Docenten Nederlands 15-18
| niveau 6 | Lof der Zotheid
Introductie
Zoals Erasmus (1466?-1536) thuis hoort in de canon van de Nederlandse en de Europese geschiedenis, zo hoort zijn Lof der Zotheid (1511) thuis in de canon van de Nederlandse literatuur. Het boek is oorspronkelijk in het Latijn geschreven, en was in eerste instantie helemaal niet bedoeld voor het grote publiek. Voor Erasmus was dit boek een soort gezelschapsspel voor de kleine kring van zijn geleerde vrienden. Hij nam het zelf niet erg serieus. Wél voorzag hij, zoals blijkt uit de brief aan Thomas More die aan de tekst voorafgaat, dat het boek veel kritiek zou gaan losmaken. Hij begreep natuurlijk dat een satirische tekst, waarin de Dwaasheid gepeperde uitspraken doet over alles wat in Kerk en samenleving heilig en belangrijk wordt geacht, kan rekenen op onbegrip. Al het werk van Erasmus werd in 1559, dus na zijn dood, op de Index - de zwarte lijst van de rooms-katholieke kerk - geplaatst; bij de versoepeling van die maatregel vijf jaar later werd Lof der Zotheid uitgezonderd: dat bleef verboden.
Inhoud
Dit boek vertelt geen verhaal, maar is een soort betoog (een 'pronkrede') waarin Vrouwe Dwaasheid ons duidelijk maakt dat wij in deze wereld eigenlijk niets kunnen beginnen zonder haar. Dankzij de dwaasheid is het leven leefbaar: alleen als wij ons haar levenswijsheid eigen maken, kunnen we van het leven genieten.
In een groot deel van het boek levert Vrouwe Dwaasheid kritiek op allerlei soorten mensen in de samenleving: ze laten zich graag voor de gek houden, zijn zelfingenomen, gaan zich te buiten aan alle mogelijke dwaasheden. Vooral de gezagsdragers in de samenleving en de Kerk moeten het ontgelden.
Moeilijkheid
Lof der Zotheid is echt een moeilijk boek. De leerling die zich eraan waagt, moet openstaan voor een diepzinnige, ingewikkelde tekst, die onmiskenbaar uit een heel andere tijd stamt. Een beschouwelijke aard en gevoel voor satire en ironie (omkering) zijn eigenlijk onmisbaar voor de lezer van dit boek. Leerlingen moeten echt een goede moderne vertaling van dit werk lezen, zoals die van Harm-Jan van Dam. Oudere vertalingen hebben slechts één voordeel: ze geven bij elk hoofdstukje een hoofdstuktitel.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | Aan de omvang zal het niet liggen: Lof der Zotheid is maar een klein boekje. De lezer moet wel bereid zijn zich te laten meevoeren naar een verre verleden tijd, en zich openstellen voor een gedachtegang die hem onbekend is. Het lezen van dit boek is een intellectuele uitdaging. Met een moderne editie heeft het avontuur voor N5- of N6-lezers kans van slagen. |
Interesses | Wie ervan houdt te filosoferen over het leven en de maatschappij, en zich daarbij ook 500 jaar terug in de tijd kan verplaatsen, kan met dit boek wel wat beginnen, zeker als hij het satirische element weet te waarderen. Wie dit gaat lezen omdat het wel interessant staat - die schrijver, dat boek - komt zichzelf tegen. | |
Algemene kennis | 'Voor goed begrip is te veel geleerdheid nodig' (Willem Otterspeer). Er is waarschijnlijk geen leerling - en misschien maar een enkele leraar - die zo ontwikkeld is dat hij alles in dit boek kan vatten. Dat is geen reden om het niet te proberen. Het is erg aan te bevelen om een goede moderne vertaling te nemen, met aantekeningen, zodat de geïnteresseerde lezer (N5, N6) in elk geval een heel eind kan komen. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | De lezer moet eigenlijk geholpen worden met achtergrondinformatie om dit boek goed te kunnen plaatsen. De verwijzingen naar de klassieken en de Bijbel zullen door de meeste moderne lezers nauwelijks worden verstaan. De lezer moet beseffen dat hij met een satirische tekst (een paradoxale lofrede) te maken heeft, zodat hij de omkering doorziet. Ook moet hij de bijzondere vertelsituatie - de personificatie van Vrouwe Dwaasheid - doorhebben. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Lof der Zotheid is hoe dan ook een vertaling van het Latijnse origineel (Morias enkomion, id est, Stultitiae laus). Veel vertalingen zijn erg moeilijk leesbaar; de editie van Harm-Jan van Dam is nog steeds niet makkelijk, maar het is tenminste taal van nu. Ook deze moderne vertaling bevat nog de nodige moeilijke woorden. De lezer moet minimaal N5 hebben wil hij zich hier doorheen slaan. |
Zinsconstructies | De aanbevolen moderne vertaling biedt normale zinnen, die toch aandachtige lezing vergen. De formuleringen zijn behoorlijk geconcentreerd. Minimaal N5. | |
Stijl | Dit boek vertelt geen verhaal, maar bevat een betoog in een klassieke vorm: de paradoxale lofrede. Erasmus wist dat zijn eerste lezers, zijn geleerde vrienden, goed thuis waren in de klassieken en de Bijbel. Wat Erasmus als intellectueel spel bedoelde, is voor jonge lezers nu hogere wiskunde geworden; zelfs mét aantekeningen is het voor N5- en N6-lezers een hele klus. Of jonge lezers nu nog, in een vertaling, zullen ervaren dat Erasmus 'een weergaloze stijl' (Ahmed Aboutaleb) had, is de vraag. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | Er is maar één personage: Vrouwe Dwaasheid, die haar betoog in de ik-vorm afsteekt. |
Aantal karakters | Niet van toepassing | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | Niet van toepassing | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | Niet van toepassing |
Chronologie | Niet van toepassing | |
Verhaallijn(en) | Niet van toepassing | |
Perspectief | Dat lijkt simpel: een ik-perspectief. Door de aanwezige ironie moet de lezer zich toch steeds afvragen of het de 'ik' ernst is. En is die 'ik' consistent? Horen wij soms ook Erasmus' eigen stem? Het is een interessante opgave om te bezien hoe de uitspraken van Dwaasheid en de eigen opvattingen van Erasmus zich tot elkaar verhouden. | |
Betekenis | Voor de meeste lezers zal dit vooral een kennismaking zijn met het bekendste boek van een belangrijke figuur uit de vaderlandse en Europese geschiedenis. Door het lezen van dit boek en het kennisnemen van de achtergronden kunnen lezers zich een beeld vormen van eeuwenoude ideeën over mens en samenleving, en daarbij concluderen dat er niets nieuws onder de zon is. | |
Relevante bronnen voor docenten |
'Lof der Zotheid', themanummer van De Gids 170, 3/4 (maart/april 2007) |