Lezen voor de Lijst

Docenten Nederlands 15-18

 | niveau 6 | Mystiek lichaam

Introductie

Frans (Franciscus Gerardus Petrus) Kellendonk (1951-1990) studeerde Engels in Nijmegen. In 1978 promoveerde hij en werd hij redacteur van het literaire tijdschrift De Revisor. Samen met schrijvers als Dirk Ayelt Kooiman en Doeschka Meijsing werd hij tot de stroming van de 'academisten' gerekend en het proza werd ook wel 'Revisorproza' genoemd. Kellendonk debuteerde met zijn roman Bouwval waarvoor hij de Anton Wachterprijs heeft ontvangen. Kellendonk vertaalde diverse Engelse klassiekers. Behalve romans schreef hij ook verhalen en essays.
Zijn roman Mystiek lichaam veroorzaakte in 1986 een controverse. Naast lovende recensies ontstond er ook een hevige discussie over dit boek, waarbij Kellendonk door recensent Aad Nuis beschuldigd werd van antisemitisme. Het boek werd bekroond met de F. Bordewijkprijs en was genomineerd voor de AKO Literatuurprijs.
Kellendonk is op betrekkelijk jonge leeftijd overleden aan de gevolgen van aids, het vierletterwoord dat niet genoemd wordt in de roman, maar er wel een belangrijke rol in speelt.

Inhoud

Mystiek lichaam gaat over een vrekkige weduwnaar, Gijselhart, zijn naïeve dochter Magda, die Prul genoemd wordt en zijn homoseksuele zoon Leendert Gijselhart, die als kunsthandelaar in New York woont.
In het eerste deel van de roman verheugt vader Gijselhart zich in het feit dat zijn Prulletje weer thuis komt wonen. Hij heeft voor haar een prachtige kamer, het 'Prulmuseum' gereed staan.
Op afstand van zijn familie houdt zoon Leendert Gijselhart zich in het tweede deel van de roman bezig met allerlei levensvragen, zoals de zinloosheid van het bestaan van de homo, aangezien hij als kinderloze geen bijdrage kan leveren aan de voortgaande geschiedenis van generaties.
In het laatste deel keert de aan (toen nog dodelijke ziekte) aids lijdende Leendert terug naar zijn ouderlijk huis. Daar komt, behalve Gijselhart en Prul ook de joodse man Pechman en kind wonen. Leendert is wat minder welkom, wordt ondergebracht in een schuur.
Ten slotte verhuist Prul met haar man en kind naar Zwitserland. Dan is er nog weinig hoop voor vader Gijselhart en zieke zoon: 'Prul was weg en het achtergebleven vlees had geen geschiedenis meer,' zegt Leendert. Vader kwijnt langzaam weg en Leendert kijkt de dood in de ogen.

Moeilijkheid

Zowel de N5-lezer als de N6-lezer zal gegrepen worden door de prachtige stijl waarin deze roman geschreven is. De N5-lezer zal een flinke kluif hebben aan de diepere betekenislagen in het boek en alle verwijzingen naar religie en de mystiek. Hij zal wel goed de voortdurende relativering begrijpen wanneer hij het boek plaatst in de literair-historische context: het postmodernisme. Ook voor de N6-lezer zullen de verschillende betekenislagen een uitdaging zijn. Voor een goed begrip zal hij verbanden moeten leggen met andere disciplines: religie, filosofie, kunst en misschien zelfs wat economie. Intertekstualiteit speelt hier ook belangrijke rol. Het heiligste van alle huisjes, de kerk, wordt omvergehaald en Kellendonk speelt voortdurend met de taal uit de bijbel. De lezer die veel kennis van de bijbel heeft, heeft een grote voorsprong. Voor hem spelen al die subtiele verwijzingen mee in de ironische ondertoon van deze roman.

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten 

Bereidheid Het boek telt 194 bladzijdes. Het begint voor een N5-leerling heel plezierig: de lezer wordt getrakteerd op prachtige volzinnen vol beeldend taalgebruik. Er is voortdurend een ironische ondertoon aanwezig waar de N5-leerling zeker van zal genieten. Naarmate het boek vordert, zal van de N5-leerling meer inspanning gevraagd worden. Dan begint op te vallen dat de delen en hoofdstukken bijzondere titels hebben met verwijzingen naar de mystiek, de kerk en mythische figuren. Voor de N5-lezer zal het een uitdaging worden daar een zinvolle betekenis aan te geven in dit boek. De N6-lezer heeft wat meer ervaring met dit soort verwijzingen, maar ook voor deze lezer zal het een uitdaging zijn de abstracte motieven helemaal te plaatsen.
  Interesses De personages liggen vrij ver verwijderd van de belevingswereld van de gemiddelde leerling: een oude vrek die niet alleen op geld uit is, maar ook erg bezitterig is wat zijn dochter betreft. Ook dochter Prul is wat hysterisch en tegendraads. De zoon is homoseksueel en bevindt zich in de wereld van de kunst en lijkt zijn ziekte vrijwillig te ontvangen en te verspreiden. Op thematisch niveau zijn er wel enkele algemene motieven te vinden die de belangstelling kunnen wekken: de relatie tussen vader en dochter en vader en zoon, broer en zus. Voor de N5-lezer zijn de diepere betekenislagen in de roman interessant. Voor de N6-lezer zijn ook de verwijzingen in deze roman naar andere disciplines, zoals filosofie en religie interessant.
  Algemene kennis De N5-lezer zal voor een goed begrip van het boek wat basale kennis moeten vergaren over de mystiek en over rituelen in het christendom. Er wordt bovendien voortdurend een spel gespeeld met de taal uit de bijbel. Ook voor de N6-lezer zijn deze motieven nog behoorlijk specifiek en niet voor de hand liggend. Voor de N6-lezer ligt hier echter een uitdaging om verbanden te leggen met andere disciplines, zoals filosofie en religie. Zonder deze kennis is dit echter nog steeds intrigerend boek over bizarre relaties tussen een vader, zoon en dochter.
  Specifieke culturele en literaire kennis Enige kennis van het postmodernisme is gewenst. De voortdurende relativering van de personages laat nauwelijks toe dat de lezer zich met een personages identificeert. Voor de N5-lezer zal het een uitdaging zijn dit postmodernisme in het boek te herkennen. De N6-lezer zal ontdekken dat relativisme niet een keuze is, maar een wezenlijk aspect van de aard van alle kennis.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire Het boek bevat behoorlijk wat lastige woorden, die zelfs de geoefende lezer zal moeten opzoeken. Kellendonk gebruikt veel 'kerkelijke' taal, al dan niet ironisch.
  Zinsconstructies Korte spreektaalzinnen worden afgewisseld met lastige zinsconstructies vol originele beeldspraak.
  Stijl Het boek bevat een zeer bijzondere stijl. Zowel de N5- als de N6-lezer zal hier zeker van kunnen genieten. De beeldspraak is vaak bijzonder geestig en het hele boek bevat een ironische ondertoon. De taal bevat ook veel allusies (naar de Bijbel).

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters De karakters zijn behoorlijk bizar. De lezer zal weinig moeite hebben met vader Gijselhart. Die is wel bijzonder, maar hij is bijna een karikatuur. Dochter Prul is wat onvoorspelbaarder, maar dat is juist haar belangrijkste kenmerk: zij geeft toe aan al haar grillen. Het zal voor de N5-lezer het lastigst zijn om vat te krijgen op Broer Leendert. Hij zet zich aan de ene kant af tegen zijn vader, maar hij lijkt in veel opzichten ook op hem. Bovendien ventileert dit personage de meeste opvattingen met betrekking tot die lastige verwijzingen naar 'vleeswording', 'mystiek', 'de moederkerk' en de geschiedenis.
  Aantal karakters Het aantal karakters is heel beperkt: vader, dochter Magda, broer Leendert en dan is er Pechman, de vader van het kind van Magda, het kind zelf. Ook is er nog 'de jongen', de geliefde van broer Leendert. De nadruk ligt echter op vader, dochter en broer.
  Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters De verhoudingen tussen de verschillende personages zijn bijzonder complex. Er zijn wel herkenbare motieven aan te wijzen, zoals het wederzijds loslaten van ouder en kind, maar door al die complexe verwijzingen krijgen de personages ook een 'mystiek' verband met elkaar en met het 'hogere'.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning Er gebeurt weinig in deze roman. De bizarre personages draaien in kringetjes om elkaar heen. De N5-lezer zal geboeid blijven door het stilistisch raffinement. Hij zal misschien afhaken in de passages die heel expliciet verwijzen naar de mystiek en het hogere. De N6-lezer zal uitgedaagd worden ook betekenis te geven aan die complexe laag in het boek.
  Chronologie De roman is chronologisch. Er zijn soms lange herinneringen die aan flashbacks doen denken (bijvoorbeeld over de gezamenlijk doorgebrachte huwelijksnacht).
  Verhaallijn(en) De verhaallijnen zijn duidelijk gescheiden door de driedeling van de roman.
  Perspectief De perspectiefwisselingen zijn duidelijk: in deel één ligt het perspectief bij de vader; in deel twee bij Broer; in het laatste deel wisselt het perspectief per hoofdstuk: afwisselend bij vader Gijselhart en Broer. De personale verteller wordt regelmatig afgewisseld met auctoriale stukken.
Bijzonder is dat de stijl een effect heeft op het perspectief: ondanks het feit dat de meeste stukken vanuit één personage zijn geschreven, wordt er toch een enorme afstand geschapen tussen dit personage en de lezer. Dat komt door de barokke beeldspraak die niet aan één personage kan worden toegeschreven. Het lijkt erop dat de schrijver voortdurend naar de lezer knipoogt en dat de lezer dus niet vastzit in dat personale perspectief.
  Betekenis Zowel de N5-lezer als de N6-lezer wordt bij het lezen van dit boek geconfronteerd met de vraag naar de zin van het bestaan. Beide lezers zullen zich buigen over de betekenis van moederschap en homoseksualiteit in het licht van de zingeving van het bestaan. Vanuit de literair-historische context (postmodernisme) zal de N5-lezer begrijpen dat alle mogelijke antwoorden op die vraag hier gerelativeerd worden. Beide lezers zullen ook zien dat de bijzondere stijl een grote rol speelt bij deze relativering. De N6-lezer zal echter ook verbanden kunnen leggen met opvattingen uit de bijbel, de kunst en eventueel nog andere disciplines, waardoor hij in staat is door te dringen tot alle diepere betekenislagen van het boek. Deze roman nodigt de N6-lezer wellicht ook uit mee te denken in de discussie waartoe dit boek bij publicatie geleid heeft: maakt Kellendonk zich in deze roman schuldig aan antisemitisme?

Relevante bronnen voor docenten

  dbnl.org | Sipko Melissen, '9 mei 1986: Frans Kellendonks roman Mystiek lichaam verschijnt. De literatuuropvatting van de Revisor-auteurs'
vpro.nl | Oek de Jong en Jaap Goedegebuure over Frans Kellendonk, 25 jaar na zijn dood