Docenten Nederlands 15-18
| niveau 4 | De engelenmaker
Introductie
Stefan Brijs is geboren in Belgisch-Limburg in 1969. Na zijn opleiding werkte hij Stefan Brijs is geboren in Belgisch-Limburg in 1969. Na zijn opleiding werkte hij daar als leraar op zijn vroegere middelbare school. In 1997 verscheen Brijs' eerste roman, De verwording, en daarna volgden er nog enkele. Sinds 1999 wijdt hij zich fulltime aan het schrijven. Pas met het verschijnen van De engelenmaker in 2005 raakte Brijs bekend bij een breed publiek. De engelenmaker is een groot succes: het wordt bekroond en genomineerd voor literaire prijzen, de vertaalrechten worden verkocht aan meer dan tien landen en er zijn plannen om de roman te verfilmen. Ook Brijs' roman Post voor mevrouw Bromley (2011; ook te vinden op deze site, op N3) werd goed ontvangen.
Inhoud
Let op: deze tekst bevat details over verloop en afloop van het verhaal.
In deel I maakt de lezer kennis met het slaperige dorp Wolfheim dat wordt opgeschrikt doordat Victor Hoppe na jaren terugkeert in het huis van zijn (inmiddels overleden) ouders. Wanneer Hoppe arriveert in een taxi, klinkt daaruit babygehuil. Een van de dorpsjongens heeft in de taxi kunnen kijken en hij weet zeker dat hij drie baby's zag en dat ze ernstig misvormd zijn. Dokter Hoppe trekt zich aanvankelijk met zijn zonen terug in zijn huis en in het dorp komt een stroom verhalen en geruchten op gang. Nadat Hoppe's medische hulp wordt ingeroepen wanneer een kind uit het dorp dreigt te stikken, krijgt hij vertrouwen van de dorpsbewoners. Hoppe huurt een gepensioneerde onderwijzeres, Frau Maenhout, in om voor zijn kinderen te zorgen en opent een dokterspraktijk aan huis. Frau Maenhout is de enige in het dorp die de kinderen leert kennen, want ze komen niet buiten. Het zijn bijzondere kinderen en hun vader gaat ook op een bijzondere manier met ze om. Frau Maenhout ontdekt een kamer voor medische experimenten die Hoppe uitvoert met zijn zonen. Ze blijft echter discreet. Ze heeft weinig contact met Hoppe, maar de drie jongens (die bijzonder intelligent blijken te zijn) sluit ze al snel in haar hart.
In deel II leert de lezer de ouders van Victor Hoppe kennen en Victor als kind, met de bedoeling de lezer te doen begrijpen hoe hij zo'n bijzondere persoonlijkheid is geworden. Door zijn hazenlip is Victor als baby door zijn moeder verstoten en met hulp van de pastoor terechtgekomen in een gesticht, waar hij als zwakzinnig is gediagnosticeerd. Een toegewijde non ontdekt dat Victor ondanks dat hij niet spreekt bijzonder intelligent is (het syndroom van Asperger was haar niet bekend, maar de auteur stelt die diagnose wel). Zij schakelt de hulp in van Victors vader, waardoor deze hem weer thuis laat wonen. De jonge Victor is dan echter al beschadigd en de relatie tussen Victor en zijn vader blijft problematisch. Hij rondt zijn school af op een internaat en gaat op kamers om te studeren. Daarna doet hij wetenschappelijk onderzoek naar kloneren. Hij experimenteert eerst met muizen, maar al snel weet Victor wat hij wil: een mens klonen. De veelbelovende wetenschappelijke carrière van Victor Hoppe wordt echter geen succes, doordat hij zich niet aan de spelregels houdt. Hij vindt herhaling en rapportage tijdverspilling en wordt slechts gedreven door de obsessie om God te verslaan door menselijk leven te scheppen.
In deel III komt de lezer terug in het vertelheden en komen alle verhaallijnen bij elkaar in het dorp Wolfheim. Een dove dorpsjongen overlijdt tijdens het voetballen, waardoor Hoppe een kans ziet zijn ouders te helpen. Hoppe ontvangt bezoek van zijn academische begeleider die wel eens met eigen ogen wil zien wat er waar is van de geruchten dat hij geslaagd is in het klonen van mensen en de biologische moeder van de drie jongens heeft berouw over haar vlucht en wil voor ze gaan zorgen. Met de drie jongens gaat het slecht: door een technische fout verouderen ze in hoog tempo. Hoppe lijkt steeds verder van de werkelijkheid weg te dwalen, totdat hij zich als Jezus openbaart aan de dorpsgenoten.
Moeilijkheid
Deze roman heeft lezers vanaf N3 veel te bieden. N3-lezers moeten wel over een drempel om aan zo'n dikke roman te beginnen en de passages over de wetenschap kunnen zij als taai ervaren. Het verhaal biedt echter genoeg spanning en actie om hen toch aan het lezen te houden. De ethische vraagstukken die de kloonpraktijken van Victor Hoppe oproepen, zullen lezers van alle niveaus aan het denken zetten. Leerlingen met interesse in de medische wetenschap zullen dit boek met bijzondere interesse lezen. Ook leerlingen met een religieuze achtergrond en/of Bijbelkennis zullen dit boek waarderen, doordat ze de vele verwijzingen hiernaar kunnen duiden. Dat neemt niet weg dat ook N4- en N5-leerlingen zonder deze specifieke interesse en kennis van dit boek kunnen genieten. Zij hebben bovendien de kans om via deze roman met behulp van achtergrondinformatie hun kennis op deze gebieden uit te breiden.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | N3- en N4-lezers zullen bij de aanblik van deze stevige roman even moeten slikken. De eerste bladzijden zijn echter direct voorzien van actie en een mooie open plek, dus wie de drempel neemt wordt al snel 'gepakt' door het verhaal. |
Interesses | Deze roman is een absolute aanrader voor (vwo-) leerlingen die geneeskunde willen gaan studeren. Ook lezers die graag nadenken over morele en ethische vraagstukken zullen plezier beleven aan De engelenmaker. | |
Algemene kennis | Het lezen van de roman vraagt weinig algemene kennis. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | Specifieke voorkennis is geen vereiste, maar voegt wel wat toe aan de leeservaring. Dat geldt voor kennis van de Bijbel en (in mindere mate) de (voortplantings)geneeskunde. | |
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Een groot deel van het boek levert ook voor N3-lezers weinig problemen op. De passages over de onderzoeken en theorieën van Victor Hoppe bevatten veel vaktermen en dit kan voor N3- en ook N4- of N5-lezers een probleem vormen. Het duurt echter even voordat deze passages in de roman voorkomen, dus de meeste lezers zullen inmiddels wel gemotiveerd zijn om (misschien even met wat minder aandacht) door te lezen. Lezers met (interesse voor) biologie zullen hier minder moeite mee hebben. |
Zinsconstructies | Lange samengestelde en (zeer) korte zinnen wisselen elkaar af en er is behoorlijk wat directe rede. Hier zijn geen obstakels. | |
Stijl | De stijl is eenvoudig, onopvallend bijna en levert daardoor ook voor N3-lezers geen problemen op. | |
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | Het belangrijkste personage in de roman, Victor Hoppe, is complex en krijgt de meeste aandacht van de verteller. De verteller legt echter veel uit, wat handig is voor de N3-lezer. |
Aantal karakters | Rond het hoofdpersonage Victor Hoppe staat door de tijd heen een beperkt aantal andere belangrijke personages. De geschiedenis van Hoppe speelt zich af tegen de achtergrond van het dorp Wolfheim, met een aanzienlijk groter aantal inwoners. N3-lezers kunnen moeite hebben met het onderscheiden van dit grote aantal dorpsbewoners dat regelmatig terugkeert. | |
Ontwikkeling van de karakters | De lezer volgt voornamelijk de ontwikkeling van Victor Hoppe. De personages om hem heen zijn vooral relevant in hun relatie tot Hoppe. Door deze relaties krijgen met name N5-lezers meer inzicht in de psyche van Victor én in de vorming daarvan. Ze kunnen daarmee (meer) begrip opbrengen voor zijn handelwijze. Dit zal N3- en N4-lezers meer moeite kosten. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | De actie van het verhaal start direct op de eerste bladzijde, waardoor ook N3-lezers meteen gegrepen zullen zijn. Pas na een flink aantal bladzijden volgen in deel II passages met minder actie, maar daar zal de N3-lezer zich dan niet meer door laten weerhouden. Wanneer dit wel een probleem is, kan de lezer het verhaal ook begrijpen wanneer hij hier snel doorbladert (hoewel er dan natuurlijk iets verloren gaat). Vooral lezers met interesse in de (medische) wetenschap zullen ook genieten van deze passages. |
Chronologie | Het eerste deel van de roman is chronologisch. Vanaf het tweede deel wordt die chronologie doorbroken. Voor N4- en N5-lezers levert dit geen problemen op. De N3-lezer zal er een flinke opgave aan hebben om met behulp van de markeringen de chronologie te blijven volgen. | |
Verhaallijn(en) | Door de niet-chronologische verhaalvolgorde, lijkt het of de roman drie verhaallijnen bevat. Deze hebben alle dezelfde hoofdpersoon, op verschillende momenten in de tijd en ze zijn sterk met elkaar verbonden. N3-lezers en minder wetenschappelijk geïnteresseerde lezers op N4 en N5 zullen misschien een voorkeur hebben voor de 'verhaallijn' van deel I. Doordat de lijnen vanaf deel II regelmatig worden afgewisseld, zullen zij toch voldoende worden 'bediend' om te blijven doorlezen. | |
Perspectief |
De roman heeft een alwetend perspectief, waardoor ook N3-lezers hier geen problemen zullen ervaren. Het biedt lezers van alle niveaus de mogelijkheid om met veel personages mee te leven en begrip op te brengen voor hun beweegredenen. |
|
Betekenis | Lezers van alle niveaus hebben volop gelegenheid om op verschillende manieren betekenis toe te kennen aan deze roman. Lezers van N5 en lezers met kennis van de Bijbel hebben daarbij een voorsprong en daarmee de meeste mogelijkheden. Ook lezers van N3 en N4 kunnen zich buigen over de ethische vragen die de roman oproept. Lezers van N3 worden daarbij zelfs geholpen door vragen die romanpersonages zichzelf hierover stellen. Daarbij bevat het boek maatschappijkritiek, en veel symbolen en motieven die de lezer helpen betekenis toe te kennen aan de roman. N5-leerlingen zullen er uiteraard meer signaleren dan N3-lezers. Ook Bijbelkenners hebben hier een voorsprong. |