Docenten Nederlands 15-18
| niveau 2 | Het feest van de eeuw
Introductie
Judith Eiselin (1970) was tien jaar lang recensent voor NRC Handelsblad, toen ze zelf debuteerde bij de uitgeverij Querido. Ze wilde al zo lang ze schrijven kon kinderboeken schrijven. Eiselin studeerde Nederlandse taal- en letterkunde met als specialisatie jeugdliteratuur. Na tien goed ontvangen jeugdboeken, waaronder De echte Floor (2005), Hij en ik (2007) en Jim (2010), is Het feest van de eeuw haar eerste roman voor volwassenen.
Inhoud
Leeswaarschuwing: onderstaande tekst bevat details over de inhoud en de afloop van het verhaal.
Elise is een alleenstaande vrouw van 43. Ze woont in Heiloo en werkt in een dierenasiel. Ondanks dat Elise het beste van haar leven probeert te maken, is ze niet gelukkig. En Elise is gestopt met seks, dat weet ze zeker. Toch lukt het de stagiair van het asiel, Mustafa, een gevoel bij haar los te maken dat ze alleen kent van twintig jaar geleden, van tijdens haar met seks gevulde studentenjaren. Elise duikt in haar verleden: ze organiseert een reünie. In een terugblik naar 1993 maakt de lezer kennis met Elises huisgenoten: haar onstuimige vriendje Raaf, de tuttige Froukje en de corpsballen Iwan en Maurits. Samen wonen zij in een rommelig studentenhuis in Amsterdam-West. Dan komt er een nieuwe huisgenoot bij hen wonen: Jacob. Elise is onder de indruk van Jacob, die zij heel anders inschat dan andere mannen, en al snel deelt ze alles met haar nieuwe beste vriend. Elise voelt ook medelijden met Jacob en denkt dat hij nog maagd is. Na een wilde avond in de kroeg gunt Elise Jacob seks. De dag na de onenightstand belt Raaf Elise op op haar werk: Jacob is ernstig ziek. Hij raakt uiteindelijk bewusteloos. Een ambulance komt en de broeders nemen Jacob, na een mislukte reanimatie door o.a. Raaf, mee naar het ziekenhuis. Jacob sterft die dag plotseling. Zijn dood komt bij de vrienden aan als een mokerslag. Elise denkt al die jaren later nog steeds dat zij verantwoordelijk is voor de dood van Jacob. Op de dag van de reünie blijkt dat Froukje al voordat Elise hem 'zijn eerste keer gunde', seks had met Jacob. Jacobs zus legt aan Elise uit dat Jacob en zijn familie op de hoogte waren van de zwakke plek op zijn slagader. Jacob koos ervoor om zelfstandig te leven en het studentenleven te omarmen, en hij nam een bewust risico door te vrijen met Froukje én Elise. Ook blijkt dat Raaf en Elise nog steeds gevoelens koesteren voor elkaar. De reünie (het feest) is afgelopen en Raaf blijft bij Elise thuis en speelt een liedje voor haar op de piano dat hij vroeger ook altijd al speelde: Für Elise.
Moeilijkheid
Het feest van de eeuw is een makkelijk leesbaar boek, geschreven in alledaagse taal. Het verhaal is goed te doen voor N1- en N2-lezers. Ook voor N3-lezers valt er nog voldoende uit te halen. De verteltrant is ironisch en nergens heel zwaar op de hand, toch blijft het verhaal realistisch. Eiselin maakt gebruik van een achteraf vertellend ik-perspectief. De opbouw is eenvoudig: drie delen waarin het verleden (1993) wordt ingeklemd door het heden (2013). De periode over het studentenleven van de hoofdpersoon zal de N1-/N2-lezers het meest aanspreken. Zij kunnen dan wellicht enige aansporing gebruiken om het eerste deel (2013), over de 43-jarige Elise, uit te lezen.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | Voor de N1-lezer is Het feest van de eeuw een behoorlijk dikke pil. Toch leest het boek lekker vlot door de herkenbare, moderne stijl van Eiselin. De onderwerpen seks, vriendschap, studentenleven en dood zullen veel jonge lezers aanspreken. Eiselin komt de lezer tegemoet: ze legt veel uit. |
Interesses | Thema’s als vriendschap, seksualiteit en het (studenten-)leven. | |
Algemene kennis | Geen probleem. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | Geen probleem. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Alledaags, direct taalgebruik; niet moeilijk. Ook een N1-lezer kan hiermee overweg. |
Zinsconstructies | De schrijver hanteert een vlotte en eenvoudige verteltrant. Langere, samengestelde zinnen komen wel voor, maar ze zijn niet complex. Geen probleem dus. | |
Stijl | Vlot en duidelijk. De schrijfster gebruikt herkenbare vergelijkingen en metaforen. Niet ingewikkeld. Voor een N3-lezer soms te eenvoudig, te veel uitgelegd. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | Herkenbare karakters. De karakters uit het verleden komen twintig jaar later weer in het verhaal voor en zijn soms, tot grote verbazing van de hoofdpersoon, totaal veranderd. Dit is niet onduidelijk of ingewikkeld opgeschreven. |
Aantal karakters | Een overzichtelijk aantal. | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | Elise voelt zich al twintig jaar schuldig over de dood van Jacob. Zij staat, ondanks haar uitgesproken opvattingen, wat onzeker in het leven. Ze leeft alleen en probeert er het beste van te maken. Elise, haar vriendje Raaf en huisgenoot Froukje zijn begin jaren negentig getuige van het overlijden van Jacob en gaan daarna hun eigen weg. Twintig jaar later blijkt het dus toch anders te liggen dan ze vroeger dachten. Dit is niet moeilijk te volgen. Eiselin legt alles duidelijk uit en herhaalt het ook. Goed te volgen voor N2 en N3. Bij de periode 1993 kan het, mede door het ik-perspectief, soms wat onduidelijk zijn voor de N1-lezer wat voor soort relaties de personages met elkaar hebben. Zo blijft de relatie van Jacob met zijn familie wat vaag en mysterieus. Op het laatst worden de verhoudingen duidelijk. |
|
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | Elise loopt rond met een schuldvraag: heeft zij de dood van Jacob op haar geweten? Op het einde, in het heden, wordt dit duidelijk. Dit is spannend voor lezers van alle niveaus. N1- en N2-lezers moeten worden aangespoord de periode van de zoekende veertiger door te komen, want de echte spanning begint in 1993: het studentenleven van Elise. Een N3-lezer zou aan het einde van het boek wat teleurgesteld kunnen zijn; het verhaal eindigt redelijk open en absoluut 'happy'. |
Chronologie | Het verhaal wordt chronologisch verteld. Binnen de tijdsperioden 2013 en 1993 geen grote flashbacks en tijdssprongen. | |
Verhaallijn(en) | Twee tijdlagen, duidelijk te herkennen aan de titels: de jaartallen 2013 en 1993. | |
Perspectief | Er is sprake van een ik-perspectief. De verteller, Elise, vertelt achteraf. Niet ingewikkeld. | |
Betekenis | Elise loopt al twintig jaar rond met schuldgevoel; ze denkt dat zij schuldig is aan Jacobs dood. Voor zowel N1/N2- als N3-lezers een interessant gegeven: wat als een verkeerde inschatting de rest van je leven bepaalt? N1/N2-lezers kunnen vooral in het deel over Elises studentenleven een verhaal lezen over vriendschap en relaties. Hoe de studenten met elkaar omgaan, hoe ze elkaar benaderen en de aannames die Elise over anderen heeft, kan de N1- en N2-lezers prikkelen na te denken over menselijke relaties: waar baseer je je aannames over een ander op, en wat weet je echt over en van een ander? | |
Relevante bronnen voor docenten |
juditheiselin.nl | over de schrijfster |