Docenten Nederlands 12-15 | niveau 1 | De regels van drie

Introductie

Marjolijn Hof (1956) schrijft veelal over op het eerste gezicht normale mensen die in normale omstandigheden lijken te verkeren. Maar doordat de personages zo hun eigenaardigheden hebben, wordt de situatie ook al snel buitengewoon. In die zin is haar werk vergelijkbaar met dat van Anna Woltz.
Een kleine kans en De regels van drie zijn beide tweemaal bekroond.

Inhoud

Leeswaarschuwing: De onderstaande tekst bevat details over de inhoud en de afloop van het verhaal en kan je leesplezier bederven.

Twan en zijn tweelingzus Linde reizen met hun moeder en oma naar IJsland. Ze gaan naar Twans overgrootvader, opi Kas, die daar helemaal alleen woont. Opi Kas kan niet goed meer voor zichzelf zorgen en Twans moeder en oma vinden dat hij mee terug naar Nederland moet. Maar opi Kas ('Een vrije jongen blijft altijd een vrije jongen') weet dat hij niet lang meer te leven heeft en wil sterven zoals hij geleefd heeft. Hij is van plan de bergen in te trekken en niet meer terug te komen. Twan moet hem helpen en worstelt met de vraag wat erger is: opi Kas in de IJslandse bergen laten sterven of in een Nederlands ziekenhuis laten verpieteren? Hij betrekt Linde in het complot en samen besluiten ze opi Kas te helpen zijn plan ten uitvoer te brengen.
Als Twans moeder en oma merken dat opi Kas verdwenen is, schakelen ze de politie in. Het verhaal eindigt zonder dat de lezer weet of opi Kas gevonden wordt. Linde en Twan veronderstellen dat hij niet gevonden zal worden, omdat opi Kas niet gevonden wil worden.

Moeilijkheid

De regels van drie is geen moeilijk boek. Het verloop van het verhaal is goed te volgen en de meeste lezers zullen zich vrij gemakkelijk kunnen inleven in het dilemma waar Twan mee worstelt. Dat maakt het een geschikt boek voor N1-lezers.
Lezers met instapniveau zullen het verhaal wel goed kunnen volgen, maar voor hen bevat het mogelijk te weinig actie en/of drama. Voor N2-lezers is het taalgebruik interessant. Dat is verzorgd, origineel, beeldend en treffend.
Hoewel de thematiek (ouderdom, dood, zelfbeschikking) redelijk zwaar lijkt, worden de gebeurtenissen op een luchtige manier en met humor beschreven.
Vooral geschikt voor leerlingen in de brugklas (alle niveaus) en 2 vmbo.

Voor een volledige didactische en letterkundige analye klik je hier.