Docenten Nederlands 15-18
| niveau 4 | De Metsiers
Introductie
De Vlaamse auteur Hugo Claus (1929-2008) kreeg in 1950 grote bekendheid met zijn eerste roman De Metsiers, die hij op 19-jarige leeftijd schreef. Hij won er een belangrijke literaire onderscheiding mee, de Leo J. Krynprijs.
Hugo Claus was één van die schrijvers die alles kunnen en in een overrompelend tempo publiceren. Hij publiceerde op een enkele uitzondering na, elk jaar een roman, een bundel gedichten, een toneelstuk, een vertaling of een essay. Vier boeken per jaar was voor Claus, die ook nog regisseerde, filmde en schilderde, de normaalste zaak van de wereld.
Een hoogtepunt in zijn werk is de roman Het verdriet van België (1983; ook op deze site, op N6), waarin Claus de wereld uit zijn jeugd weergeeft.
Inhoud
De Metsiers gaat over een boerenfamilie die zich zoveel mogelijk van de buitenwereld heeft afgezonderd.
De Moeder, die op de boerderij de baas speelt, heeft jaren geleden een liefdesavontuur beleefd met de knecht Mon Verkindere. Uit deze liefde is Bennie voortgekomen, een zwakzinnige zoon, die intussen 19 jaar is. Bennie voelt zich alleen gelukkig bij zijn 21-jarige halfzus Ana, de dochter van de Moeder en Metsiers. Mon en de Moeder hebben Metsiers na de geboorte van Bennie vermoord.
Ana is zwanger van een jongen uit het dorp, Frank Smelders. Ze besluit abortus te plegen.
Intussen ontmoet ze de Amerikaanse soldaat Jim Braddok, die verliefd op haar wordt. Om bij Ana te kunnen zijn kwartiert hij zich met zijn oppasser Eddy in op de boerderij. Daardoor loopt de spanning op: de bewoners van de boerderij accepteren de indringers niet. Ten slotte komt het tot een dramatische schietpartij.
Moeilijkheid
Voor de N4-lezer is het niet makkelijk, wel uitdagend om het verhaal te construeren, uit te zoeken 'hoe het in elkaar zit'. Het meervoudig ik-perspectief zonder alwetende verteller zorgt voor puzzelwerk.
Voor de N3-lezer is het wel doorzetten geblazen: het perspectief maakt het verhaal niet makkelijk toegankelijk. Gelukkig is het geen dik boek.
Als de lezer zich niet laat afschrikken, is identificatie met Ana of Bennie interessant, hoewel hun incestueuze relatie dit niet vanzelfsprekend maakt. De levenswijze van de Metsiers kan de N3-lezer aan het denken zetten.
Voor de N5-lezer is er veel te genieten: het Vlaams-Nederlands van de auteur, de vergelijking met voorbeelden uit de Amerikaanse literatuur, de plaats van het romandebuut binnen het oeuvre van Hugo Claus.
De Metsiers is een geschikt boek voor N4-lezers die tegen N5 aan zitten of de overstap naar N5 willen maken.
Dimensies |
Indicatoren |
Toelichting | complicerende factoren |
Algemene vereisten |
Bereidheid | De Metsiers vraagt veel van de lezer. Claus heeft een eigen Vlaams-Nederlands gecreëerd. Je moet ook nauwkeurig lezen (misschien zelfs herlezen) om de vele witte plekken in te vullen. Ieder romanpersonage heeft eigen gedachten en gevoelens bij de gebeurtenissen. In de gedachten van de personages lopen heden en verleden steeds door elkaar. Dat de hoofdstukken kort zijn en aangeduid worden met het personage dat in het hoofdstuk de ik-verteller is, helpt de lezer wel. Veel N3-lezers zullen vastlopen in het boek - ook al is het niet dik - doordat ze de taal en de structuur te moeilijk vinden, en het boek in psychologisch opzicht te weinig houvast biedt. De N5-lezer vindt juist voldoende uitdaging. |
Interesses | De Metsiers zal lezers aanspreken die geïnteresseerd zijn in het afwijkende, het andere. Een andere tijd (vlak na de Tweede Wereldoorlog), een ander land (België/Vlaanderen), mensen die niet volgens de algemeen aanvaarde normen leven (de Metsiers), een andere taal dan het Nederlands dat men gewend is. Het boek bevat stoere, mannelijke elementen zoals de eendenjacht, het geweld en de oorlogservaringen van Jim Braddok, die jongens zullen waarderen. Meisjes kunnen zich inleven in Ana; ook de Moeder is voor hen een interessant personage. |
|
Algemene kennis | Om het boek te kunnen begrijpen is enige kennis van het naoorlogse Vlaanderen handig. Ook moet de lezer weten hoe men vroeger abortus pleegde en hoe beladen dat was. Om Jules' gedachten te kunnen volgen is enige bijbelkennis handig. Verder vraagt het nogal wat psychologisch inzicht om de beweegredenen van de personages te doorgronden. | |
Specifieke literaire en culturele kennis | De stijl en het perspectief vragen een ruime leeservaring. Kennis van het oeuvre van Hugo Claus verdiept de leeservaring maar is niet noodzakelijk om het verhaal in De Metsiers te begrijpen. |
|
Vertrouwdheid met literaire stijl |
Vocabulaire | Veel moeilijke woorden, neologismen en Vlaams idioom. Ook ouderwets taalgebruik. De vele herhalingen in het woordgebruik maken het idioom toegankelijker. |
Zinsconstructies | De woordvolgorde is afwijkend. Er is veel monologue intérieur in Erlebte Rede. | |
Stijl | Aparte, bijzondere stijl, typerend voor Hugo Claus. Impressionistisch en poëtisch. De ik-vertellers hanteren hetzelfde register, alleen Jim Braddok spreekt meer Nederlands dan Vlaams. Zonder aanwijzingen/hulp is de stijl te moeilijk voor de N3-lezer. Dat geldt ook voor veel lezers op N4. Voor de N5-lezer vormt de stijl een uitdaging die De Metsiers juist aantrekkelijk maakt. |
|
Vertrouwdheid met literaire personages |
Karakters | Er zijn zes vertellers die je leert kennen door hun eigen gedachten en gevoelens en door de meningen van de andere personages. De lezer moet ruimdenkend zijn. Anders zullen o.a. de incestueuze relatie tussen Ana en Bennie, het overspel van de Moeder met Mon, de moord op Metsiers, de autonomie van de Metsiers-clan, Mon die de schuld van de moord op Bennie op zich neemt, vooral 'vreemd' blijven. Voor de meeste N3-lezers zal dat het geval zijn. |
Aantal karakters | Op zich is het aantal karakters overzichtelijk: er zijn zes hoofdpersonen (Ana, Bennie, de Moeder, Mon, Jules, Jim) en enkele bijpersonen (Frank Smelders en zijn vader, Franse Miet, madame Sassen, Eddy Carter). De lezer moet zich wel per hoofdstuk in een ander personage en dus standpunt kunnen verplaatsen. Geen van de zes personages is eenduidig. Ook wat dit aspect betreft is het boek een uitdaging voor de N4-lezer. | |
Ontwikkeling van en verhouding tussen de personages | Het vergt nogal wat psychologisch inzicht om de verhoudingen tussen en de keuzes van de personages te doorgronden en de rol van het verleden daarbij te betrekken. Neem bijvoorbeeld Ana: haar relatie met Frank Smelders, met Bennie, haar gevoelens over de abortus, haar houding ten opzichte van Jim, haar opdracht aan Bennie om Jim te doden. Op de achtergrond speelt de driehoeksverhouding tussen de Moeder, Mon en Metsiers. De N4-lezer komt er wel uit als hij bereid is daarvoor moeite te doen. Voor de N5-lezer is er genoeg te ontdekken. | |
Vertrouwdheid met literaire procedés |
Spanning | Er is een broeierige spanning tussen de personages die culmineert in de dramatische gebeurtenis tijdens de eendenjacht. Je voelt dat het fout gaat lopen, dat het verleden het heden gaat inhalen maar om dat te beseffen moet je wel wat leeservaring hebben. Een onervaren lezer leest over de subtiele aanwijzingen heen en zal het boek saai vinden. |
Chronologie | Het verhaal speelt zich af binnen één week. Het begint met een eendenjacht en eindigt ermee: de cyclus is rond. De ik-vertellers vertellen het verhaal in chronologische volgorde. In hun gedachten is het heden én het verleden voortdurend aanwezig. Dat is lastig voor de N3-lezer. Er zijn geen grote tijdsprongen. | |
Verhaallijn(en) | Er is een verhaallijn in het heden rond Ana die zwanger is, voor een abortus naar de stad gaat, daar Jim ontmoet, met hem vrijt in het paviljoentje, waarna Jim zich met Eddy op de hoeve inkwartiert. En er is een verhaallijn in het verleden rond de Moeder, Metsiers en Mon. De verhaallijnen lopen door elkaar in de gedachten van de personages die hun eigen herinneringen en beleving hebben. Voor de N4-lezer is het invullen van de gebeurtenissen te doen wanneer hij beide verhaallijnen te pakken heeft. De N5-lezer beleeft plezier aan het invullen van de witte plekken in de verhaallijnen. | |
Perspectief | Er zijn 25 korte hoofdstukjes, die door zes verschillende personages in de ik-vorm worden verteld. Omdat de naam van de verteller boven het hoofdstuk staat, is deze vertelwijze op zich niet moeilijk voor de N4-lezer. Veel N3-lezers zullen het lastig vinden de verhaallijnen, die fragmentarisch worden aangeboden, te reconstrueren. De lezer moet zich steeds weer verplaatsen in een ander romanpersonage: niet makkelijk voor de N3-lezer. | |
Betekenis | De Metsiers is een complex boek. De psychologische ontwikkeling van de personages is ondergeschikt aan ideeën over tijd en noodlot. Het existentialisme speelt een belangrijke rol. Deze aspecten zijn interessant voor de N4-lezer. Ook is er de invloed van William Faulkners The sound and the fury en As I lay dying. Verder zijn er veel thema's en motieven die kenmerkend zijn voor het oeuvre van Hugo Claus, zoals de moeder-zoonrelatie, incest, de vreemdeling/indringer die de orde verstoort. Daarmee heeft het boek de N5-lezer met een brede literaire belangstelling veel te bieden. |