken kunnen worden door interesse voor middeleeuwen, vrouwenlevens, morele opvattingen in andere tijden. De bereidheid kan vergemakkelijkt worden door een hertaalde editie te kiezen.
  Interesses Zoals hierboven genoemd: op N3-niveau zullen het de spannende gebeurtenissen en de identificatie met een sympathiek meisje zijn die boeien, op N4- en N5-niveau de historische interesse, de aandacht voor andere morele maatstaven, de positie van een vrouw in zo'n harde tijd, en wellicht ook de concrete politieke achtergrond van het verhaal.
  Algemene kennis Enige kennis van de tijdsomstandigheden, de leer van zonde en vergeving, de katholieke denkwereld en de geografie van de Nederlanden draagt bij aan een beter begrip van het verhaal.
  Specifieke literaire en culturele kennis  Het is nuttig e.e.a. af te weten van de heksenvervolgingen, en van de spanning die wetenschappelijke ontwikkelingen en de veranderde positie van de katholieke kerk met zich meebrachten. Daarnaast zal iedere lezer zich op de hoogte moeten stellen van de betekenis van kennis en wetenschap in het licht van de Renaissance. Kennis van rederijkerskunst kan het begrip vergroten, maar is niet noodzakelijk.
 

Vertrouwdheid met literaire stijl

 Vocabulaire De oorspronkelijke tekst is niet eenvoudig te begrijpen; de N3-lezer zal nauwelijks in staat zijn zelfstandig het verhaal te volgen; N4- en N5-lezers komen alleen verder met goed geannoteerde tekstuitgaven. Alle niveaus zullen weinig moeite hebben ver- dan wel hertaalde edities van het verhaal te begrijpen.
  Zinsconstructies Het verschil tussen gestileerde rederijkerspassages en andere passages is groot. Verder geldt hetzelfde als hierboven al werd opgemerkt: in ver- of hertaalde vorm is de tekst aanzienlijk eenvoudiger.
  Stijl Het is mogelijk de lezers van verschillende niveaus te attenderen op de specifieke rederijkersstijl met vele binnenrijmen en aan het Frans ontleende begrippen. Lezers van N4- en N5-niveau zullen misschien op eigen kracht stijlkenmerken kunnen ontdekken en appreciëren. In de opdrachten is niet voorzien in een specifieke stijl-opdracht.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters De karakters zijn helder en consistent in hun gedrag: Mariken met haar behoefte aan kennis en welvaart, de sluwe, vindingrijke Moenen met zijn drift om zielen te vergaren, de karikaturale boze heks van een tante en priester Gijsbrecht als de trouwe goedheid zelve. N3-, N4- en N5-lezers zullen er geen enkele moeite mee hebben.
  Aantal karakters Er zijn maar twee karakters die verdiept worden, daarnaast twee typen en nog wat figuranten. Zeer overzichtelijk.
  Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters N3-lezers zullen geattendeerd moeten worden op subtiliteiten die duiden op ontwikkelingen bij Mariken en Moenen; N4-lezers en N5-lezers zullen hier met opdrachten veel in kunnen ontdekken.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning Sommige delen van het verhaal zijn ronduit spannend en vlot; ze zullen lezers van alle niveaus kunnen boeien. Het gehele verhaal kenmerkt zich door een vlotte verteltrant en weinig contemplatie. 
  Chronologie Marikens geschiedenis wordt chronologisch weergegeven.
  Verhaallijn(en) Er zijn een paar heldere verhaallijnen: van Marikens wedervaren, dat van haar tante, en ten slotte dat van haar oom. Ze komen alle drie helder van elkaar gescheiden in de tekst voor. Voor geen enkele lezer een probleem.
  Perspectief Het perspectief is auctoriaal in de prozagedeelten; de rest is dialoog. Soms is er een 'terzijde', met name van Moenen. N3-lezers, maar ook lezers van de andere niveaus moeten hierop worden gewezen voordat ze gaan lezen.
  Betekenis Voor een goed begrip door jonge lezers is het noodzakelijk de leer van zonde, schuld, boete en genade helder uiteen te zetten. Bovendien is het voor een hedendaagse scholier nauwelijks te bevatten wat Marikens grote zonde nu eigenlijk inhoudt. Ook is het moeilijk te begrijpen dat haar omgang met de duivel zwaarder weegt dan alle doden die ze op haar geweten heeft.

Relevante bronnen voor docenten

  Mariken van Nieumeghen, ed. dr. C. Kruyskamp, Klassieke Galerij nr. 66, DNB / Uitgeverij Pelckmans, Kapellen en Werelbibliotheek, Amsterdam 1992, tiende druk.
Die waerachtige ende een seer wonderlijcke historie van Mariken van Nieumeghen die meer dan seven iaren metten duvel woende ende verkeerde, ed. G.W. Wolthuis, J.M. Meulenhoff, Amsterdam z.j. in de serie: Meulenhoff's Bibliotheek van Nederlandsche schrijvers.
Dr. G.P.M. Knuvelder, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde, deel I, vijfde, geheel herziene, druk. L.C.G. Malmberg, 's-Hertogenbosch 1970, p. 383-391.
dbnl.org | Een uitgave van het Historielied Een schoone historie van Mayken van Nimmegen door P. Leendertz (jr.).