Lezen voor de Lijst

Docenten Nederlands 15-18

 | niveau 5 | Van de koele meren des doods

Introductie

Frederik van Eeden (1860-1932) was niet alleen schrijver, maar ook een vooraanstaand psychiater. Als een van de eersten in zijn tijd experimenteerde hij met hypnose en spiritisme. In 1898 richtte hij in Bussum de wooncommune Walden II op. Daarin wilde Van Eeden zijn idealen over een nieuwe geestelijke, bezitloze maatschappij verwezenlijken. Daarnaast diende de kolonie ook als rustoord voor psychiatrische patiënten.
Van Eeden was medeoprichter van het literaire tijdschrift De Nieuwe Gids. Hierin wilden de Tachtigers een nieuw literair ideaal tot uitdrukking brengen. Ze zetten zich af tegen hun voorgangers, vooral tegen de stichtelijke domineespoëzie van schrijvers als Nicolaas Beets. De Tachtigers propageerden daarentegen kunst om der kunst wille (l'art pour l'art): kunst moest in de eerste plaats mooi zijn, en niet zozeer nuttig.
Van Eeden raakte echter steeds meer in conflict met zijn kunstbroeders, doordat hij gaandeweg tot het inzicht kwam dat kunst wel degelijk een maatschappelijke functie had. In Van de koele meren des doods zijn beide tendensen duidelijk te herkennen: enerzijds wilde van Eeden, als kunstenaar, een 'mooi' verhaal schrijven, anderzijds wilde hij zich ook uitspreken over de, volgens hem deels maatschappelijke, oorsprong van psychisch lijden, en de weg naar herstel wijzen.
Ook met betrekking tot het naturalisme, waarvan Van de koele meren des doods beslist kenmerken vertoont, is Van Eedens positie ambigu. Het is niet moeilijk om Hedwig te zien als een product van race, milieu en moment, maar Hedwig slaagt er, in tegenstelling tot haar werkelijk naturalistische zusters (denk bijvoorbeeld aan Emma Bovary en Eline Vere) wél in om haar eigen bestemming te sturen.
Van de koele meren des doods werd bij verschijnen lauw ontvangen. De meeste kritieken waren negatief of gemengd. Met verweet Van Eeden onder andere dat in Van de koele meren teveel de psychiater aan het woord was, ten koste van de kunstenaar. Om die reden voorzag Van Eeden de tweede druk, die pas enkele jaren na de eerste verscheen, van een voorwoord waarin hij expliciet stelde dat de roman geen ziektegeschiedenis was van een psychiatrisch geval, noch dat zijn hoofdpersoon ziekelijk van aanleg zou zijn. Zij was daarentegen, aldus Van Eeden, eenvoudigweg zeer gevoelig en daardoor in mindere mate bestand tegen de schadelijke invloeden van onze zieke maatschappij dan de gemiddelde mens. Voor de toenmalige lezers maakte dat blijkbaar geen verschil, want de derde druk verscheen pas in 1935, drie jaar na Van Eedens dood. Tegenwoordig wordt Van de koele  meren geroemd vanwege de fijngevoeligheid en het psychologisch inzicht waarmee Van Eeden het leven van een jonge vrouw heeft beschreven.
Bron: Jan Fontijn, Tweespalt. Het leven van Frederik van Eeden tot 1909. Amsterdam, E.M. Querido's uitgeverij, 1990

Inhoud

Leeswaarschuwing: onderstaande tekst bevat details over de inhoud en/of de afloop van het verhaal.
De eerste zinnen van de roman luiden: 'De geschiedenis van een vrouw. Hoe zij zocht de koele meren des Doods, waar verlossing is en hoe zij die vond.' Hedwig de Fontayne wordt in 1856 geboren. Zij blijkt een 'fijn bewerktuigd' meisje. Al op jonge leeftijd is Hedwig gepreoccupeerd met de dood. Deze preoccupatie ontwikkelt zich, naarmate zij ouder wordt, tot werkelijk doodsverlangen.

Als Hedwig dertien jaar is, overlijdt haar moeder. Hedwigs vader kan het verlies niet goed verwerken en trekt zich steeds meer terug in zichzelf. De opvoeding van de kinderen wordt ter hand genomen door een gouvernante met wie de kinderen het niet goed kunnen vinden. In deze periode ontwaken Hedwigs seksuele gevoelens, waar zij zich echter niet goed raad mee weet. Ze wordt heen en weer geslingerd tussen een romantisch verlangen naar Liefde met een hoofdletter en haar onwil of onvermogen om de lichamelijke kant daarvan hier een plaats in te geven. Seks is immers een lage, lichamelijk drift, die beheerst moet worden. Tegelijkertijd heeft Hedwig wel degelijk gevoelens van dien aard. Als de huishoudster Hedwig betrapt als zij zichzelf bevredigt, is Hedwigs schaamte zo groot dat zij een zelfmoordpoging doet.
Als Hedwig op 20-jarige leeftijd trouwt met Gerard blijft de relatie lange tijd platonisch. Dat is mede de oorzaak van Hedwigs toenemende neerslachtigheid. Als Hedwig naar zee gaat om te herstellen, ontmoet zij de pianist Ritsaard, met wie zij een relatie krijgt. Ze vertrekt met hem naar Engeland, waar zij, als de relatie al tanende is, bevalt van een dochtertje. Het dochtertje sterft na enkele dagen.
Hedwig lijdt aan wat we nu zouden noemen een postnatale psychose en is zo in de war, dat zij naar Parijs vertrekt met haar dode dochtertje in een koffer. Zij raakt het contact met de werkelijkheid volledig kwijt en komt terecht in een psychiatrisch ziekenhuis. Daar wordt zij behandeld met morfine, dat echter zeer verslavend is. Na haar ontslag uit het ziekenhuis volstaan de inkomsten uit haar schamele betrekkingen niet om haar verslaving te bekostigen. Hedwig ziet geen andere mogelijkheid dan zich te prostitueren. Mede door lichamelijke kwalen die het gevolg zijn van langdurig morfinegebruik belandt Hedwig in een uitzichtloze situatie. Ze besluit zich te laten opnemen om af te kicken. In het ziekenhuis maakt zij kennis met zuster Paula. Zij is de belichaming van het soort 'vergeestelijkte leven' waar Hedwig in haar jeugd zo naar verlangde. Dankzij zuster Paula herstelt Hedwig van haar verslaving. Na haar herstel keert zij terug naar Nederland. Zij heeft goede herinneringen aan het landgoed Merwestee, waar haar familie vroeger de zomers doorbracht. Hedwig besluit op Merwestee naast de familie Harmsen te gaan wonen en hen, evenals de keuterboertjes uit de omgeving, zoveel mogelijk te helpen.
Als Hedwig 33 jaar is, krijgt ze longontsteking. Een paar dagen later overlijdt zij.

Moeilijkheid

Voor N4-leerlingen is Van de koele meren des doods een heel pittig boek. Het taalgebruik is moeilijk en veel dingen worden niet bij de naam genoemd. De ervaring leert echter dat ook sommige van deze lezers, vooral meisjes, de roman met veel interesse lezen. Zij zijn geboeid door de intieme beschrijving van Hedwigs geestelijke ontwikkeling en onder de indruk van de heftigheid van de gebeurtenissen. Ook van N5- en N6-lezers vraagt de roman een redelijk grote bereidheid. Zij zullen echter niet alleen geboeid zijn door het verhaal, maar ook door abstracties als 'het Zelf' en 'de dood die leven is'. Voor N6-lezers is het bovendien interessant zich te verdiepen in de relatie tussen Van de koele meren des doods  en thematisch verwante werken, zoals Eline Vere en Madame Bovary.

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene
vereisten

Bereidheid Van de koele meren des doods vraagt een vrij grote bereidheid van de lezer. Het taalgebruik is lastig, de hoofdpersoon staat ver van de leerlingen af en zeker in de eerste helft van het verhaal gebeurt er weinig spectaculairs. Voor veel N4-lezers zijn dit redenen om af te haken.
  Interesses Leerlingen die geïnteresseerd zijn in psychologie zullen de roman interessant vinden. De innerlijke ontwikkeling van Hedwig wordt nauwgezet beschreven en becommentarieerd.
  Algemene kennis Enige kennis van de seksuele moraal en het religieuze leven rond 1900 is een pre. Zonder deze kennis zullen de meeste leerlingen zich waarschijnlijk al gauw afvragen 'waarom Hedwig zo moeilijk doet'.
  Specifieke
literaire en culturele kennis
Enige kennis van de literatuur rond 1900 is een pre. Leerlingen die daarover beschikken zullen naturalistische tendensen herkennen.

Vertrouwdheid
met literaire stijl

Vocabulaire Het vocabulaire is verouderd en werd zelfs in 1900 al als archaïsch beschouwd. De N5- en N6-lezer zullen zich er wel mee redden, al zullen ook zij bereid moeten zijn nu en dan iets op te zoeken. Van N4-lezers vraagt het lastige vocabulaire wellicht een te grote inspanning.
  Zinsconstructies Veel lange, meanderende zinnen die een geconcentreerde leeshouding vereisen.
  Stijl Van Eeden heeft zich in deze roman ten doel gesteld een vrouwenleven getrouw en gedetailleerd te beschrijven. Hij wilde dat echter op een manier doen die recht deed aan zijn grote bewondering voor 'het vrouwelijke'. Veel verhullend taalgebruik dus, zeker waar het de lichamelijke liefde betreft. Dit vraagt een grote oplettendheid van de lezer. Ten tweede is er sprake van een auctoriale verteller die de gebeurtenissen becommentarieert. Voor N5- en N6-lezers is dat interessant; minder geoefende lezers vinden het misschien vervelend dat ze zo niet echt 'in het verhaal' komen.

Vertrouwdheid
met literaire personages

Karakters Hoofdpersoon is Hedwig. Haar karakter is zeer complex. Zij wordt niet alleen beschreven, maar de verteller geeft ook zijn commentaar op de gebeurtenissen en ontwikkelingen. Echtgenoot Gerard en minnaar Ritsaart zijn belangrijke bijfiguren, maar zij worden nauwelijks uitgewerkt. Belangrijker voor de loop van het verhaal zijn Joob, een aan syfilis lijdende kunstenaar, en zuster Paula. Hun psychologie is ondergeschikt gemaakt aan de rol die zij hebben als 'vehikel' om bepaalde ideeën van Van Eeden te communiceren. Bovendien speelt Johan, Hedwigs eerste vriendje, een rol van betekenis als alter ego van de schrijver. Interessant voor N5 en N6.
  Aantal karakters

Overzichtelijk.

  Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters Het hele verhaal draait om de ontwikkeling die Hedwig doormaakt. Deze wordt uitgebreid beschreven, maar is daardoor niet vanzelfsprekend gemakkelijk te volgen. Hedwigs persoonlijkheid is complex. Voor de meeste moderne lezers is zij dan ook geen personage waarmee zij zich gemakkelijk identificeren.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning Er komt weinig actie in het verhaal voor. Bovendien ligt in het eerste deel van het verhaal het tempo vrij laag. De meeste leerlingen vinden het vooral interessant worden als Hedwig na de geboorte van haar dochtertje psychotisch wordt, maar dat gebeurt pas na 200 pagina's.
  Chronologie Het verhaal wordt chronologisch verteld. Geen enkel probleem.
  Verhaallijn(en) Er is sprake van één verhaallijn.
  Perspectief Vanuit een auctoriale verteller, die de gebeurtenissen becommentarieert. Heel gewoon voor 1900, maar de moderne lezer moet daaraan wennen. Het is voor lezers van alle niveaus interessant om zich daar nader in te verdiepen.
  Betekenis Van de koele meren des doods kan op meerdere niveaus gelezen worden. Minder ervaren N4-lezers zullen de roman waarschijnlijk interpreteren als een ziektegeschiedenis van een overgevoelige vrouw en het daarbij laten. Sommige aspecten, zoals Hedwigs angst voor de knopenwinkel, zullen zij niet goed kunnen duiden. Meer ervaren lezers zullen meer oog hebben voor de dieper liggende oorzaken van Hedwigs geestelijk lijden, zoals het corrumperende effect van 'de stad', de gespannen verhouding tussen werkelijkheid en ideaal en de omstandigheden waarin het Zelf gestalte kan krijgen. Op dat niveau zullen zij ook veel kunnen herkennen in de roman. Lezers op N5 en vooral N6 zullen wellicht verbanden zien of gaan zoeken tussen de roman en andere contemporaine werken.

Relevante bronnen voor docenten

  Jan Fontijn, Tweespalt. Het leven van Frederik van Eeden tot 1901. Amsterdam, E.M. Querido's uitgeverij, 1990