Docenten Nederlands 15-18 | niveau 6 | Rachels rokje
Introductie
Charlotte Mutsaers (1942) werd docent Nederlands na haar studie Nederlands. Naast het lesgeven rondde ze de kunstacademie af. Voordat zij boeken ging schrijven, was zij al beeldend kunstenaar. Haar werk past goed in het (laat)postmodernisme. Mutsaers gaat regelmatig in tegen heersende ideeën en die tegendraadsheid is in al haar werk te vinden. Ook in Rachels rokje zie je die terug in het verwerpen van de volwassen kijk op ‘kalverliefdes’. Zij heeft diverse grote prijzen gekregen voor haar werk, zoals de P.C. Hooftprijs en de Constantijn Huygensprijs. Er ontstond in 2017 ophef rond haar roman Harnas van Hansaplast. In een interview met de Volkskrant vertelt ze dat ze kinderporno had gevonden in het huis van haar overleden broer en dat ze die heeft doorverkocht aan een handelaar. Deze informatie was de inspiratiebron voor de roman. Uiteindelijk geeft Mutsaers aan dat het boek fictie is en dat het niet haar taak is om daarvan aan te geven wat er wel of niet echt is gebeurd.
Inhoud
De dertienjarige Rachel Stottermaus staat op een ochtend oog in oog met haar nieuwe taaldocent Douglas Distelvink. Ze valt als een blok voor hem, maar durft dat niet meteen te bekennen. Het is immers een verboden liefde. Toch komt ze een keer bij hem thuis, als zijn vrouw of vriendin Lammy Lovecraft hem net heeft verlaten. Het verhaal springt van de hak op de tak, van gedachten naar gebeurtenissen, zonder chronologie en vaak ook zonder samenhang. Elk hoofdstuk vormt een plooi in het rokje dat Rachel voor Distelvink maakt. Boven elke plooi staat een korte samenvatting van het betreffende hoofdstuk, zoals je dat ook in negentiende-eeuwse romans wel eens ziet, maar uiteindelijk blijkt het allesbehalve een samenvatting. Later in de tijd vindt er opnieuw een ontmoeting plaats tussen beiden. Douglas noemt zich dan al een oude man. Ook dan is hun liefde onmogelijk. Hij is getrouwd met Teddy. Rachel komt een aantal keren bij hem en zijn vrouw thuis. Als hij uiteindelijk is overleden, vindt er in het laatste deel van de roman een soort kruisverhoor plaats waarin Rachel verantwoording moet afleggen tegenover een aantal rechters. Waarvan precies is echter niet helemaal duidelijk.
Moeilijkheid
De roman is bijzonder experimenteel en kan geplaatst worden in het postmodernisme. Dat vraagt nogal wat van de lezer. Het boek is opgebouwd uit vier delen: ‘Een wandeling vooraf’; ‘Rachels rokje’ (in zevenendertig plooien), ‘Skatsjok’ en ‘Rachels rokje revisited’. Het is al niet eenvoudig om een boek met een rokje te vergelijken, maar het verhaal zwiert inderdaad alle kanten op en waar je bij een plooirok ook niet goed kunt zien wat zich in de plooien bevindt, tast je bij veel delen van het boek ook in het duister. Toch blijft het intrigeren. Dat komt vooral door de bijzonder creatieve stijl van Mutsaers. Het boek is speels en provocerend. Als je chronologie en samenhang zoekt in een boek, word je hier voortdurend op het verkeerde been gezet. Er is een auctoriale verteller die soms lijkt af te dalen in de romanwerkelijkheid. Rachel Stottermaus is een anagram van Charlotte Mutsaers. Daarmee wordt ook al gesuggereerd dat de auteur met het meisje te maken heeft, haar misschien zelfs is. Er staan talloze intertekstuele verwijzingen in het boek, die je onmogelijk allemaal kunt opsporen. Als je een spoor probeert te volgen, blijkt het al spoedig dood te lopen. Elk hoofdstuk heeft een zogenaamde samenvatting bovenaan, maar die correspondeert niet met het betreffende hoofdstuk. Er komen verwijzingen voor naar de Tweede Wereldoorlog en er wordt gesuggereerd dat Rachels vader fout was in de oorlog. In het kruisverhoor aan het eind, lijkt dat verleden een belangrijke rol te spelen, al is ook daar niet precies duidelijk wat Rachel nu precies ten laste wordt gelegd. Dit boek moet je als lezer vooral over je heen laten komen en dat zullen veel lezers lastig vinden. Het helpt als je weet wat postmodernisme is, want dan kun je heel veel elementen uit het boek beter plaatsen.
Didactische en letterkundige analyse
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid |
De lezer moet bereid zijn om vaste leespatronen los te laten, zoals het zoeken naar samenhang en chronologie. De verhaalwerkelijkheid wordt voortdurend doorgeprikt en je wordt op het verkeerde been gezet. Als je je daaraan kunt overgeven, is het een bijzonder vermakelijk en intrigerend boek. Als je je daartegen verzet, zal het echter ook een behoorlijke worsteling zijn. |
|
Interesses |
Het boek is bijzonder interessant voor lezers die van postmodernistische en experimentele romans met een bijzondere structuur houden. De oorsprong van het verhaal zit misschien in een ‘liefde op het eerste gezicht’, maar het is tegelijkertijd onmogelijk om dit een ‘liefdesroman’ te noemen, omdat er zoveel in gebeurt dat alle kanten op vliegt. De creatieve stijl van Mutsaers, vol humor en origineel taalspel, is ook een goede reden om dit boek op te pakken. |
|
Algemene kennis |
Er is geen bijzondere voorkennis vereist, al worden er wel wat verwijzingen naar de Tweede Wereldoorlog gegeven. Het is echter de vraag of je met die kennis meer grip op het boek krijgt, omdat al die verwijzingen nogal duister blijven. |
|
Specifieke literaire en culturele kennis |
Het maakt absoluut uit als je kennis hebt van het postmodernisme. Dan lukt het veel beter om je over te geven aan de vreemde structuur, doodlopende sporen, het doorbreken van de verhaalwerkelijkheid en het ingewikkelde perspectief. Er staan talloze intertekstuele verwijzingen in, die je onmogelijk allemaal kunt opsporen. Ook als je de namen en context wel kent, is niet altijd duidelijk waarom ze genoemd zijn. |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire |
Mutsaers’ woordgebruik is speels en experimenteel. Dat blijkt al uit de naam Rachel Stottermaus, die een anagram is van haar eigen naam. Soms lijkt het verhaal over te gaan in een kinderliedje: ‘Op dat moment gaat de mond van de moeder zachtjes open en verneemt Rachel dat niet alleen vogels en gekheid maar ook aapjes op stokjes zitten’ (gevolgd door het liedje van een aapje op een stokje). Of: ‘Het portier van de taxi zwaait open. Uit het gecapitonneerde binnenste komen tralderaldera tevoorschijn: een bos rode rozen, twee dikke voetjes in slangeleer, een afgedragen plooirok, twee opgevulde steunkousen, een kort bontjasje van astrakan (...)’. Mutsaers gebruikt woorden uit verschillende taalregisters en combineert die in één zin. Soms staan er ook ineens woorden uit een andere taal in. Ten slotte gebruikt ze soms ook bepaalde abstracte begrippen die ze met een hoofdletter schrijft, zoals ‘Verraad’ of ‘Goed en Fout’. |
|
Zinsconstructies |
Er bestaat een afwisseling van eenvoudige, enkelvoudige zinnen en bijzonder ingewikkelde zinsconstructies die lijken te ontsporen. Sommige zinnen lijken eerder uit een gedicht afkomstig dan uit een roman: ‘Je achternaam zal je achtervolgen als een zwarte vlerk.’ |
|
Stijl |
Kenmerkend voor Mutsaers’ stijl is originaliteit en experiment. Ze combineert verschillende taalregisters (deftig, kindertaal, hoogdravend en platvloers) in één zin, waardoor het boek vaak bijzonder humoristisch is, maar soms ook totaal onbegrijpelijk en krankzinnig. Zo is het hoofdstuk van ‘plooi zesentwintig’ geschreven in de vorm van de Heidelbergse Catechismus (vraag-antwoord). |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters |
Rachel Stottermaus en Douglas Distelvink zijn de belangrijkste personages. Los van hen komen nog diverse bijfiguren voor, zoals de vader en moeder van Rachel en Douglas’ vrouw. |
|
Aantal karakters |
Geen probleem, al komen er soms ook wildvreemde personen of juist historische figuren in het verhaal voor. In ‘plooi dertien’ wordt een uitstapje van een knappe jonge vrouw met haar zoon Martin en dochter Eike beschreven naar het huis van Himmler, die zelf niet aanwezig is, maar waar ze ontvangen worden door diens maîtresse. Terwijl deze het boek Mein Kampf in de lucht zwaait, toont zij op de zolder iets gruwelijks: een tafel gemaakt van mensenbeenderen, afkomstig van gedetineerden in de kampen. De vrouw vlucht vol afschuw met haar kinderen; zij blijkt aan het eind de vrouw van Martin Bormann (privésecretaris van Hitler). |
|
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters |
De twee hoofdpersonages zijn op zichzelf al problematisch. Wie is Rachel precies? Soms lijkt zij zelf aan het woord, maar vaak wordt over haar verteld. Distelvink wordt regelmatig ook Rokriem genoemd. Het duurt even voordat je doorhebt dat dat waarschijnlijk dezelfde persoon is. Van een ontwikkeling kun je niet echt spreken, omdat de chronologie continu doorbroken wordt. Vaak is helemaal niet duidelijk wanneer wat plaatsvindt. Het lijkt alsof beiden zich tot elkaar voelen aangetrokken, maar de vraag is of er ook feitelijk iets tussen hen gebeurt. Het lijkt vooral een onmogelijke liefde. |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning |
Voor de geoefende lezer is er genoeg spanning in het boek te vinden. Het gegeven van de verboden liefde is op zichzelf al wel spannend, maar al die geheimzinnige verwijzingen naar het verleden en andere teksten zorgen ook voor een zekere spanning, net als de bijzondere stijl, waardoor je toch steeds overrompeld wordt. |
|
Chronologie |
Die is nauwelijks te vinden. Je kunt wel globaal twee momenten aanwijzen waarin ze elkaar hebben ontmoet. Het ene vindt duidelijker jaren later plaats dan het andere, maar wat daartussen gebeurt, is lastig in de tijd te plaatsen. Sommige stukken lijken achteraf verteld, andere in het ‘nu’. Ook staan er talloze vooruitwijzingen in. Er is daarnaast sprake van een soort ‘gelijktijdigheid’: de blikseminslag van de liefde op het eerste gezicht correspondeert met het overlijden van Douglas. Zijn vrouw Teddy zegt dat hij ‘als door de bliksem getroffen’ was. |
|
Verhaallijn(en) |
Er zijn geen duidelijke verhaallijnen te onderscheiden. Zelfs de afzonderlijke hoofdstukken (plooien) kun je geen lijnen noemen. Het boek is vooral fragmentarisch. |
|
Perspectief |
Het perspectief is problematisch. In veel stukken word je als lezer toegesproken door een alwetende verteller die over Rachel vertelt. Deze verteller houdt niet echt afstand tot het verhaal, lijkt er soms ook deel aan te nemen, of overduidelijk te laten merken dat zij het verhaal bepaalt: ‘Maar ik hoor gestommel. Misschien heeft Rachel intussen de bovenste tree weer bereikt en trappelt ze om bij hem binnen te gaan. Wie houdt haar tegen? Ik niet.’ Die alwetende verteller lijkt echter af en toe samen te vallen met Rachel zelf, soms in de je-, soms in de ik-, en soms in de zij-vorm. Er zijn ook stukken tekst waarin Rachel helemaal niet voorkomt, zoals het fragment over de vrouw van Bormann. Daar lijkt het perspectief weer bij de alwetende verteller te liggen. |
|
Betekenis |
Wie zoekt naar samenhang of een overkoepelend thema, zou kunnen zeggen dat dit boek het resultaat is van een overrompelende liefde waardoor de hele wereld, en verleden, heden en toekomst, op hun kop staan. Hoewel het verhaal wanhopige pogingen doet zich als een plooirokje te presenteren, valt het vooral ‘uit de plooi’. Misschien is juist dit verlies van de grip op alles de diepere betekenis van het verhaal. |
Relevante bronnen voor docenten |
|
|
Externe leestips |
|
|
Auteur docentinfo |
|
Dietske van den Berg-Geerlings |