Docenten Nederlands 15-18 | niveau 5 | De tranen der acacia's
Introductie
Mag Harry Mulisch de bekendste schrijver van Nederland genoemd worden, Willem Frederik Hermans (1921-1995) is toch zeker de meest gevreesde schrijver geweest. Al snel na de Tweede Wereldoorlog vestigde Hermans zijn reputatie als 'kwelgeest van de Nederlandse letteren'. In diverse kritieken (polemische essays) beschimpte hij de Nederlandse politiek, zijn collega-auteurs en de Nederlandse literatuur, die in zijn ogen niets voorstelde.
Met dezelfde scherpe pen schreef Hermans in de jaren vijftig zijn eerste romans over de Tweede Wereldoorlog. Na Hermans' debuur Conserve (1947) reageerde de literaire kritiek geschokt op de roman De tranen der acacia's (1949). Zowel in deze roman als in Hermans' latere boeken over de oorlog, berust het onderscheid tussen goed en kwaad op willekeur, 'moedwil en misverstand'.
Hermans was er een meester in om zijn ogenschijnlijk realistische verhalen - over de oorlog, de wetenschap of de (politieke) actualiteit - te vermengen met bovennatuurlijke droomvertellingen. Hierdoor word je als lezer meegezogen in Hermans' wonderlijke, sadistische universum, waarin de mens er niet al te best vanaf komt. Toch bevatten Hermans' boeken ook de nodige humor en vitaliteit, zodat de lezer niet stikt in de zwartgalligheid.
Bron: literatuurgeschiedenis.nl
Inhoud
Arthur Muttah, de hoofdpersoon van deze roman, groeit op tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het bestaan doet zich uitzichtloos aan hem voor. De grimmige sfeer thuis, de conflicten met zijn ouders en zuster, de ongrijpbaar verraderlijke wereld van oorlog en verzet: het brengt hem tot een uitzichtloze identiteitscrisis. Wrok, afkeer en duister cynisme doortrekt deze roman, die bij verschijnen voor groot tumult zorgde.
Het boek werd in 1948 afgewezen door De Bezige Bij - maar in 1949 uitgegeven door Geert van Oorschot - en riep stormen van protest op. Met name katholieken namen aanstoot aan het onfatsoenlijke karakter. Zo schreef Anton van Duinkerken: 'Er is welhaast geen onfatsoenlijk woord in de Nederlandse taal denkbaar of gij vindt het met evenveel letters afgedrukt in De tranen der acacia's. [...] Er is geen vorm van seksuele ontaarding, die hij niet uit behoefte om burgergevoelens te kwetsen, nauwkeurig beschrijft. [...] Moord en brand zijn kleinigheden in dit boek, waar "kotsen" en "kakken" tot psychisch geladen levensuitingen worden verheven en men elkaar bezoeken brengt met het prettige oogmerk, elkaar te gaan treiteren.'
Bron: vanoorschot.nl
Moeilijkheid
De tranen der acacia's is voor de N5-lezer een uitdagend boek, omdat de inhoud ver van hem af staat. Voor deze lezer is het interessant om niet alleen tekstinterne, maar ook tekstexterne verbanden te leggen. De N4-lezer zou moeite kunnen hebben met het vreemde en onvoorspelbare gedrag van Arthur Muttah. Anderzijds kan hij het ook als een uitdaging ervaren om dit gedrag te duiden in de context van de roman. Hij zal daar echter inspanning voor moeten leveren en over een flinke dosis doorzettingsvermogen moeten beschikken.
Ook voor de N6-lezer biedt het boek genoeg stof tot nadenken. Te denken valt bijvoorbeeld aan het analyseren van de poëtica van Hermans zoals die in De tranen der acacia's vorm heeft gekregen. De N6-lezer zal meer oog hebben voor, en geïnteresseerd zijn in intertekstuele verbanden.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid |
Ook van de gemotiveerde N5-lezers vraagt deze roman een tamelijk grote bereidheid om redenen die hierboven geschetst zijn. De N4-lezer zou de moed kunnen opgeven door de omvang en complexiteit van het boek. Bovendien zou hij meer actie kunnen verwachten dan de roman biedt. De meeste spanning wordt niet zozeer door de gebeurtenissen opgeroepen als wel door de gedachten van de personages daarover. De gemiddelde N6-lezer zal dit boek met plezier en zonder al te veel moeite lezen.
|
Interesses |
De tranen der acacia's zal lezers aanspreken die de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en de tijd vlak daarna interessant vinden. Lezers die geïnteresseerd zijn in psychologie en filosofie komen ook zeker aan hun trekken. De tranen der acacia's zal zowel vrouwelijike als mannelijke lezers aanspreken, hoewel de meeste belangrijke personen wel mannen zijn. Ook het zoeken naar de eigen identiteit in combinatie met de tijd waarin het verhaal speelt en het lezen over mensen die niet volgens de 'normale' normen leven, zal interesse opwekken.
|
|
Algemene kennis |
Voor zowel N4-, N5- als N6-lezers is het onontbeerlijk kennis te hebben van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog (verzet en collaboratie). Ook het hebben van enig psychologisch inzicht is van belang.
|
|
Specifieke literaire en culturele kennis |
De lezer moet om kunnen gaan met wisselingen in perspectief en moet de wereld van de roman kunnen koppelen aan de realiteit daarbuiten. Ook de stijl vraagt ruime leeservaring. Kennis van existentialisme en absurdisme helpt om een adequate betekenis aan het verhaal toe te kennen.
|
|
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire |
Geen probleem. Er komen hier en daar weliswaar verouderde woorden in het boek voor, maar de enigszins ervaren N4-lezer zou de betekenis daarvan uit de context moeten kunnen halen.
|
Zinsconstructies |
Complexe(re) zinsconstructies komen voor in de vorm van samengestelde zinnen. Geen probleem voor de N5-lezer. De N4-lezer zal zich hier en daar meer moeten inspannen.
|
|
Stijl |
Het taalgebruik is over het algemeen tamelijk direct en weinig problematisch. De beeldspraak waarvan Hermans zich daarnaast bedient, is evenmin een probleem. 'Mijn gedachten zitten in mij als sardines in een blik. Een blik waarop een verkeerd etiket is geplakt zodat niemand de inhoud kan raden.' Niets wat een N4-lezer niet aan zou kunnen. Het enige probleem wat betreft stijl dat de N4-lezer tegen zou kunnen komen is het frequente gebruik van de monologue intérieur. De minder ervaren N4-lezer moet daar goed op letten.
|
|
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters |
Arthur en Oskar zijn de meest uitgewerkte personages. De lezer moet er moeite voor doen de karakterstructuur van deze personen te doorgronden. De meeste moeite zal dit kosten voor de N4-lezer. Hij zal het gedrag van de personages vaak als 'vreemd' typeren, er een oordeel over vellen en te weinig houvast in de tekst vinden om dit gedrag vanuit de context van het verhaal te begrijpen. De N5- en N6-lezer zullen juist geprikkeld worden door de complexiteit van de karakters.
|
Aantal karakters |
Er komt een redelijk groot aantal personages voor in De tranen der acacia's, maar dit vormt geen probleem. Naast de karakters Arthur en Oskar is er sprake van de bijpersonen Lydie, Carola, de grootmoeder, Ernst, Andrea, Proost, Speeman, Arthurs vader, Lory, Lucien, Alice, Gaby en Maritza.
|
|
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters |
De lezer moet in staat zijn om de identiteit van de hoofdpersonen te koppelen aan de thematiek. Arthur en Oskar zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, via de een leer je de ander kennen. Dit vergt van de N4-lezer nog het nodige, omdat je als lezer lang in het ongewisse blijft over wat nu waar is en wat niet. De N5- en N6-lezers zullen zich gemakkelijker door de hoofdpersonen mee laten voeren in het verhaal. De N4-lezer zou op enig moment kunnen afhaken.
|
|
Vertrouwdheid met literaire procédés |
Spanning |
De gebeurtenissen volgen elkaar in redelijk hoog tempo op, maar niet alle gebeurtenissen zijn even spannend. De spanning wordt veroorzaakt door wisselingen in perspectief en het ongrijpbare: waar gaat het verhaal heen? Spreken de hoofdpersonen de waarheid of niet? Ook de verhoudingen tussen de personages dragen bij aan de spanning in het verhaal. Voor de onervaren lezer kan het lastig zijn te onderscheiden wat waar is en wat niet, men zou er snel overheen kunnen lezen.
|
Chronologie |
Het verhaal wordt in grote lijnen chronologisch verteld; van maart 1944 tot december 1945, maar wel versneden met flashbacks. Geen probleem voor de N4-lezer.
|
|
Verhaallijn(en) |
Er lopen in het begin twee verhaallijnen door elkaar: die van Oskar en die van Arthur. Verderop in het verhaal (na hoofdstuk 8) draait het eigenlijk alleen nog om het verhaal van Arthur en wordt er alleen nog zijdelings aan Oskar gerefereerd. Geen probleem, al zullen de meeste lezers zich wel op enig moment afvragen waar Oskar is gebleven.
|
|
Perspectief |
Het perspectief ligt afwisselend bij Arthur en Oskar. Soms even bij Carola of Ernst en aan het einde van het verhaal bij de hoer Maritza. Ook is er af en toe sprake van een auctoriaal perspectief. Voor de N4-lezer kan het soms zeer geleidelijk overgaan van het perspectief van Oskar naar Arthur moeilijk zijn. Zelfs voor de N5-lezer is het opletten geblazen. Voor de N6-lezer kan het interessant zijn de betekenis van deze complexe vertelsituatie te duiden.
|
|
Betekenis |
De tranen der acacia's is een moeilijk boek. Er is sprake van een diepere thematische laag die ondersteund wordt door de wisselingen in perspectief en de inbedding van het verhaal in de historische realiteit. Ten eerste wordt er een ontluisterende visie op het vaderlandse verleden gegeven. Als de regels van de beschaving niet langer van kracht zijn, worden mensen geregeerd door hun driften. Wat is het verschil tussen een held en een lafaard als er een wisseling van de wacht optreedt? Daarnaast bezit de hoofdpersoon Arthur Muttah geen identiteit, hij kent zichzelf evenmin als de werkelijkheid. Zijn achtergrond en daden vergroten deze identiteitscrisis. Hij ziet zichzelf als een gedoemde, wiens daden zijn voorbestemd. Hij maakt deel uit van een generatie waarvan de morele maatstaven zijn verwoest door de ervaringen tijdens de bezettingsjaren.
Daar de thematiek verder afstaat van de jonge lezer, zal met name de N4-lezer hier een hele kluif aan hebben. De uitdaging kan voor de N4-lezer zijn om het gedrag en het karakter van Arthur en de andere personen proberen te doorgronden. Ook voor een N5-lezer is het nog niet zo eenvoudig het boek echt te begrijpen. Het niet hebben en kunnen vinden van een eigen identiteit ten tijde van oorlog en vrede in combinatie met het feit dat Hermans een ontluisterende visie op het verleden geeft, vraagt ook nader onderzoek van de N6-lezer. Tegelijkertijd biedt dit de N6-lezer veel mogelijkheden om zijn/haar literaire kennis te verbreden en te verdiepen. |
|
Relevante bronnen voor docenten |
G.F.H. Raat, 'Willem Frederik Hermans, De tranen der acacia's', in: Kritisch Literatuur Lexicon, november 1992 |