Docenten Nederlands 15-18 | niveau 5 | Max Havelaar
Introductie
Eduard Douwes Dekker (pseudoniem: Multatuli) werd in 1820 geboren in Amsterdam. Op zijn negentiende startte hij als ambtenaar in Nederlands-Indië. Na een conflict met zijn leidinggevende keerde hij in 1857 terug naar Nederland. Daar publiceerde hij in 1860 Max Havelaar, waarmee hij in één klap beroemd werd. Deze raamvertelling was enerzijds een aanklacht tegen de misstanden in Nederlands-Indië als gevolg van het cultuurstelsel en anderzijds een poging om zich van blaam te zuiveren. In literair opzicht was Max Havelaar een succes en Douwes Dekker besloot zijn leven voortaan aan het schrijven te wijden. Hij publiceerde nog vele werken, waarin vaak het engagement en het romantisch-idealisme uit Max Havelaar zijn terug te vinden. Het in 1910 opgerichte Multatuli Genootschap stelt zich ten doel om de belangstelling voor het werk en de ideeën van Multatuli levend te houden. Het genootschap lijkt succesvol: in juni 2002 werd Max Havelaar door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde uitgeroepen tot het belangrijkste Nederlandstalig letterkundige werk aller tijden.
Inhoud
De titel van deze roman, Max Havelaar of de koffieveilingen van de Nederlandse handelmaatschappij, geeft al aan dat er twee leeswijzen mogelijk zijn. De roman is een aanklacht tegen het cultuurstelsel en mismanagement van de bestuurders in Nederlands-Indië en daarvoor gebruikt Douwes Dekker een literaire vorm. Die aanklacht was in 1860 revolutionair, maar de vorm van de roman was dat eveneens. Aanvankelijk was het laatste een groter succes dan het eerste. Inmiddels hebben we het keurmerk Max Havelaar, maar ook om literaire redenen is de roman nog steeds interessant.
Max Havelaar is een raamvertelling waarin Droogstoppel, makelaar in koffie, zich tot de lezer richt en vertelt dat hij een pak kopij heeft gekregen van een oud-klasgenoot die hij Sjaalman noemt. Sjaalman vraagt aan Droogstoppel om zijn werk te publiceren, want het ontbreekt hem aan de financiële middelen om dat zelf te doen. Droogstoppel geeft een stagiair op zijn kantoor, Stern, de opdracht om een selectie uit de artikelen van Sjaalman te bewerken. Stern schrijft dan het verhaal van het personage Max Havelaar. Dit resulteert in een roman met verschillende perspectieven, verschillende verhaallijnen, verschillende stijlen. Als klap op de vuurpijl komt in het slothoofdstuk Multatuli zelf aan het woord om aan iedereen die het nog niet had begrepen onverbloemd te laten weten wat zijn bedoeling is met deze roman.
Moeilijkheid
In Max Havelaar is voor lezers van alle niveaus veel te ontdekken. N4-lezers zullen hier wel een flinke inspanning voor moeten leveren. Zij zouden zich direct al kunnen laten ontmoedigen door het verouderde taalgebruik en de verouderde zinsconstructies. In dat geval kunnen ze gelukkig gebruikmaken van de hertaling van Gijsbert van Es, maar daarmee zijn niet alle moeilijkheden uit de weg geruimd. De vertelling is vaak traag en ontbeert veel actie. Daarbij steekt de roman technisch vernuftig, maar ook nogal complex in elkaar. Wanneer lezers onvoldoende gemotiveerd zijn om wat achtergrondinformatie over Nederlands-Indië op te zoeken, zal in de roman het een en ander langs ze heen gaan. Ook de ironie en humor in de roman is aan N4-lezers vermoedelijk niet besteed. Bij de betekenistoekenning worden N4-lezers geholpen doordat de auteur deze aan het eind van de roman onomwonden in de schijnwerpers zet.
Lezers van N5 en N6 zullen worden uitgedaagd om de complexiteit van de structuur van deze roman te doorzien: perspectief, personages en stijl bieden hier meer dan genoeg stof tot puzzelen. Wanneer ze daarin slagen, zullen ze die structuur ongetwijfeld waarderen. Wanneer N5-lezers het gedateerde taalgebruik als hinderlijk ervaren, kunnen ook zij kiezen voor de hertaling van Van Es. Ze kunnen nadenken over de wereld- en mensbeelden die in de roman naar voren komen en over de relaties tussen de roman en de werkelijkheid.
N6-lezers die Max Havelaar nog niet gelezen hebben, zullen beseffen dat dit een hiaat is in hun culturele ontwikkeling en alleen al daarom aan de roman beginnen. Zij zullen het taalgebruik uit 1860 vast kunnen waarderen en ze kunnen genieten van de humor en ironie in een aantal personages. Daarbij worden zij uitgedaagd om dit werk in een breder literair perspectief te plaatsen en te reflecteren op het hoe en waarom van de plaats van deze roman in onze literaire canon.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | Voor lezers van N5 en N6 zal de omvang van dit werk geen belemmering zijn om het te gaan lezen. N4-lezers zullen even een drempel moeten nemen. Die drempel betreft niet alleen de omvang van de roman, maar ook de breedsprakige stijl en (daarmee samenhangend) het lage tempo van de handeling. |
Interesses | Lezers met interesse in andere culturen in vervlogen tijden, worden in Max Havelaar op hun wenken bediend. Dat geldt in het bijzonder voor hen die willen lezen over het koloniale verleden van Nederlands-Indië. Ten slotte kunnen literatuurliefhebbers niet om Max Havelaar heen: dit werk wordt nog steeds gezien als een (zo niet hét) hoogtepunt uit de Nederlandse literatuur. | |
Algemene kennis | Lezers van N5 en N6 treffen het met Max Havelaar: een andere cultuur in een andere tijd. Voor N4-lezers zal dit pittig zijn. N5-lezers worden uitgedaagd na te denken over de (gedateerde?) wereld- en mensbeelden die in Max Havelaar naar voren komen. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | Lezers die al wat (of veel) weten van de geschiedenis van Nederlands-Indië hebben een voorsprong bij het lezen van deze roman. De roman kan hun visie op de geschiedenis verbreden. Voor lezers bij wie deze kennis ontbreekt, is het lezen van Max Havelaar een manier om meer te weten te komen over het Nederlandse koloniale verleden. Voor een goed begrip van de roman, zullen zij tijdens het lezen het een en ander moeten nazoeken (bijvoorbeeld over de bestuursstructuur in Nederlands-Indië). Lezers van N5 en N6 kunnen nadenken over de plaats van de roman binnen de literatuur van de negentiende eeuw. |
|
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Dat Max Havelaar uitkwam in 1860 is uiteraard te merken aan het taalgebruik. N6-lezers zullen dit kunnen waarderen als passend bij de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Voor N5-lezers zal het verouderde vocabulaire een uitdaging zijn. Voor N4-lezers kan het taalgebruik een drempel zijn. Zij zouden de (ingekorte) hertaalde bewerking door Gijsbert van Es kunnen lezen. |
Zinsconstructies | Ook de zinsconstructies in Max Havelaar dragen het stempel van 1860. Wanneer dit voor (N4-)leerlingen een te hoge drempel is, geldt ook hier het advies om te kiezen voor de hertaalde bewerking van Van Es. | |
Stijl | In Max Havelaar zijn er verschillende vertellers en de auteur heeft ze elk hun eigen (karakteristieke) stijl meegegeven. Dat maakt de stijl gevarieerd en daar zullen zowel N5- als N6-lezers van genieten. Zij zullen er hopelijk ook de humor van inzien. N4-lezers zullen er meer moeite voor moeten doen om te doorzien hoe de auteur de verschillende schrijfstijlen gebruikt. Gijsbert van Es heeft spelling, vocabulaire en zinsconstructies geactualiseerd en is daarbij op zinsniveau dicht bij het origineel gebleven. Dat zorgt ervoor dat de stijlverschillen in de hertaling overeind zijn gebleven. |
|
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | De karakters in Max Havelaar verwijzen naar personen uit de realiteit of naar 'typen mensen' uit de realiteit. N4-lezers hebben misschien wat hulp nodig bij het doorzien hiervan. N5- en N6-lezers zullen dit waarderen en er betekenis aan kunnen geven. |
Aantal karakters | Er is een aantal hoofdpersonages en een groter aantal bijfiguren. Lezers van N4 zullen hier geen problemen ondervinden. | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | De auteur wil de lezer laten kennismaken met de personages. Een ontwikkeling maken ze niet door (tot spijt van de auteur). De auteur hoopt vooral op een ontwikkeling bij de lezer. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | In de roman komen wel passages voor met actie, maar er zijn er meer met beschrijvingen, overdenkingen en bespiegelingen, waarin de actie weinig vaart heeft. Er zullen vast N4-lezers zijn voor wie het tempo te laag ligt. Bij de N5- en N6-lezers zullen dat er minder zijn. |
Chronologie | Door de bijzondere compositie van Max Havelaar is de chronologie complex. Lezers van N6 zullen dit waarderen. Lezers van N5 zullen er een uitdaging in zien en dat is het zeker voor lezers van N4. | |
Verhaallijn(en) | De roman bevat meerdere verhaallijnen. N4-lezers zullen hier een flinke kluif aan hebben. | |
Perspectief | Door de compositie is eveneens het perspectief van Max Havelaar complex. Vooral de N4-lezer zal hier een flinke inspanning moeten leveren en soms in verwarring raken. Voor lezers van N5 en N6 een uitdaging. | |
Betekenis | Max Havelaar is bij uitstek een roman die meer wil zijn dan dat. Aan het eind van de roman komt de betekenis zelfs expliciet aan bod. Ook N4-lezers zal dit niet ontgaan. De manier waarop de auteur zijn boodschap overbrengt is intrigerend voor lezers van alle niveaus. | |
Relevante bronnen voor docenten |