Docenten Nederlands 15-18 | niveau 4 | Specht en zoon

Introductie

Willem Jan Otten (1951) heeft een veelzijdig oeuvre op zijn naam staan: hij schrijft poëzie, verhalend proza, toneel, kritieken en essays. Hij debuteerde als dichter met de bundel Een zwaluw vol zaagsel (1973); zijn meest recente bundel is Gerichte gedichten uit 2011.
Vanaf zijn bundel Paviljoenen (1991) neemt Ottens literaire productie een hoge vlucht. Binnen enkele jaren verschijnen een essaybundel, twee romans en twee toneelstukken. Door de verschijning van de roman Ons mankeert niets raakte Otten actief betrokken in de discussie over het euthanasievraagstuk. Naar aanleiding van zijn bekering tot het katholieke geloof publiceerde hij in 1999 Het wonder van de losse olifanten, een rede tot de ontwikkelden onder de verachters van de christelijke religie.
In 1999 ontving Willem Jan Otten de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre. In 2004 verscheen zijn roman Specht en zoon, die na een warm onthaal in de pers tevens werd bekroond met de Libris Literatuurprijs 2005. De roman werd tevens bekroond met De Inktaap 2006, een prijs die wordt toegekend door middelbareschoolleerlingen uit Nederland en België. Specht en zoon werd inmiddels verkocht aan Italië, Frankrijk, Duitsland en Zweden.
Bron: vanoorschot.nl

Inhoud

Een jonge schilder, in de mode vanwege zijn rake portretten, krijgt een opdracht die anders is dan alle voorgaande: schilder een gestorven jongen. 'Je redt er een leven mee', zegt de steenrijke vader van de jongen. De schilder weet dat hij zichzelf zal moeten overtreffen. Wie was de jongen? Waarom is hij dood? Waarom komt de vader het schilderij niet afhalen?
Bron: vanoorschot.nl

Moeilijkheid

Voor de N3-lezer is het ongewone perspectief in het boek niet onoverkomelijk moeilijk. Lastiger is de gelaagdheid in personages en betekenis. Ook de stijl, zonder 'gewone' dialogen, kan een struikelblok zijn. Voor de goede N3-leerling is hier echter wel uitdaging te vinden. Voor de N5-lezer biedt het boek ook nog voldoende uitdaging, omdat hij uitgedaagd wordt culturele/religieuze verbanden te leggen, motieven te achterhalen en met elkaar in verband te brengen. Voor N4-lezers zal het geen eenvoudig boek zijn, maar de vele literaire aspecten maken het een boek waarin hij veel ontdekkingen kan doen. Specht en zoon is dus vooral een geschikt boek voor N4-lezers die tegen niveau 5 aanzitten.
 

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid
Het boek telt 170 pagina's, dus dat zal geen enkele N3 tot N5-lezer afschrikken. De stijl van het boek wordt beïnvloed door de keuze van het perspectief. Het linnen doek beziet de wereld met een haast kinderlijke naïviteit en nieuwsgierigheid. Dat maakt het boek aan de ene kant heel toegankelijk, mogelijk ook voor een N3-lezer, maar is tegelijkertijd een valkuil. De lezer moet immers zelf verbanden leggen tussen de situaties en handelingen die het doek beschrijft. Dat maakt het ook voor een N5-lezer aantrekkelijk. Een mogelijke factor die de bereidheid om het boek te lezen met name voor N3-lezers vermindert, is de grote afstand die die lezer zal voelen ten opzichte van de personages.
  Interesses
Specht en zoon zal lezers aanspreken die geïnteresseerd zijn in (schilder)kunst en/of religie en die het leuk vinden om een personage dat mogelijk ver van hen af staat te leren kennen en zijn drijfveren te leren begrijpen. Daarnaast is het spannend vanwege de vragen die in het verhaal lang onbeantwoord blijven.
  Algemene kennis
Voor een goed begrip van het boek is belangstelling voor kunst belangrijk. Daarnaast is enige kennis van de Bijbel wenselijk.
  Specifieke literaire en culturele kennis
Het verhaal wordt in retrospectief verteld; het perspectief is ongewoon. Kennis van dergelijke verhaalstructuren (bijvoorbeeld ook een moordverhaal waarbij de dader aan het begin al bekend is) zal zeker op N3 het lezen vergemakkelijken.
Het verhaal bevat veel motieven die allemaal de thematiek onderbouwen: de spiegel, de foto, de riooljournalistiek. Is wat je ziet ook waar en als je gezien wordt, is het dan waar wat men ziet? Het perspectief bepaalt wat mensen zien op dat moment, maar dat hoeft niet waar te zijn.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire
Het taalgebruik in dit boek is voor een N4-lezer geen probleem. Een N3-lezer zal soms moeite hebben met de lange, samengestelde zinnen, maar zal het taalgebruik over het algemeen niet te moeilijk vinden.
  Zinsconstructies
Otten gebruikt naast korte ook lange en samengestelde zinnen. Het perspectief ligt bij een schildersdoek dat de wereld ontdekt. Alle ontdekkingen worden in eerste instantie beschreven vanuit deze naïeve waarnemer. Daardoor is de stijl in dit boek zeer toegankelijk. Geen probleem dus voor leerlingen van dit niveau.
  Stijl
Veel monologen van het schilderij en beschrijvingen van hetgeen het waarneemt: situaties, omgeving. Daarnaast geeft het schilderij ook de gesprekken weer die de schilder met anderen heeft. Voor een N3-lezer zal deze constructie mogelijk voor verwarring zorgen, ook al omdat het moeilijk voor hem zal zijn om te achterhalen waarom Otten voor deze stijl kiest. Juist die vraag zal voor de N4-lezer een uitdaging kunnen zijn. Voor een doorgewinterde N5-lezer biedt de stijl genoeg te genieten.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters
Het schilderij is voor iedereen goed te volgen. Het observeert voornamelijk. Het karakter van Felix is moeilijker te doorgronden en vraagt veel inlevingsvermogen van de lezer en abstrahering van de werkelijkheid. De vrouw van de schilder blijft wat aan de oppervlakte. De nietsontziende roddeljournaliste is voor leerlingen wel herkenbaar. Inlevingsvermogen is ook nodig bij de homoseksuele opdrachtgever en zijn verzoek. De personages geven een N3-lezer wellicht te weinig mogelijkheden tot identificatie, maar een lezer die gegrepen is door het verhaal wordt wellicht over deze hobbel geholpen vanwege de afstand die het perspectief ook al geeft: met het doek kijkt de lezer letterlijk naar enigszins vreemde mensen. Voor een N4-lezer zijn de karakters zelf een uitdaging, net als de vraag welk moreel oordeel er te vellen valt ten aanzien van hun gedrag.
   Aantal karakters
Het aantal karakters, inclusief het schilderij, is overzichtelijk: het zijn er vier. In het aantal zit dus niet de moeilijkheid, wel in de gelaagdheid en vreemdheid van de karakters.
   Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters
De hoofdpersoon, Felix, maakt een ontwikkeling door. Hij kan zijn verleden min of meer verwerken en ziet zijn zoektocht niet eindigen, maar beginnen bij de geboorte van zijn zoon. Deze ontwikkeling zal voor N4-lezers soms moeilijk te begrijpen zijn en voor N3-lezers te ingewikkeld. Voor N5-lezers kan het een uitdaging zijn om de ontwikkeling in kaart te brengen.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning
De keuze om het verhaal te laten beginnen met het einde, maakt je nieuwsgierig. De gebeurtenissen worden vlot verteld, maar doordat het schilderij niet altijd van alles op de hoogte is, blijft er steeds te raden over.
  Chronologie
Het verhaal begint bij het einde. Daarna worden de gebeurtenissen in retrospectief verteld. Daarbinnen zitten weer de herinneringen aan de jeugd van Felix. Voor N3-lezers is dit een niet al te ingewikkelde puzzel, die hen uitdaging kan bieden. N4 en N5 zullen niet of nauwelijks in de war raken van de verstoorde chronologie.
  Verhaallijn(en)
Specht en zoon kent een grote verhaallijn, namelijk de poging van Felix om zijn 'Piëta' te maken. Daarnaast lopen de verhaallijnen van het huwelijk van Felix en die van Specht en zijn zoon. De verhaallijnen zijn goed onderscheiden van elkaar, en begrijpelijk uitgewerkt.
  Perspectief
Het perspectief ligt grotendeels bij het schildersdoek en wordt later overgenomen door een deel van een polaroid. Dit is natuurlijk een opvallend feit dat op alle niveaus voor uitdaging zorgt: voor N3 om het te bevatten en de consequentie van de uitwerking te ervaren, voor N4 en N5 ook om na te denken over het waarom van dit perspectief bij dit boek.
   Betekenis
Specht en zoon is een boek met meerdere lagen en leerlingen van verschillende niveaus kunnen er betekenis aan hechten. N3-leerlingen kunnen het boek lezen als een verhaal over (moeizame) relaties tussen mensen en de zoektocht van een kunstenaar naar zijn meesterwerk. N4-leerlingen zullen abstractere vragen stellen als: Wat is (on)schuld? In hoeverre is vertrouwen belangrijk? Bestaat iemand wel als hij niet gezien wordt? Het verhaal bevat veel motieven die allemaal de thematiek onderbouwen: de spiegel, de foto, de riooljournalistiek. Is wat je ziet ook waar en als je gezien wordt, is het dan waar wat men ziet? Die laatste vraag is voor N5-lezers de meest interessante, ook al omdat hij aanleiding biedt je te verdiepen in de religieuze motieven en de achtergrond van de schrijver.