Introductie
Mariken Heitman (1983) studeerde biologie in Utrecht. Ze is docent groenteteelt en werkt daarnaast als tuinder. Ze publiceerde korte verhalen in o.a. De Optimist en Papieren Helden. In 2019 debuteerde zij bij met de roman De wateraap, die genomineerd werd voor de Bronzen Uil, Anton Wachterprijs en Jan Wolkersprijs. De hoofdpersoon in dat boek, de biologe Elke, treedt ook op in Wormmaan. Met deze roman won Heitman de Librisprijs en brak ze door bij een groter publiek.

Inhoud
Elke, een groenteveredelaar, kan na het jarenlang veredelen van een pompoen deze pompoen niet meer op de markt brengen, omdat een concurrent met een vergelijkbare pompoen net een dag eerder is met de aanvraag voor erkenning. Behalve deze teleurstelling, kampt ze met de teleurstelling in haar collega’s, die, terwijl ze haar toch wel zo langzaamaan een beetje zouden moeten kennen als een niet typisch ‘vrouwelijke’ vrouw, juist in haar bijzijn opmerken dat de aangeboren natuur toch wel een verbluffende universaliteit heeft: jongens spelen met auto’s, meisjes met poppen. Ze neemt ontslag en gaat naar een van de Waddeneilanden, in het huisje van haar oom, waar ze een veredelde erwt wil laten verwilderen. 
De tweede verhaallijn betreft een oerverhaal over de eerste mensen van negenduizend jaar geleden, in de Levant. De hoofdpersoon in deze verhaallijn is Ra, een middenmens, half god, half mens, half vrouw, half man, die in een nieuwe stam wordt opgenomen, omdat het haar lukt een wilde stier te temmen met het plantje van de oererwt. Als het land uitgeput raakt, weet Ra de helft van haar stam zo ver te krijgen om naar een eiland verderop te trekken, om zich daar te vestigen.

Moeilijkheid
De 260 bladzijden vormen geen belemmering voor de leerling. Het is vooral het taalgebruik dat vertraagt. Dat past soms meer bij een essay dan bij een roman. De eerste zin zet meteen de toon en roept bij sommige lezers al weerstand op: ‘Het besturen van een trekker is een daad van soevereiniteit.’ Een andere moeilijkheid zit in het perspectief van de tweede verhaallijn. Dat ligt bij de overleden voorouders van Ra. Het blijft lastig om vanuit deze overledenen te lezen, maar als je dat niet doet, begrijp je ook het commentaar niet, dat deze overledenen voortdurend leveren op de gebeurtenissen rond Ra. Er zijn parallellen tussen Elke en Ra, maar ook daarvoor moet de lezer graven. Ook worden er allerlei diepzinnige vragen opgeroepen omtrent genderneutraliteit, religie, rituelen, duurzaamheid en wetenschap, die ook nog in verband met elkaar worden gebracht. De lezer moet goed zijn hoofd erbij houden en ook bereid zijn af en toe wat technische of wetenschappelijke termen op te zoeken. Dat maakt het lezen van het boek absoluut interessanter. Het oppervlakkige verhaal van Elke, die naar het eiland trekt om daar de erwt te laten verwilderen, is goed te volgen, evenals haar worsteling met de ‘vrouw die zij nooit geworden is’, een denkbeeldige figuur die soms als een tastbare persoon aanwezig lijkt. Het boek wordt mooier als je symboliek betekenis kunt geven, maar ook daarvoor moet je flink graven.

Didactische en letterkundige analyse

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid

De lezer moet bereid zijn om steeds even stil te staan bij de op het eerste gezicht wat onlogische verbanden die worden gelegd, om zo de diepere lagen te ontdekken, maar kan daarbij de ervaring hebben dat hij onnodig vertraagd wordt.

 

Interesses

Het boek is bijzonder interessant voor leerlingen met een N-profiel, die geïnteresseerd zijn in de natuur, biologie, maar ook in ethische kwesties als het veredelen of manipuleren van gewassen. Daarnaast biedt het veel interessante gedachten voor leerlingen die belangstelling hebben voor maatschappelijke vraagstukken rond diversiteit, het ontstaan van religieuze rituelen, mystiek, de zoektocht naar de eigen identiteit, maar ook de geschiedenis, en dan vooral de prehistorie, want bijna de helft van het boek speelt zich af in een schimmige tijd van negenduizend jaar geleden.

 

Algemene kennis

Geen bijzondere voorkennis vereist, al worden er wel veel vaktermen gebruikt uit de wetenschap en de groenteteelt. Meestal kun je uit de context wel opmaken wat die betekenen. Soms verdient het aanbeveling ze op te zoeken.

 

Specifieke literaire en culturele kennis

Het boek nodigt op elke bladzijde uit om te graven, symboliek te ontdekken, en parallellen tussen de verschillende verhaallijn. Daarvoor is het wenselijk dat de leerling al enige oefening heeft gehad met gelaagde verhalen.

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire

Heitman gebruikt veel vaktermen uit de groenteteelt en wetenschappelijke termen. De betekenis van de meeste kun je wel uit de context halen, maar soms moet je wel wat opzoeken.

 

Zinsconstructies

Een afwisseling van enkelvoudige en niet al te ingewikkelde samengestelde zinnen.

 

Stijl

De stijl past soms meer bij een essay, of wetenschappelijke verhandeling over biologie of landbouw, dan bij een roman, doordat deze stijl nogal stellig is: ‘De doffe klei moet kapotvriezen, verbrijzelen als een pavlova. Maar kou is iets van vroeger, steeds vaker wordt de klei met dieselkracht tot moes geslagen, als een staafmixer ranselt de rotorkopeg al het leven uit de grond. Hier, op de lichtere zavelgrond van de kwekerij, volstaat spitten.’ Het is alsof de lezer ook wat geleerd moet worden.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters

Beide verhaallijnen hebben een hoofdpersoon: Elke en Ra. Naast Elke is er nog de denkbeeldige ‘vrouw die ze nooit geworden is’ en haar collega Werner met wie ze zo nu en dan contact heeft. In de verhaallijn van Ra spelen ook de Waker, Bes en Fern belangrijke bijrollen. Een grote rol is ook weggelegd voor ‘wij’, de overleden voorouders, die niet als personage optreden, maar als verteller.

 

Aantal karakters

Geen probleem.

 

Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters

Elke en Ra zijn beiden ‘middenmensen’: niet vrouw, niet man, en Ra is ook nog eens half god, half mens. Beide karakters zijn eenzaam en zoeken naar een plek in een complexe, haast vijandige omgeving. Het boek wordt interessanter naarmate je meer parallellen vindt tussen beide figuren. Die parallellen worden in het boek niet expliciet genoemd en die moet je dus zelf ontdekken.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning

Beide verhaallijnen bevatten spannende elementen: je wilt weten of het Elke lukt om de erwt te verwilderen, maar op het einde duikt ze ook nog eens in de kruipruimte van het huis van haar overleden oom en komt dan onder de grond oog in oog in met de wormen te liggen. Daar wordt de spanning echt opgevoerd. In de andere verhaallijn worden Ra allerlei bovennatuurlijke krachten toebedeeld, omdat haar nieuwe stam denkt dat ze een soort god is. Zij ondergaat dan een bijzonder ritueel dat ook spanning oproept. Voor de lezer van het hoogste niveau bevindt de spanning zich ook in de ideeën achter de roman: de verwijzingen naar klimaatverandering, de discussie rond diversiteit en de mystiek.

 

Chronologie

Beide verhaallijnen verlopen chronologisch. Elkes verhaallijn bevindt zich in het nu, maar bevat ook steeds herinneringen aan vroeger. Die herinneringen staan in de verleden tijd.

 

Verhaallijn(en)

Er zijn twee verhaallijnen. De eerste speelt zich af in het nu, waarin Elke naar het eiland gaat. De verhaallijn van Ra speelt zich ongeveer negenduizend jaar geleden af. De verhaallijnen wisselen elkaar steeds af, duidelijk van elkaar gescheiden in verschillende hoofdstukken.

 

Perspectief

De verhaallijn in het nu is geschreven in een belevend en beschouwend ik-perspectief, vanuit Elke, en de verhaallijn van Ra is geschreven in een wij-perspectief vanuit de overleden voorouders van Ra. Ook in de verhaallijn van Elke wordt regelmatig ‘wij’ gebruikt. Het is dan alsof zij een algemene verhandeling geeft voor de lezer: ‘We transformeren onszelf en elkaar, laten ons tekenen door de tijd, wij beschrijven de tijd en hernoemen pijn, we corrigeren het begin als we aan het einde zijn, een einde dat ons definieert, koppig herscheppen we het idee van een einde en ondertussen moeten we het maar doen met wat we hebben, stilstaan is geen optie.’

 

Betekenis

Zowel de N5- als de N6-lezer zal de parallellen tussen Ra en Elke zoeken, om de twee verhaallijnen met elkaar in verband te brengen. Beide lezers zullen er voldoening uithalen als zij de diepere lagen uit het werk naar boven weten te halen en zo geconfronteerd worden met allerlei maatschappelijke, wetenschappelijke en religieuze vraagstukken, waarop het boek niet per se antwoord geeft.  

Relevante bronnen voor docenten

 

Radio-interview met Heitman 
Recensie op tzum.info
Recensie in NRC (LiteRom)

Externe leestips

 

Lieke Marsman, ‘Het tegenovergestelde van een mens’ (2017)
Renske Jonkman, ‘Het verdronken land’ (2021)

Auteur docentinfo

 

Dietske van den Berg-Geerlings