Lezen voor de Lijst

Docenten Nederlands 15-18

 | niveau 4 | Ivoren wachters

Introductie

Simon Vestdijk (1898-1971) studeerde in Amsterdam geneeskunde en werkte als arts en scheepsarts. Ter Braak verleende hem de veelzeggende bijnaam 'de duivelskunstenaar': er zijn weinig auteurs in ons taalgebied die op zo veel gebieden thuis zijn als Simon Vestdijk. Niet alleen beslaan zijn verzamelde gedichten drie dikke delen poëzie, ook schreef hij vele essays, novellen en meer dan vijftig romans.
In 1932 maakte hij zijn schrijversdebuut met de bundel Verzen. Kort daarop werd zijn eerste novelle, De oubliette (1933), uitgegeven. In hetzelfde jaar schrijft hij Kind tussen vier vrouwen, dat aanvankelijk onuitgegeven blijft maar de basis zal vormen voor de eerste vier delen van de Anton Wachter-romans. Als eerste wordt in 1934 Terug tot Ina Damman gepubliceerd bij Nijgh & van Ditmar. Deze uitgever en uitgeverij De Bezige Bij zullen tot Vestdijks overlijden in 1971 zijn totale romanoeuvre uitgeven.
In 1951 ontvangt Vestdijk de P.C. Hooftprijs voor zijn oeuvre.
In 1955 wordt hij Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en ontvangt hij de Constantijn Huygensprijs voor zijn oeuvre, dat op dat moment zo'n tachtig titels telt. In 1957 wordt hij voor het eerst door het PEN-centrum voor Nederland voorgedragen voor de Nobelprijs. In 1964 verleent de Rijksuniversiteit van Groningen hem een eredoctoraat in de letteren. In het voorjaar van 1971 wordt hem de Prijs der Nederlandse Letteren toegekend, maar voor hij deze kan ontvangen, overlijdt hij te Utrecht.
Bron: debezigebij.nl 

Inhoud

Ivoren wachters is het verhaal van Philip Corvage, een negentienjarige scholier en briljante geest, die zich - kunstenaar als hij zich voelt - veraf ziet staan van zijn leeftijdsgenoten en ook van zijn nieuwe leraar Nederlands: Schotel de Bie. Corvage is niet alleen intellectueel bijzonder, maar ook in levensstijl: zo eet hij met graagte hele okkernoten (walnoten), die hij beschouwt als hersenvoedsel. Dit heeft tot gevolg dat zijn gebit ernstig verslechtert. Regelmatig tandartsbezoek is noodzakelijk, maar aangezien de financiële situatie bij Philip thuis - hij woont alleen bij zijn oude oom die kampt met woedeaanvallen - niet al te best is, kan Philip deze bezoeken niet betalen. Hij lost dit op door de tandarts te betalen met een sonnet, dat immers in Philips ogen een veel grotere waarde vertegenwoordigt dan geld.
Intussen loopt de spanning tussen Philip en Schotel de Bie hoog op. Al in de eerste les daagt de leerling zijn leraar intellectueel uit en die lijkt niet te kunnen volgen. Gevolg is dat Schotel de Bie uitvalt en Philip met harde bewoordingen wijst op zijn opvallende zwakke punt: zijn gebit. Nu kiest zelfs de klas positie tegen de leraar.
Philip besluit 's avonds bij Schotel de Bie langs te gaan om excuses te vragen, maar de leraar is afwezig. Wel ontmoet Philip bij toeval Lida, de verloofde van Schotel de Bie. Zij, school niet afgemaakt en hongerig naar kennis en intellect, raakt van Philip in de ban en drukt hem op het hart niet met zich te laten sollen, niet door de leraren en niet door zijn oom. Wanneer Philip thuiskomt, volgt een zoveelste heftige confrontatie met zijn oom, waarbij Philip, gesteund door de woorden van Lida, zich nu eens niet inhoudt. Zijn oom, ziek als hij al is, laat hierbij het leven. Philip zoekt hierna zijn huishoudster en steun Nel op, maar treft daar ook haar dronken en jaloerse echtgenoot die overspel vermoedt en Philip verdrinkt in het kanaal.

Op school vermoeden velen zelfmoord en uiteraard wordt de rol van Schotel de Bie onder de loep genomen. Drie docenten praten over het voorval en alleen de logisch nadenkende docent natuurkunde blijkt te weten hoe het werkelijk zit - maar dat weet alleen de lezer.

Moeilijkheid

Zeker voor N3 is dit een lastig boek om in te komen. Dat is vooral te wijten aan de stijl, die bij de tijd van verschijnen past en veel minder snelheid in zich heeft dan die leerlingen waarschijnlijk gewend zijn. Ook het gebrek aan echte actie werkt dan niet mee. De moeilijkheid wordt voor deze leerlingen verlicht doordat de settingherkenbaar is en de personages helder getekend zijn: je kunt echt wat voor ze voelen - positief dan wel negatief. Wanneer een N3-lezer zich voor die personages interesseert, ligt de weg open voor mooie uitdagingen. Ook een N4-lezer zal moeten wennen aan de stijl, maar zal daar vermoedelijk meteen een uitdaging in zien. Op N5 zijn er geen grote moeilijkheden. Dit is dus een geschikt boek voor de overgang van N4 naar N5. Een N3-lezer die gegrepen wordt door het verhaal, kan ineens een grote stap maken. Het moet voor zo'n lezer ook voldoening geven om een dergelijk lastig boek voor zijn gevoel goed te begrijpen: het was lastig, maar niet onmogelijk.
 

Dimensies

Indicatoren

Toelichting | Complicerende factoren

Algemene vereisten

Bereidheid
Ivoren wachters vraagt een behoorlijk grote leesbereidheid. Het taalgebruik doet wat verouderd aan en daarnaast bevat de tekst nogal wat Latijn, aangevuld met citaten in het Engels, het Duits en het Frans. Daarnaast telt het boek 243 pagina's, ruim boven de psychologische grens van tweehonderd, al speelt die op de relevante niveaus een minder grote rol.
Een N3-leerling zal openstaan voor het dramatische verhaal met zijn sociale en psychologische vragen en het portret van de zich verzettende jongvolwassene. Een N4-leerling zal geprikkeld worden door de complexiteit van de personages en de gelaagdheid van de roman. Ook voor een N5-leerling is er genoeg uitdaging: de thematiek is breed en er is een literair-historische context nodig om het verhaal volledig te kunnen duiden.
  Interesses
Ivoren wachters is interessant voor lezers die graag lezen over confrontaties tussen jeugd en volwassenen en voor lezers die geïnteresseerd zijn in de romantische opvatting van de getormenteerde, onbegrepen kunstenaar. Ook een interesse in psychologie en complexe personages draagt bij aan een mooie leeservaring.
  Algemene kennis
Om het boek te kunnen begrijpen is het handig om iets over de cultuur van de vroege jaren vijftig te weten: hierbij kan gedacht worden aan het schoolleven, de waarde van een verloving, het leven van een weeskind, de mogelijkheden om te studeren. Voor middelbare-schoollezers van alle niveaus is dit waarschijnlijk een zeer onbekende wereld. Op N3 kan dit een struikelblok zijn, behalve als de lezer voldoende interesse heeft in het verhaal zelf. Voor N4 en N5 is de verdieping die een vergelijking tussen deze cultuur en de eigen moderne leefwereld geeft, een mooie uitdaging.
  Specifieke literaire en culturele kennis
De lezer moet bekend zijn met het feit dat perspectief in een verhaal kan wisselen. Daarnaast vereist de schrijfstijl van de auteur enige ervaring met het lezen van literatuur. Het kan de leeservaring verrijken wanneer de lezer iets weet over het verloop van een klassieke tragedie. Vooral op N4 is dat een mooie uitdaging (de stap naar N5).

Vertrouwdheid met literaire stijl

Vocabulaire
Het taalgebruik is niet alleen enigszins verouderd, maar wordt door de hoofdpersoon extra bombastisch gemaakt met zijn hoogdravende manier van spreken. De citaten in het Latijn worden achterin het boek verklaard. De N3-lezer zal wel wat scepsis moeten overwinnen om door het taalgebruik heen te prikken. Een N4-lezer zal het vocabulaire wellicht ervaren als een prettige uitdaging. Aangezien een N5-lezer belangstelling heeft voor de literaire context zal het een uitdaging zijn om de verwijzingen naar klassieke teksten te herkennen.
  Zinsconstructies
De tekst bevat veel samengestelde zinnen. Deze constructies zullen vermoedelijk niet tot grote problemen leiden bij een N3-lezer. N4- en N5-lezers zullen zich niet door de constructies laten afleiden.
  Stijl
De meeste leerlingen zullen moeten wennen aan de stijl. Ivoren Wachters is zo'n zestig jaar oud en het taalgebruik is een symptoom van die leeftijd. Vooral N3-lezers die door het verhaal niet gegrepen worden, lopen het risico hierdoor af te haken. Aan de andere kant kunnen N3-lezers die wel willen doorlezen deze bijzondere stijl juist als een uitdaging ervaren. Dat geldt zeker ook voor N4.

Vertrouwdheid met literaire personages

Karakters
De personages Philip Corvage en Frits Schotel de Bie worden uitgebreid beschreven en ontwikkeld. Lida Feltkamp, oom Selhorst en dienstmeid Nel worden in iets mindere mate uitgewerkt. De overige personages zijn types.
De leraar Schotel de Bie zal bij de meeste leerlingen een soort horrorscenario naar boven brengen: hij is zelfingenomen en lijkt vooral van plan te zijn kennis te tonen door over de hoofden van zijn leerlingen te spreken. Daarnaast is hij te trots om de verontschuldigingen aan te bieden waarop de klas wacht.
Hoewel Philip Corvage een leeftijdgenoot is van de meeste leerlingen, zal hij met zijn karakter en gedrag niet direct herkenning oproepen. Voor de N3-leerling zal het een uitdaging zijn om de werelden van Philip en Frits te begrijpen. Bovendien zal deze tot nadenken worden aangezet vanwege de veelal negatieve gevoelens die de hoofdpersonen in hun omgeving oproepen. Voor de N4-leerling is het ook nog een uitdaging om begrip te krijgen voor de wereld van een leraar. Daarnaast is dit boek voor dit type leerling geschikt om oog te krijgen voor de verteltechniek: hoe slaagt een auteur in zijn opzet om een bepaald personage kleur te geven? De N5-leerling zal vermoedelijk afstand nemen van de karakters en oog hebben voor het personage als boodschapper van de ideeën van de auteur.
   Aantal karakters
Het verhaal kent ongeveer tien personages van wie de meeste flat characters zijn. Voor ieder type lezer is dit aantal goed te overzien.
   Ontwikkeling van en verhouding tussen de karakters
De hoofdpersoon, Philip Corvage, maakt een duidelijke ontwikkeling door, evenals Frits Schotel de Bie, de docent Nederlands. De derde persoon die een verandering ondergaat, is Lida Feltkamp, de verloofde van Frits. Voor de N3-lezer ligt de uitdaging erin deze ontwikkeling te herkennen en te interpreteren. Voor N4-lezers speelt vooral de vraag hoe het kan dat de personages veranderen, welke factoren daarbij een rol hebben gespeeld en waarom juist die. De N5-lezer kan deze ontwikkelingen vergelijken met die van personages uit andere boeken of verhalen.

Vertrouwdheid met literaire procedés

Spanning
Afgezien van de laatste hoofdstukken zit er weinig vaart in het verhaal. De verteller werkt zijn personages gedegen uit en de lezer krijgt inzicht in de overpeinzingen van de personages. Het verhaal is interessant door de ontwikkeling van de hoofdpersoon en zijn tragische ondergang.
Het is mogelijk dat de personages weinig herkenning oproepen bij een N3-lezer. Als er dan ook nog slechts een geringe hoeveelheid actie is, kan dat voor dit type lezer als een bezwaar worden gezien. Wat wel helpt om beter in het boek te komen voor deze lezers, is de tijdloze setting: het klaslokaal, ruzie thuis. De N4- en N5-lezers zullen zich vermoedelijk gemakkelijker kunnen focussen op de hoofdpersoon en diens ondergang.
  Chronologie
Het verhaal verloopt min of meer chronologisch. Bij een perspectiefwisseling wordt de lezer soms een korte tijd teruggeworpen in de tijd. Dit maakt de chronologie voor een N3-lezer een kleine en bevredigend op te lossen puzzel. Voor N4 en N5 geen problemen.
  Verhaallijn(en)
Het verhaal bevat twee verhaallijnen. De belangrijkste verhaallijn geeft inzicht in de (belevings)wereld van de jonge Philip Corvage en de tweede vertelt over de eerste werkzame dagen van een docent Nederlands Frits Schotel de Bie. De verhaallijnen zijn sterk met elkaar verweven.  De verhaallijnen zijn niet bijzonder complex, jonge lezers van deze niveaus zullen zich niet in de war laten brengen.
  Perspectief

Ivoren Wachters kent een auctoriale vertelinstantie. De verteller becommentarieert het gedrag van de belangrijkste personages en geeft inzicht in de reacties die de gedragingen teweegbrengen. Het zou kunnen dat een auctoriale verteller bij een N3-lezer de neiging tot reflecterend lezen wat in de weg zit. Zowel een N4- als een N5-lezer zal de vertelinstantie op waarde kunnen schatten.

   Betekenis
N3-lezers kunnen vooral betekenis hechten aan het verhaal door Philip te zien als een opgroeiende jongen die in conflict raakt met volwassenen. De uitdaging zit 'm er dan in te onderzoeken wat nu eigenlijk de kern van het conflict is. Die betekenislaag is voor N4-leerlingen vermoedelijk eerder aangeboord: zij zullen het verhaal kunnen lezen als een confrontatie tussen regel en vrijheid (van ontwikkeling) en eventueel specifieker tussen kunstzinnigheid en het gewone leven. Voor N5 is die laatste thematiek het startpunt van waaruit deze lezer zich ook kan verdiepen in bijvoorbeeld de manier waarop literaire stromingen deze confrontaties beschrijven, of door een vergelijking met ander werk van Vestdijk of ander werk uit die tijd.