Docenten Nederlands 15-18 | niveau 5 | Sprakeloos
Introductie
Tom Lanoye (op z’n Frans uitgesproken) is, met Herman Brusselmans, de grootste veelschrijver van België. Omdat Lanoyes werk hoge kwaliteit heeft, ligt de vergelijking met Hugo Claus en Louis Paul Boon voor de hand. Als ware opvolger biedt Lanoye in zijn boeken een wervelende show van taal en stijl.
Lanoye is in 1958 geboren in Sint-Niklaas, waar hij opgroeide als 'een slagerszoon met een brilletje' – dat is ook meteen de titel van zijn prozadebuut (1985). Hij woont een groot deel van het jaar in Antwerpen, en drie maanden in Zuid-Afrika. Behalve romans en verhalen heeft Lanoye poëzie, toneelstukken, columns en kritieken geschreven; daarnaast bewerkt en vertaalt hij buitenlandse literatuur. Zijn Monster-trilogie leidde tot een populaire televisieserie in Vlaanderen. Zoals ook bij zijn veelvuldige optredens op televisie blijkt, is Lanoye een geweldige performer; een aantal van zijn verhalen en romans heeft hij ook zelf op de planken gebracht. Lanoye houdt ervan om te provoceren. Hij was de eerste Belg die met zijn vriend een geregistreerd samenlevingscontract sloot. Hij werd in 2003 ook de eerste stadsdichter van Antwerpen.
Zijn grootste succes is de autobiografische roman Sprakeloos (2009), maar ook met zijn andere werk heeft Lanoye veel lezers bereikt: o.a. Kartonnen dozen (1991 – ook op deze website te vinden, op niveau 4), Het derde huwelijk (2006, ook N4), Gelukkige slaven (2013) en Zuivering (2017). Het boekje Heldere hemel dat als Boekenweekgeschenk 2012 verscheen, werd alom geprezen als 'eindelijk eens een écht goed Boekenweekgeschenk'. Opvoeringen van Lanoyes toneelwerk – zoals zijn bewerking van acht koningsdrama’s van Shakespeare: Ten oorlog (1997), en de indrukwekkende monoloog GAZ (2015) – zijn altijd een sensatie.
Lanoye ontvangt voor zijn literaire werk ook veel waardering in de vorm van literaire prijzen, met als voorlopig hoogtepunt de Constantijn Huygensprijs 2013 voor zijn hele oeuvre. De jury schrijft: 'Tom Lanoye heeft de Nederlandstalige literatuur een adembenemend oeuvre opgeleverd, waarin de taal kolkt en stroomt en de wereld geen moment rust wordt gegund.'
Inhoud
'En dit is het relaas van een beroerte, vernietigend als een inwendige blikseminslag, en van de tergende aftakeling die zich daarna twee jaar lang voltrok aan een vijfvoudig moederdier en amateuractrice eersteklas.' Met deze zin begint Sprakeloos, waarin Tom Lanoye een portret schetst van zijn moeder Josée Verbeke, die na een rijk en bewogen leven in en boven de slagerij in Sint-Niklaas (Oost-Vlaanderen), getroffen wordt door een herseninfarct en uiteindelijk in een verpleeghuis in Beveren belandt.
Lanoye is er getuige van hoe zij haar spraakvermogen verliest en langzaam en onherroepelijk aftakelt, steeds minder in staat te communiceren met wie haar lief is. Al in zijn essaybundel Schermutseling (2007) schreef hij over haar. Maar hij was nog lang niet klaar met zijn verhaal. Pas in Sprakeloos maakt hij de hele balans op. Van zijn kleurrijke jeugd in een volkswijk, van zijn worsteling met de liefde, van zijn rol als schrijver, van zijn conflicten met de kleine moederdiva, en ten slotte: van de strijd die zij, bron van leven en moedertaal, manmoedig voert, en waarin ze reddeloos en redeloos ten onder gaat – en de blijvende woede en pijn die dat oplevert.
[gedeeltelijk ontleend aan de flaptekst]
Moeilijkheid
Dit boek kan op verschillende niveaus gelezen worden. Het verhaal aan de oppervlakte – man is getuige van de aftakeling van zijn moeder door een beroerte – is helder en goed te volgen. Het grootste probleem is dan dat dit eenvoudige gegeven over zo veel bladzijden wordt uitgesmeerd. Dat heeft alles te maken met wat dit gebeuren bij de schrijver losmaakt: welke taak heeft de zoon die schrijver is? Hoe moet een schrijver die leeft van de taal omgaan met het taalverlies van zijn moeder?
Wat het voor leerlingen lastig (maar tegelijkertijd ook heel interessant!) kan maken, is Lanoyes uitbundige verteltrant. De schrijver brengt zijn verhaal allesbehalve rechtlijnig; hij zit vol invallen en associeert erop los. Lanoye vertelt wel met veel vaart, maar soms kan het allemaal toch te lang duren. Leerlingen zullen zeker aan deze stijl moeten wennen, en dat geldt waarschijnlijk ook voor het sappige Vlaams dat Lanoye hanteert.
Voor N4-lezers kan dit allemaal te veel van het goede zijn. Maar aan leerlingen die iets hebben met het plezier in taal dat bij Lanoye hoort, is dit boek zeker besteed.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | De roman vraagt vooral van de lezer dat hij zich overgeeft: hij moet zich door de verteller op sleeptouw laten nemen, waarheen deze ook gaat. Lanoye maakt in de inleiding al duidelijk dat hij rekent op een empathische lezer; en anders: lees dit boek niet! De lezer moet ook wel gevoel hebben voor het plezier in taal dat bij Lanoye hoort. |
Interesses | Wat gebeurt er met iemand die een hersenbloeding krijgt? En wat zijn de effecten voor de directe omgeving? Wie daarover een roman wil lezen, gekruid met vele anekdotes uit het dagelijkse leven, heeft hier een prachtig boek te pakken. Ook een mooi boek voor iedereen die van taal en stijl houdt. | |
Algemene kennis | Er komt ongelooflijk veel voorbij, door alles wat aan herinneringen wordt opgehaald en in de talloze vrije associaties, maar toch is er geen bijzondere kennis vereist. (Sommige typisch Vlaamse onderwerpen als WOI en Congo zijn voor Nederlandse lezers iets minder bekend.) | |
Specifieke literaire en culturele kennis | Ook hier: er wordt bijzonder veel aangeraakt en opgeroepen. Zo wordt 'Go, Johnny, go' (Chuck Berry) op enig moment een leidmotief. Maar ook Hamlet komt voorbij, 'Een beetje' (Teddy Scholten), Michel Vaillant en andere striphelden, enz. enz. De lezer moet dus een brede interesse hebben. Hij kan wel verder ook als hij niet alles herkent, maar de volle rijkdom van dit bonte boek zal hij dan niet helemaal vatten. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | De schrijver gebruikt met groot gemak moeilijke woorden en Vlaams idioom. Dat is vooral even wennen, zeker voor N4-lezers. De vaart van de vertelling lijdt er niet onder. |
Zinsconstructies | Lanoye schrijft uitbundig, hij schildert met een brede kwast. Soms kunnen zinnen bijna een bladzij vullen. Voor N4-lezers kan dit allemaal te veel van het goede zijn. Als je eenmaal aan zijn manier van schrijven gewend bent, klopt het precies! | |
Stijl | Lanoye schrijft beeldend en bourgondisch. Voor hem is de slogan 'less is more' een leugen. Hij geniet merkbaar van de taal en wil alle mogelijkheden ervan benutten. Het resultaat: een feest voor taalgenieters! | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | De hoofdpersoon is Tom Lanoye, schrijver en zoon van de moeder die in dit boek geportretteerd wordt; pas na de dood van zijn vader kon hij dit boek schrijven. |
Aantal karakters | Het verhaal draait om het drietal vader, moeder en zoon. Daaromheen cirkelen tal van bijfiguren: andere gezins- en familieleden, en allerlei kleurrijke figuren uit de nabije omgeving. Geen probleem voor de lezer. | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | De verteller is een open boek: de lezer weet precies wat er in de ik-figuur omgaat, zowel in het heden als in de beschreven voorvallen uit zijn jeugd. Hoe hij als kind tegenover zijn ouders stond en hoe dat verandert bij het ouder worden, wordt nauwkeurig beschreven. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | De roman bestaat uit drie delen, voorafgegaan door een korte inleiding. In die inleiding wordt het eigenlijke verhaal ('En dit is het relaas van een beroerte …') al aangeduid. In de rest van het boek wordt het hele verhaal in geuren en kleuren verteld. De spanning zit dus niet zozeer in de gebeurtenissen, maar in de manier waarop Lanoye het brengt. Voor N4-lezers is dit misschien te veel gevraagd. |
Chronologie | Lanoye is duidelijk niet van de chronologie. Hij is meer een enthousiaste verteller, die bijna struikelt over zijn woorden, en die eigenlijk alles tegelijk wil vertellen. Dat komt o.a. naar voren in het feit dat regelmatig alinea’s tussen haakjes zijn gezet – tot wel zeven bladzijden achter elkaar. Of als hij zijn moeder naar de tandarts brengt, trekt hij daar bijna 40 pagina’s voor uit, die grotendeels gevuld zijn met een schets van de oude buurt. Ook hier geldt: voor N4-lezers is dit misschien te veel gevraagd. Het proces van aftakeling zorgt wel voor een zekere chronologie, maar die blijft erg op de achtergrond. Overigens kent het verhaal af en toe ook expliciete aanduidingen als 'Weer twintig jaar eerder'. |
|
Verhaallijn(en) | Er is één hoofdlijn: 'het relaas van een beroerte'. Aan die lijn worden vele lijntjes vastgeknoopt, bijv. dat over de dood van zijn broer ('de Lastigste') en dat over zijn eigen coming-out als homo; die lijntjes zijn ook weer onderling verweven en worden in het bestek van zo’n 80 pagina’s gepresenteerd. Als de lezer zich gewillig laat meevoeren door de verteller, zal hij niet vastlopen of verdwalen. |
|
Perspectief | Het perspectief ligt bij de ik-figuur, die zich geregeld expliciet als de schrijver van dit boek meldt, en zich soms rechtstreeks tot de lezer richt. Geen probleem. | |
Betekenis | De problematiek van het boek is betrekkelijk eenvoudig; een N3-lezer zou die aankunnen. Maar door de manier waarop Lanoye die behandelt, kunnen N3- en ook sommige N4-lezers daar gewoon niet bij komen: de drempel is te hoog. Lezers vanaf N4 zullen verder kijken dan het oppervlakkige verhaal, 'het relaas van een beroerte'. Dat komt vooral doordat Lanoye dat afdwingt door zijn manier van vertellen: hij haalt zo veel overhoop en stelt zo veel aan de orde, dat je wel mee moet. Er is veel te beleven aan taal en stijl en anekdotes, en ook de psychologie, vragen over de kwaliteit van leven en over een waardig levenseinde, en het geschetste tijdsbeeld maken het tot een boeiende leeservaring voor alle niveaus. Hoe meer de lezer weet en (her)kent, hoe meer hij de rijkdom van dit boek zal ervaren. Voor de N6-lezer geeft reflectie op Lanoyes poëtica, waartoe dit boek nadrukkelijk uitnodigt, een extra dimensie. |
|
Relevante bronnen voor docenten |
leesclub.be | leesclubinformatie over Lanoye en Sprakeloos jancampertstichting.nl | N.a.v. de Constantijn Huygensprijs 2013 (p. 49-75) |