Docenten Nederlands 15-18
| niveau 3 | Niemand in de stad
Introductie
Het literair tijdschrift Das Magazin, 'de Linda van de Nederlandse letteren', rekende Philip Huff in 2014 tot 'de tien auteurs die het gezicht zullen vormen van de literatuur van morgen'. Huff (1984) heeft in Amsterdam filosofie en geschiedenis gestudeerd. In zijn studententijd reed hij de schrijver Martin Bril rond door het land. Huff publiceerde verhalen en essays in De Gids, Hollands Maandblad en Hollands Diep; in 2011 kreeg hij voor zijn verhalen de Hollands Maandblad Prozaprijs. Zijn debuutroman Dagen van gras (2009) - ook op Lezenvoordelijst, N2 - werd vertaald en verfilmd, en genomineerd voor diverse prijzen. Zijn tweede roman Niemand in de stad (2012) werd bekroond met de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs. Ook voor de verfilming van dit boek, verwacht in 2018, schrijft Huff zelf het scenario. In 2013 verscheen de verhalenbundel Goed om hier te zijn, in 2014 de roman Boek van de doden, in 2015 Huffs 'persoonlijke leesgeschiedenis' Het verdriet van anderen.
Inhoud
Let op: deze tekst bevat details over de afloop.
Philip Hofman, een 21-jarige student geschiedenis, woont in het Weeshuis, een studentenhuis aan de Prinsengracht. In de twee jaren die in de roman beschreven worden, vormt het rijke Amsterdamse studentenleven het decor. Centraal staat de vriendschap van Philip met zijn huisgenoten Matt en Jacob. Matt de Jager doet zijn naam eer aan: hij gaat achter elke vrouw aan, ook al heeft hij een vaste vriendin. Schuldgevoelens? Welnee. Jacob is meer een beschouwende intellectueel, die Philip kennis laat maken met jazzmuziek en literatuur. Door zijn vrienden wordt Philip, die de bijnaam 'Monnik' draagt, steeds verder het uitbundige studentenbestaan in getrokken. Om alles te kunnen betalen hebben de studenten bijbaantjes; zo werken Matt en Philip als chauffeur, en als croupier in het casino.
Het leven van Philip neemt een wending wanneer hij de beeldschone Karen Ricks ontmoet. Zij speelt voor de meeste studenten 'hard to get', maar Philip ziet zij wel zitten. Klein probleem: Philip heeft al vanaf zijn vroege jeugd een vriendin, Elisabeth uit Aerdenhout. En juist omdat zijn vader een overspelige klootzak was die zijn moeder verliet voor een jongere vrouw, wil hij niet vreemdgaan. Terwijl Philip worstelt met de verleiding en bezwijkt, vertrekt Jacob voor een stage naar Londen.
Philip ontdekt Jacobs geheimen: hij blijkt homo te zijn en helemaal niet als student ingeschreven te staan; Philip durft er echter niet over te beginnen. Op een dag krijgt Philip te horen dat Jacob in Engeland zelfmoord heeft gepleegd.
Aan het eind van het verhaal evalueert Philip zijn vriendschappen en zijn liefdes. Hij vertrekt uit het Weeshuis.
Moeilijkheid
Niemand in de stad is een eigentijdse roman over een stel twintigers, vlot verteld in moderne taal. De lezer wordt meegenomen voor een kijkje achter de schermen van het hedendaagse studentenleven. N2-lezers zullen mogelijk moeite hebben met de omvang van het boek, en met het feit dat niet alles direct duidelijk is (open plekken). De literaire verwijzingen, de enigszins filosoferende gedeelten en de passages in het Engels en in studentenjargon, kunnen onervaren lezers hinderen. Andere lezers, van elk niveau, zullen wellicht problemen hebben met de expliciete seksscènes en de grote rol die drank en drugs spelen; ook het feit dat voor sommige personages blijkbaar alles moet kunnen, en de grove taal die volop gebezigd wordt, zullen niet iedereen aanstaan.
Vanwege de rol die De uitvreter van Nescio in deze roman speelt, lijkt deze 'klassieker' een mooi vervolg voor de (N4-)lezers van Niemand in de stad.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | Dit boek is voor N2-lezers aan de dikke kant (348 pagina's). Maar het verhaal wordt vlot verteld, in moderne taal, waardoor ook onervaren lezers makkelijk meegenomen zullen worden. De beschreven werkelijkheid - het studentenleven in Amsterdam - is voor tieners niet helemaal herkenbaar, maar er zijn wel veel raakvlakken met hun eigen ideeën, vragen en problemen. |
Interesses | In het boek gaat het over allerlei zaken die interessant en relevant zijn voor jonge mensen: vriendschap, verliefdheid, (on)trouw, de zoektocht naar je eigen identiteit, twijfel, seksualiteit, de verhouding tot je ouders, toekomstverwachtingen. | |
Algemene kennis | Er is geen bijzondere voorkennis nodig. De roman bevat dialogen en citaten in het Engels, die niet worden vertaald. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | In het boek staan de nodige verwijzingen naar muziek (pop, maar ook jazz en klassiek) en literatuur. De lezer hoeft die niet per se te herkennen - al zal hij de titel van de roman dan niet goed kunnen plaatsen. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Er zit wat studententaal in; ook dialogen en citaten in het Engels - allemaal niet al te moeilijk. |
Zinsconstructies | Veel korte zinnetjes. Geen probleem. | |
Stijl | Direct, eigentijds taalgebruik. De stijl wordt getypeerd als luchtig en eenvoudig; sommigen zeggen: plat en clichématig. De DJP-jury spreekt van een 'perfect beheerste stijl'. N4-lezers zullen hier graag hun eigen standpunt bepalen. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | De ik-figuur (Philip) wordt het duidelijkst neergezet en is, in al zijn twijfelen en zoeken, het meest genuanceerd getekend. De naaste vrienden worden herkenbaar getypeerd. De beschrijvingen, zeker van de meisjes, zijn tamelijk clichématig. |
Aantal karakters | Er is één hoofdpersoon, met een paar personen in zijn directe omgeving, en een flinke groep bijfiguren en 'voorbijgangers'. Als de lezer zich concentreert op de personages die ertoe doen, zal hij er geen probleem mee hebben; dat geldt ook voor de N2-lezer. | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters | De hoofdpersoon is op zoek naar zichzelf: 'coming of age'. Hij worstelt met een aantal vragen (onder andere over identiteit, trouw, vriendschap), die hij ook bespreekt met zijn vrienden, die hun eigen manieren hebben om met deze vragen om te gaan. Doordat deze jongeren allemaal in de adolescentiefase zitten, is er volop ontwikkeling, verwachting, spanning en teleurstelling. Dit zal jonge lezers zeker aanspreken. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | Er gebeurt genoeg in het boek. Sommigen vinden dat het verhaal te plat is en te wijdlopig wordt verteld; met name dat laatste kan minder ervaren lezers opbreken. Er is in de laatste twee delen sprake van een echte afronding, met op laatste bladzij de suggestie van een happy end. |
Chronologie | De proloog fungeert als flash-forward en cliffhanger. De delen daarna volgen de chronologie van ongeveer twee jaar. Sprongen in de tijd worden typografisch gemarkeerd: de verschillende scènes, inclusief de flashbacks, worden door een sterretje gescheiden. Voor lezers van elk niveau goed te doen. | |
Verhaallijn(en) | Eén grote verhaallijn, scènisch opgebouwd. | |
Perspectief | Het perspectief wordt bepaald door de ik-verteller, Philip. De lezer volgt hem in al zijn woorden en gedachten, zijn onzekerheid, zijn twijfels en zijn lustgevoelens. Philips blik bepaalt ook het beeld dat de lezer van de andere personages krijgt. Voor lezers van elk niveau goed te doen. | |
Betekenis | Voor N2-lezers zal dit boek vooral gaan over het feestleven van studenten en het gerommel van Philip met zijn meisjes. N3-lezers zullen dieper kunnen doordringen in de ontwikkeling die de hoofdpersoon doormaakt. Ook zullen zij de meer filosofische vragen - over het wezen van vriendschap, over de positie en de rol van jonge mensen in de samenleving, over integriteit - uit de roman oppikken. N4-lezers zullen daarnaast een oordeel kunnen vellen over de wijze waarop Huff deze levens en de bijbehorende vragen presenteert. | |
Relevante bronnen voor docenten |
Juryrapport Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs 2013, te vinden op: leesplein.nl Abdelkader Benali in gesprek met Philip Huff, op: YouTube Marja Pruis, 'Staat je goed', op: athenaeum.nl |